**********

De Renaissance

van 1.300 tot 1.500

Veertiende eeuw

La Divina Commedia, "de goddelijke komedie" is een allegorisch epos van de Florentijnse dichter Dante Alighieri (1265 - 1321), geschreven in het eerste kwart van de 14e eeuw. Het behoort tot de erkende meesterwerken van de wereldliteratuur, en tot de grootste culturele prestaties van de middeleeuwen. Dante beschrijft in de Komedie zijn imaginaire reis door de drie rijken van het hiernamaals: hel, louteringsberg (of vagevuur) en hemel. Hij is zowel auteur als acteur in zijn eigen gedicht, dat lange tijd Il Dante genoemd werd. Hij werd op zijn reis vergezeld door de dichter Vergilius tot aan de hemelpoort van waaraf Beatrice, een Florentijnse koopmansdochter, hem verder zal gidsen tot voor God.

Een Jakobsstaf, graadstok of graadboog is een meetinstrument uit de 14e eeuw waarmee men hoeken kan meten. Men kan er de hoogte of de breedte van een bouwwerk mee bepalen, maar ook de hoek van de zon ten opzichte van de horizon. Hiermee kan men tijdens navigatie op zee de breedtegraad vaststellen waarop men zich bevindt. De jakobsstaf is de voorloper van de sextant.

1301 AD verpandde de Luikse bisschop zijn helft van Mechelen aan de Brabantse hertog Jan II en datzelfde jaar kreeg Mechelen stadsrechten van Jan Berthout (1250 - 1310), lid van het riddergeslacht uit het Land van Grimbergen, en hertog Jan II van Brabant (1275 - 1312).

1302 AD vermoorden Bruggelingen, tijdens de Brugse Metten, bij een nachtelijke verrassingsaanval een aantal leden van het Franse garnizoen. Jacob van Châtillon (1260 - 1302), landvoogd van de Franse koning die leenheer van het graafschap Vlaanderen was, had de stad kort tevoren bezet. Hij kon die nacht ternauwernood ontsnappen. De Guldensporenslag tussen milities uit het graafschap Vlaanderen en het leger van de koning van Frankrijk, Filips IV, de Schone, was in militair opzicht opmerkelijk, omdat piekeniers en boogschutters in staat bleken een ridderleger te weerstaan. Vlaanderen herwon zijn zelfstandigheid van vroeger. Dagen na de slag vielen de veel kastelen in handen van de Vlamingen. Gwijde van Dampierre, de graaf van Vlaanderen, bleef onafhankelijker dan de andere Franse leenmannen, maar de Franse koning verstevigde in 1304 na de Slag bij Pevelenberg zijn gezag en de graaf boette een deel van oude verworvenheden in, er werd eveneens een zware financiële boete opgelegd aan de inwoners van het graafschap. Vlaanderen bleef zich nog jaren verzetten tegen het koninklijk en maar ook tegen het grafelijk gezag. Gwijde van Dampierre overleed in gevangenschap te Compiègne.

1309 AD maakte Koning Filips IV, de Schone, een begin aan de professionalisering en centralisering van het landsbestuur. In de loop van de eeuwen zou Frankrijk het meest centralistisch bestuurde land van West-Europa worden. Dit ging ten koste van de feodale macht van de adel en van de katholieke kerk, dat laatste leidde tot een ernstig conflict met Paus Bonifatius VIII (1235 - 1303). Filips ondermijnde het gezag van de paus nog meer door een 'Babylonische ballingschap der pausen' van 1309 tot 1377, af te dwingen, die inhield dat de paus moest resideren in Avignon, dat toen in het Graafschap Venaissin lag, een pauselijke enclave in het zuiden van Frankrijk. Vanaf de 13e eeuw was de literaire traditie van vooral hoofse lyriek en het epische "chanson de geste" voldoende ontwikkeld door troubadours om de Franse taal een zeker prestige te geven, ook buiten Frankrijk. De Gallo-Romaanse taal gesproken in Zuid-Frankrijk, de langue d'oc, speelde echter in die tijd de hoofdrol in de literatuur. Naarmate de algemene centralisatie van het land rond Parijs vorderde, zou de noordelijke taal, de langue d'oïl, steeds meer gaan domineren. Het huidige Standaard frans is geheel op de langue d'oïl gebaseerd. De "Babylonische ballingschap der pausen" was dus de periode waarin de pausen in Avignon zetelen. De aanleiding was de verkiezing van de Franse Paus Clemens V (1264 - 1314). De Franse koning Filips IV wist de paus ervan te overtuigen dat het verstandig was in Avignon te gaan wonen, in verband met de verwarde toestand in Rome. Deze periode betekende een dieptepunt in het prestige van de pausen. Zij maakten zich geheel afhankelijk van de Franse koning. De Rooms-Duitse koning Hendrik VII (1274 - 1313) zag zijn kans schoon om zich in het Italiaans wespennest te begeven en zich eerst tot koning en daarna tot keizer van Italië te laten kronen.

1311 AD roept het Concilie van Vienne op tot maatregelen tegen ‘ketterse’ begijnen daardoor worden veel begijnenconventen omgevormd tot franciscaanse kloosters, wat ze beter controleerbaar maakt voor de clerus. De franciscanen of minderbroeders vormen een kloosterorde bestaande uit volgelingen van Franciscus van Assisi (1181 - 1226). Franciscus schonk al zijn bezittingen aan de armen om zelf in pure armoede verder te leven. De franciscanen behoren tot de bedelorden en proberen zo Christus na te volgen.

1313 AD verpandt de prins-bisschop Mechelen tijdelijk aan Willem, graaf van Henegouwen, en drie jaar later verkoopt Floris Berthout hem zijn rechten op de heerlijkheid maar bij het eind van de pandtermijn in 1318 kreeg hij ze terug.

1314 AD besloot Eduard II van Engeland (1284 - 1327) een einde te maken aan de voortdurende opstand in Schotland, maar hij werd verpletterend verslagen en dit markeerde de facto het einde van de Schotse Onafhankelijkheidsoorlogen, waaruit Schotland als overwinnaar tevoorschijn kwam. Edwuard II, de zoon en opvolger van Eduard I, was uit heel ander hout gesneden dan zijn vader. Hij was vergeleken met zijn vader week en niet in de wieg gelegd om soldaat te worden. Eduard II was ook de eerste Engelse monarch van wie we weten dat hij homoseksueel was. Eduard II liet het land steeds meer besturen door baronnen uit het Parlement. Hij Eduard II maakte zich extreem impopulair door het land te besturen met behulp van de corrupte familie van Hugh le Despenser.

1315 AD was de Grote Hongersnood de eerste uit een reeks van grootschalige crises, waardoor Europa werd getroffen. De Grote Hongersnood kostte miljoenen mensen het leven en markeerde een duidelijk einde aan de periode van groei en welvaart. De aanleiding voor de hongersnood was het zeer natte weer in de voorjaren en dit leidde tot misoogsten. Het was een periode die gekenmerkt werd door een extreme mate van criminaliteit, ziekte, massasterfte en zelfs kannibalisme en kindermoord.

Francesco Petrarca (1304 - 1374), een Italiaans dichter en prozaschrijver, is de grondlegger van het humanisme. Bijna alle humanisten hadden een buitengewone waardering voor esthetiek gemeen. Zij waren ervan overtuigd dat het mooie hand in hand gaat met het waardevolle, het moreel juiste en de waarheid. Deze principiële ingesteldheid uit zich niet alleen in de taal- en letterkunde, maar op alle vlakken van de kunst en de levenswijze.

1327 AD zette Isabella van Frankrijk (1292 - 1358), de vrouw van Eduard II, hem af met hulp van een machtige baron, haar minnaar Roger Mortimer, en verving haar echtgenoot door hun minderjarige zoon, Eduard III van Engeland (1312 - 1377), die een energieke koning bleek en zich begon te bemoeien met Schotland.

1,333 AD komt de Heerlijkheid Mechelen, met de dood van Floris Berhout, toe aan de graaf van Vlaanderen. Zo werd Lodewijk II van Nevers, graaf van Vlaanderen, de nieuwe machthebber in Mechelen.

1334 AD was Engeland weer in oorlog met Schotland, en koning David II van Schotland (1324 - 1371) vluchtte naar Frankrijk, Engeland verleende de in ongenade gevallen Franse koninklijke adviseur Robert van Artesië  (1287 - 1342) gastvrijheid en bovendien een Engelse adellijke titel. Dit was voor Filips VI van Frankrijk de aanleiding om Aquitanië op te eisen. Op advies van Robert deed de succesvolle koning Eduard III van Engeland toen aanspraak op de Franse troon, op grond van de Franse afkomst van Eduards vrouw Filippa van Henegouwen. De Franse adel wilde hem niet, verwijzend naar de Salische wet, waarna de vijandelijkheden begonnen. Hoewel de bevolking van Frankrijk toen vier keer zo groot was als die van Engeland, was er vanwege de Engelse militaire superioriteit een Honderdjarige Oorlog voor nodig om Engeland en Frankrijk definitief te scheiden en een eind te maken aan alle Engelse bezittingen op het continent met uitzondering van Calais, dat pas in 1558 zou worden opgegeven. Schotland trad af en toe op als bondgenoot van Frankrijk, krachtens de 'Auld Alliance'. In zowel Frankrijk als Engeland werd het nationale bewustzijn versterkt tijdens deze oorlog. Er circuleerden in Engeland geruchten dat 'de Fransen' zouden binnenvallen om de Engelse taal te vernietigen.

1337 AD was het begin van de Honderdjarige Oorlog (1337 - 1453) die 116 jaar duurde. Deze oorlog om de troon in Frankrijk, tussen Frankrijk, met het huis Valois, en Engeland, met het huis Platagenets, resulteerde uiteindelijk in het verdrijven van de Platagenets uit Frankrijk. De graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Nevers (1304 - 1346) schaart zich aan de zijde van Frankrijk maar door een verbod op de uitvoer van wol naar Engeland nemen de Vlaamse steden onder leiding van Jacob van Artevelde (1290 - 1345) een meer Engelsgezinde houding aan. Eduard III raakt betrokken bij een klein feodaal conflict met zijn leenheer, Filips VI van Frankrijk, over het leen Guyenne, een Franse provincie. Koning Filips VI probeerde Eduard III de hertogstitel af te nemen, waarop Eduard III zichzelf uitriep tot koning van Frankrijk.

1346 AD strijdt Lodewijk II van Male (1330 - 1384), Graaf van Vlaanderen, samen met Filips IV de Schone in Slag bij Crécy tegen de Engelsen onder leiding van Edward III, deze strijd werd door de Engelsen gewonnen en zij zetten hun zuidelijke tocht verder naar Calais dat nog 200 jaar in Engelse handen zou blijven.

1348 AD wordt de bevolking in Europa gedecimeerd door een pandemie die men ook wel de 'Zwarte Dood' noemde. Volgens sommige hypothesen brak de pest uit toen de Mongolen Kaffa, een Genuees handelskantoor aan de Zwarte Zee belegerden en door de pest werden getroffen. Honderden lijken van pestslachtoffers werden met katapulten in de stad schoten om zo de inwoners van de stad besmetten. De overlevenden van Kaffa zouden met schepen de stad zijn ontvlucht. De ziekte zou dus door Genuese schepen binnengebracht zijn in Europa, eerst in Messina op Sicilië, dan in Marseille, Carcassonne en Parijs. De ziekte bereikte later ook Duitsland, de Nederlanden en Engeland. Nog later dook ze op in Noorwegen, Zweden en Ierland, Oost-Europa en Rusland. Volgens sommigen maakte deze pandemie wereldwijd rond de 75 miljoen doden.

1353 AD eindigt de uitbraak van de pest maar zoals vaker gebeurt bij grote rampen en onheil ging men op zoek naar verantwoordelijken. Zo werden onder meer de Joden beschuldigd van het vergiftigen van waterputten en bronnen en het mengen van een verdachte stof in het eten. De pestpandemie zou op die manier leiden tot uitbarstingen van Jodenvervolging in heel Europa.

1356 AD was het begin van de Brabantse Successieoorlog, die tot 1357 zou duren, een strijd ontstaan na het overlijden van hertog Jan III van Brabant (1300 - 1355). Zijn drie dochters die respectievelijk getrouwd zijn met de hertog van Luxemburg, de hertog van Gelre en de graaf van Vlaanderen, raakten onderling in een strijd verwikkeld om het eigendomsrecht over het Hertogdom Brabant. Uiteindelijk gaat de macht in Brabant over naar de Hertog van Luxemburg maar de Heerlijkheden Antwerpen en Mechelen worden toegevoegd aan het graafschap Vlaanderen. De Engelsen brengen de Fransen opnieuw een zware slag toe in de Slag bij Poitiers. In de jaren daarna ontmoeten de Engelsen steeds meer weerstand van Franse troepen onder leiding van Bertrand du Guesclin en de oorlog komt in een impasse terecht. Dit leidt uiteindelijk tot vredesbesprekingen.

1360 AD wordt de Vrede van Brétigny gesloten, de Engelsen krijgen de zeggenschap over heel Aquitanië en Eduard III zag af van de Franse troon. Van Eduard III is bekend dat hij naast Frans ook Engels sprak. Engels was de taal van het Angelsaksische volk en had sinds de Normandische Verovering grote veranderingen ondergaan, wellicht door volksverhuizingen of door hypercorrectie als reactie op het dalende prestige van het Frans, de oorlog tegen Frankrijk zorgde ervoor dat het Engels werd bevorderd. Het was ook rond deze tijd dat de eerste echt Middel-Engelse literatuur verscheen, namelijk de Canterbury Tales van Geoffrey Chaucer (1343 - 1400). In de loop van honderden jaren had zich een Engelse identiteit gevormd, gesymboliseerd door de taal en de vlag.

1362 AD breidt het Ottomaanse Rijk zich uit naar de meer Oostelijk gelegen zeegebieden en Westelijk naar de Balkan. De Ottomanen steken bij de Dardanellen de zeestraat die de verbinding vormt tussen de Zwarte Zee en de Middellandse Zee, over naar Europa. Langzaam maar zeker rukten de Ottomanen verder op in Europa.

1363 AD wordt Filips, de Stoute (1342 - 1404), zoon van Jan II van Frankrijk en Bonne van Luxemburg, hertog van Bourgondië en grondlegger van de Bourgondische Nederlanden.

1368 AD begint de Ming-dynastie (1368 - 1644), zij wordt beschouwd als "één van de grootste periodes van ordelijke regering en sociale stabiliteit in de menselijke geschiedenis". Deze stabiliteit werd gerealiseerd door een sterk autocratisch bewind, ondersteund door een efficiënte bureaucratie van in de confuciaanse klassieken geschoolde ambtenaren. De Chinese bevolking verdrievoudigde in de Mingperiode tot 200 miljoen mensen en het rijk kende een grote commerciële en culturele bloei. Onder de Ming-keizers werd meer nadruk gelegd op de eigen Chinese waarden en werd de invloed van buitenaf geweerd.

1375 AD keert Paus Gregorius XI (1300 - 1378) terug naar Rome. Het gevolg was het Westers Schisma, waarin pausen en tegenpausen elkaar tegenwerkten en dat duurde tot het Concilie van Konstanz in 1417. Naast de Romeinse Paus Urbanus VI (1318 - 1389) werd een tegenpaus gekozen, Paus Clemens VII (1342 - 1394), die weer in Avignon ging zetelen. De kardinalen kozen de Italiaan Urbanus VI, omdat ze bang waren voor rellen onder de bewoners van Rome. Urbanus VI was een degelijk beheerder geweest in de pauselijke kanselarij in Avignon, maar eenmaal verkozen ontpopte hij zich als een argwanende en opvliegende paus. De verkiezing van Urbanus VI werd aangevochten, onder andere door een deel van het kardinaalscollege en hetzelfde jaar verhuisden ze van Rome naar Fondi en verkozen Clemens VII, die zich in Avignon vestigde.

1377 AD sterft Eduard III, die nog altijd wordt gezien als een van de meest succesvolle koningen in de Engelse geschiedenis. Zijn opvolger was zijn 10-jarige kleinzoon, Richard II van Engeland (1367 - 1400). Richards regering begon veelbelovend, maar hoge belastingen leidden in 1381 tot een boerenopstand. Richard II onderscheidde zich door zijn moedige optreden. De opstandelingen eisten het aftreden van 's Konings adviseurs en de afschaffing van het lijfeigenschap. Uniek was dat Richard II zich erg verzoenend opstelde en op de eisen inging en uiteindelijk mislukte de opstand. De concessies werden vlug teruggedraaid. Hoewel het lijfeigenschap tot in de zeventiende eeuw bleef bestaan in Engeland, betekende de opstand het de facto einde van de institutie in Engeland. Ook roerde zich een sekte van kerkhervormers, de Lollarden, die terug wilden naar het vroege christendom toen er nog geen kerk was en priesters nog niet bestonden. Ze werden geleid door John Wyclif, wiens beweging als ketterij werd bestempeld door de Rooms-Katholieke Kerk.

1384 AD verwerft Filips, de Stoute, een prins uit de Franse koninklijke dynastie van het huis Valois en hertog van Bourgondië, het graafschap Vlaanderen door zijn huwelijk met Margaretha van Male (1350 - 1405). Margaretha van Male, dochter van de Vlaamse graaf Lodewijk II van Male en Margaretha van Brabant, wordt op haar beurt door haar huwelijk, gravin van Vlaanderen en mederegentes van de Bourgondische Nederlanden.

Vijftiende eeuw

1400 AD had Richard II van Engeland zich aan de voogdij van zijn ooms onttrokken, en ontwikkelde zich tot een uiterst tiranniek vorst. Toen Richard II op veldtocht was in Ierland, keerde Hendrik Bolingbroke, de zoon van konings adviseur Jan van Gent, terug uit ballingschap. Hij liet Richard II in 1400 afzetten en vermoorden om de troon te bestijgen als Hendrik IV van Engeland (1367 - 1413). De regering van Hendrik IV werd geteisterd door opstanden. In Wales brak een opstand uit, toen de Welshman Owain Glyndŵr (1359 - 1416) zichzelf tot prins van Wales uitriep. Hoewel de opstand niet erg succesvol was, duurde het wel dertien jaar 1412 voor deze onderdrukt werd.

1404 AD wordt Jan zonder Vrees (1371 - 1419), zoon van Filips de Stoute en Margaretha III van Male, graaf van Nevers, hertog van Bourgondië, graaf van Vlaanderen en graaf van Artesië. Hij begaf zich naar de rijke Vlaamse steden waarvan hij de nieuwe heer was, en stelde de bevolking gerust in verband met de nieuwe belasting, die de hertog van Orléans zocht te heffen, door te herbevestigen dat zijn onderdanen deze niet moesten betalen. Hij beloofde eveneens dat geen enkel oorlog de commerciële relatie van Vlaanderen met de Engelsen zou verzieken, want een heropleving van het conflict tussen Frankrijk en koninkrijk Engeland zou Vlaanderen kunnen ruïneren, daar de lakennijverheid afhankelijk was van de import van Engelse wol. De verdediging van de Vlaamse economische belangen wordt aldus één van zijn prioriteiten.

1413 AD wordt Hendrik IV opgevolgd door zijn zoon, Hendrik V van Engeland (1387 - 1422), die besloot om tegen Frankrijk ten strijde te trekken, om zo de aandacht van de binnenlandse problemen af te leiden. Zo werd de Honderdjarige Oorlog hervat. Ondanks het feit dat zijn mannen vermoeid en hongerig waren behaalden Hendriks' manschappen, met hulp het charisma van de koning en hun boogschutterskunsten, een klinkende overwinning op de Fransen. De slag had een dusdanige invloed op het Franse moraal en de Franse politiek, dat hertog Jan zonder Vrees van Bourgondië, Hendrik V als koning van Frankrijk erkende.

1420 AD  wordt Hendrik V door het Verdrag van Troyes tot erfgenaam van de waanzinnige Karel VI van Frankrijk (1368 - 1422) benoemd. Hendrik V overleed echter twee jaar later, enkele maanden voordat Karel VI stierf.

1419 AD varen de Portugeze ontdekkingsreizigers langs de Afrikaanse kust tot de Kaapverdië.

1427 AD sloot de Azteekse leider Itzcoatl een verbond met Nezahualcoyotl en met Tlacopan, samen vormden ze het drievoudig verbond, dat de geschiedenis is ingegaan als het Azteekse Rijk, dat zou duren tot 1521. De Maya's waren inmiddels het ineenstorten van hun cultuur enigszins te boven gekomen. Nadat ze onderworpen waren door de Tolteken, werd Yucatán beheerst door de Maya-Tolteekse dynastie van Chichén Itzá, die later omver werd geworpen door de liga van Mayapan. Deze liga viel echter uiteen, en in 1500 bestond het Mayagebied weer uit stadstaatjes die voortdurend oorlog met elkaar voerden.

Hendrik VI van Engeland (1422 - 1470), de zoon van Hendrik V, was nog maar negen maanden oud toen hij zijn vader opvolgde. In Frankrijk volgde Karel VII van Frankrijk (1403 - 1461) zijn vader Karel VI op, maar hij durfde zich niet te laten kronen, omdat de kroningsstad Reims door de Engelsen werd bedreigd. Jan van Bedford (1389 - 1435), zoon van Hendrik IV en hertog van Bedford, werd regent van Frankrijk.

1429 AD de eerste jaren van de regering van Hendrik VI waren de Engelsen oppermachtig in Frankrijk, maar na een bezielende Franse overwinning bij Orléans onder aanvoering van Jeanne d'Arc (1412 - 1431) keerde het tij.

Filips de Goede (1396 - 1467), zoon van Jan zonder Vrees en Margaretha van Beieren, hertog van Bourgondië, graaf van Vlaanderen, Artesië en Franche-Comté, marktgraaf van Namen, hertog van Brabant, Limburg, Neder Lotharingen en graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, begint aan een indrukwekkende expansie van de Nederlandse gewesten. Hij doet zijn Blijde Intrede in Mechelen, en wordt de "conditor Belgii" genoemd, dat wil zeggen 'de éénmaker van de Nederlanden'.

1430 AD wordt ter gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal door Filips de Goede, de Orde van het Gulden Vlies opgericht, als tegenhanger van de Engelse Orde van de Kousenband. Met de instelling van deze orde wilde hij verschillende doelen bereiken, zoals de verering van God en de verdediging van de christelijke godsdienst.

1431 AD speelt Jeanne d'Arc, bijgenaamd de Maagd van Orléans, een nationale heldin van Frankrijk, als jong meisje van eenvoudige afkomst een beslissende rol in de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk, zij wordt door de Bourgondiërs gevangen genomen en aan de Engelsen uitgeleverd en belandt op de brandstapel in Rouen. Jeanne d'Arc is nog altijd een nationale heldin in Frankrijk wegens haar verhoging van het Franse moreel aan het hoofd van de Franse troepen in een uitzichtloze situatie.

1432 AD schilderen Hubert van Eyck (1366 - 1426) en Jan van Eyck (1390 - 1441) het retabel Het Lam Gods, zij waren vooral actief te Brugge en zijn vertegenwoordigers van de Vlaamse Primitieven.

1435 AD betekent de Vrede van Atrecht tussen Karel VII van Frankrijk en Filips de Goede het einde van de Engels-Bourgondische alliantie. Het hertogdom Bourgondië toont zich bereid zich voortaan neutraal op te stellen, in ruil voor meer onafhankelijkheid van de Nederlanden.

1439 AD werd in Europa de uitvinding van het drukken met losse letters gedaan door Johannes Gutenberg (1400 - 1468), die loden letters goot met behulp van matrijzen. Het procedé liet ook toe om eenvoudig een losse afbeelding – uitgesneden in hout of metaal – te plaatsen tussen de letters in de drukvorm. Na het drukken van de geplande oplage kon men de losse letters hergebruiken voor een ander te drukken boek. Dit was goedkoper dan blokdruk. De letters werden verdeeld in kapitalen die in het bovenste deel van de zetkast lagen, en kleine letters die in het onderste deel van de kast werden bewaard.

1440 AD schildert Rogier van de Weyden (1400 - 1464), een vertegenwoordiger van de Vlaamse Primitieven, het Triptiek van de Zeven Sacramenten.

1453 AD wordt de stad Constantinopel door de Ottomaanse sultan Mehmet II (1432 - 1481) ingenomen en dit betekent het einde van het Byzantijnse Rijk. De Ottomanen maakten de stad, die zij Constantinopel bleven noemen, tot hoofdstad van hun rijk. In de volksmond werd de stad ook Istanboel genoemd. Na de Val van Constantinopel werd het Griekse vasteland veroverd. Het Ottomaanse Rijk wordt een wereldmacht.

De Franse koning, Karel VII, wist met de Slag bij Castillon, voorgoed af te rekenen met de Engelsen. De Engelsen verloren al hun bezittingen in Frankrijk, behalve Calais. Hierdoor komt er ook een einde aan de Honderdjarige Oorlog, Engeland sluit uit armoede vrede met Frankrijk, van het Anglo-Franse rijk blijft alleen nog Calais over. Door de afloop van deze oorlog werd het gezag van de Franse koning versterkt. Onder de zoon van Karel VII, Lodewijk XI (1423 - 1483) groeide Frankrijk uit tot een goed georganiseerde staat met een sterk leger, een deugdelijke administratie en een geordende belastinginning. De nederlaag in de Honderdjarige Oorlog zorgde voor veel beroering in Engeland. De edelen onder leiding van Richard van York, geven de regerende Lancasters de schuld van de nederlaag en beschuldigden de regenten van Hendrik VI, die inmiddels zwakzinnig geworden was, van machtsmisbruik. Uiteindelijk slaagde Richard van York (1411 - 1460) erin zelf regent, Lord Protector, te worden.

Frankrijk had de Honderdjarige Oorlog in zijn voordeel beslecht, en het land begon zich door zijn omvang en zijn bestuursstructuur steeds meer te profileren als een grote Europese mogendheid. Uiteenlopende dichters en schrijvers als François Villon, Rabelais, Montaigne en Calvijn verhoogden het literaire en intellectuele prestige van de Franse taal. De invloed van de Italiaanse en klassieke Romeinse cultuur namen sterk toe, zodat er gesproken kan worden van een Franse renaissance. Een groep dichters stelden een manifest op waarin hun idealen werden verwoord, het volgens hen nog barbaarse en vulgaire Frans moest een even hoge status krijgen als het Latijn en het Grieks.

1455 AD wordt de Gutenbergbijbel, het eerste gedrukte boek in Rooms Duitse Rijk uitgegeven.

Toen Richard van York na het herstel van Hendrik VI, het hof gedwongen moest verlaten, startte hij de Rozenoorlogen van 1455 tot 1485, een strijd tussen twee adelijke partijen namelijk de huizen Lancaster en York en de uiteindelijke overwinning ging naar het huis Lancaster. Hendrik VI bleef dus aan de macht, maar Richard werd toch tot erfgenaam van Hendrik benoemd. Richard sneuvelde echter tijdens de Slag bij Wakefield en zijn vrouw, koningin Margaretha rukte op naar Londen.

1464 AD wordt in de Nederlanden de Eerste Staten-generaal samengeroepen, en doordat er meerdere gewesten waren, waren er ook gezamenlijke belangen en werden vertegenwoordigers van diverse Staten af en toe bijeengeroepen, gewoonlijk in een van de Vlaamse steden. De allereerste Staten-Generaal binnen het gebied van de Nederlanden, en iets daarbuiten, waarbij dus alle gebieden vertegenwoordigd waren, werden in het graafschap Vlaanderen in Brugge samengeroepen. Hoewel dit de eerste keer was dat de vertegenwoordigers van de Staten van alle gewesten bijeen werden geroepen, werd dit door de tijdgenoten niet als een nieuw concept ervaren. Er was immers al een voorgeschiedenis met intergewestelijk overleg.

Karel de Stoute (1433 - 1477), zoon van Filips de Goede en Isabella van Portugal, wordt hertog van Bourgondië, Brabant, Limburg en Luxemburg, graaf van Vlaanderen, Holland, Zeeland, Henegouwen, Artesië, Namen en Franche-Comté en hertog van Gelre en graaf van Zutphen. Karel de Stoute vestigt in Mechelen de Rekenkamer, een middeleeuws ministerie van Financiën, en de Grote Raad van Mechelen, dat in feite het parlement en het opperste gerechtshof van de toenmalige Nederlanden was.

Eduard IV van Engeland (1442 - 1483), de zoon van Richard van York, trok met zijn leger ook naar Londen en toen de burgers van Londen de poorten sloten voor de troepen van koningin Margaretha van Anjou (1430 - 1482), lieten ze Eduard binnen. Na steunbetuigingen door de bevolking van Londen riep het parlement hem uit tot koning Eduard IV. Tien jaar slaagde Eduard IV erin om het land vreedzaam te besturen.

1471 AD passeert Fernao Gomes, een Portugees handelaar en ontdekkingsreiziger, als eerste Europeaan de evenaar.

1474 AD begint Karel de Stoute als de hertog van Bourgondië met zijn bondgenoot Filibert I, de hertog van Savoye, de Bourgondische Oorlogen die tot 1477 zouden duren, een reeks conflicten tussen enerzijds Bougondië en anderzijds de Oude Zwitserse Confederatie, het koninkrijk Frankrijk en het hertogdom Lotharingen.

1477 AD sneuvelt, Karel de Stoute, de laatste hertog van Bourgondië, in de Slag bij Nancy in een poging Lotharingen in zijn bezit te krijgen . Hij wordt opgevolgd door Maria van Bourgondië (1457 - 1482), dochter van Karel de Stoute en Isabella van Bourbon, zij wordt Hertogin van Bourgondië en Vorstin van de Nederlandse gewesten. De gewesten dwingen haar tot het verlenen van het Groot Privilege en de Staten-Generaal zijn bereid om Maria van Bourgondië als hun vorstin te erkennen als de macht van het centrale bestuur wordt ingeperkt. Het parlement en de Rekenkamer van Mechelen worden afgeschaft, maar later vervangen door de Grote Raad van Mechelen. Lodewijk XI van Frankrijk bezet Bourgondië maar wanneer Maria van Bourgondië trouwt met Maximiliaan I van Habsburg (1459 - 1519) waardoor de Nederlanden onder het huis Habsburg komen, kan er aan de Franse dreiging hoofd geboden worden. Maximiliaan I van Habsburg en Lodewijk XI van Frankrijk sluiten een wapenstilstand.

Filips de Schone (1478 - 1506), het 4-jarige zoontje van Maria van Bourgondië en Maximiliaan I van Oostenrijk, volgt zijn moeder op als hertog en graaf van het vrije Bourgondië, graaf van Vlaanderen, Artesië, Henegouwen en Holland-Zeeland, marktgraaf van Namen en hertog van Brabant, Limburg en Luxemburg en later Koning-Gemaal van Castilië-Leon. Zijn vader Maximiliaan I van Oostenrijk treedt op als regent van de Habsburgse Nederlanden. De steden in het graafschap Vlaanderen en het zuiden van het hertogdom Brabant willen het regentschap van aartshertog Maximiliaan I van Oostenrijk niet erkennen omdat hij het Groot Privilege van 1477 niet wil bevestigen. Ze zetten hem af als regent voor zijn minderjarige zoon Filips de Schone en stelden zelf een regentschapsraad samen om in diens naam te regeren. De Vlaamse Opstand werd militair neergeslagen en beknotte de macht van de steden.

1482 AD maakte Diogo Cão (1440 - 1486), een Portugese ontdekkingsreiziger, in opdracht van koning Johan II van Portugal twee ontdekkingsreizen langs de westkust van Afrika. Op zijn eerste reis ontdekte hij de Kongostroom en kwam hij in contact met het stroomopwaarts gelegen koninkrijk van de Bakongo. Daarna volgde hij de Afrikaanse kust tot aan Kaap Santa Maria in Angola. Op zijn tweede reis kwam Diogo Cão zelfs tot aan Kaap Kruis in Namibië.

1483 AD wordt Eduard IV van Engeland opgevolgd door zijn minderjarige zoon, Eduard V van Engeland (1470 - 1483). In zijn testament had hij zijn broer Richard tot Lord Protector benoemd. Zijn oom Richard, hertog van Glouchester, verklaarde echter dat Eduard V en diens jongere broer Richard buitenechtelijke kinderen waren en beval hun gevangenneming. Zij werden opgesloten in de Tower of London en werden bekend als de prinsjes in de Tower. Er werd nooit meer iets van ze vernomen. Richard riep vervolgens zichzelf uit tot koning Richard III van Engeland (1452 - 1485).

1485 AD schaarden de overgebleven aanhangers van het Huis Lancaster zich rond Hendrik Tudor, die met Franse hulp in Wales landde en naar Engeland marcheerde. Het koninklijk leger raakte slaags met de troepen van Hendrik Tudor. Richard III had een duidelijke overmacht, maar door het verraad van de machtige Stanley-familie werd het koninklijke leger vermorzeld en sneuvelde Richard III. Hendrik Tudor liet zichzelf kronen tot koning Hendrik VII (1457 - 1509), wat het einde van de Rozenoorlogen was. Voor Hendrik VII had herstel van het koninklijk gezag, dat tijdens de Rozenoorlogen verzwakt was, prioriteit. Op binnenlands gebied moest Hendrik VII moeite doen om zijn autoriteit blijvend te vestigen. Hij richtte daarom de Star Chamber op, een gerechtshof bestaande uit hemzelf, de Lord Chancellor en enkele vertrouwelingen.

1488 AD bleef Maximiliaan I oorlog voeren tegen de zin van de steden en in Vlaanderen brak er een tweede opstand uit. De ambachten pikten de steeds stijgende belastingen niet meer. Toen Maximiliaan I naar Brugge kwam om de opstand te onderdrukken, werd hij gevangen genomen. Vlaanderen, Brabant, Henegouwen en Zeeland sloten in de Staten-Generaal de Akte van Eendrachtigheid, waarin ze een einde aan Maximiliaans regentschap over Vlaanderen maakten. Maximiliaan I beloofde zich hieraan te houden en werd vrijgelaten.

Bartolomeu Dias (1450 - 1500), een Portugees zeevaarder en ontdekkingsreiziger, rondt als eerste de Kaap de Goede Hoop, Afrika’s zuidelijkste punt.

1490 AD wordt tijdens de Italiaanse renaissance, Leonardo da Vinci (1452 - 1519), een architect, uitvinder, ingenieur, filosoof, natuurkundige, scheikundige, anatomist, beeldhouwer, schrijver en schilder uit de Florentijnse Republiek, gezien als het schoolvoorbeeld van het renaissance-ideaal van de homo universalis en als genie. De Vitruviusman van Leonardo da Vinci zou uitgroeien tot de verzinnebeelding van het renaissancehumanisme. Hij schilderde in 1498 "Het laatste avondmaal" en in 1503 de "Mona Lisa" één van de beroemdste kunstwerken ter wereld.

1492 AD maakt Christoffel Columbus (1451 - 1506), de beroemdste ontdekkingsreiziger uit het tijdperk van de grote ontdekkingen, naam door zijn 'ontdekking' van Amerika, meer precies het Caraïbisch gebied, onder Spaanse vlag te brengen. Columbus dacht na het oversteken van de Atlantische Oceaan Indië bereikt te hebben, maar was in werkelijkheid gestuit op een Nieuwe Wereld. Zijn ontdekking vormt een keerpunt in de wereldgeschiedenis, waarvan de betekenis nauwelijks overschat kan worden. Europese machten koloniseerden de beide Amerikaanse continenten. De ruime hoeveelheden land en grondstoffen speelden een rol bij de opkomst van Europa als het overheersende continent in de wereld. De Columbiaanse uitwisseling zorgde voor een wereldwijde uitwisseling van gewassen, dieren en ziektes. De besmettelijke ziektes van de Oude Wereld hadden een verwoestende uitwerking op de inheemse bevolkingen. Hij landde eerst op de Bahama's en ontdekt de grote eilanden Cuba en Hispaniola later ook Puerto Rico en Jamaica.

1493 AD wordt Maximiliaan I van Oostenrijk gekozen tot koning van het Roomse Rijk

1490 AD schildert Jheronimus Bosch (1450 - 1516) "Calvarie met schenker", hij behoort tot de Noordelijke Renaissance.

1494 AD is het begin van de Italiaanse Oorlogen die tot 1559 zouden duren, waarin Frankrijk en Spanje strijden om de macht in Italie.

1496 AD wordt Filips de Schone meerderjarig, waarmee het regentschap van Maximiliaan I eindigt en Filips de landheer van de Nederlanden wordt. Filips de Schone en koning Hendrik VII van Engeland tekenen het Magnus Intercursus waarmee de handelsbetrekkingen tussen de Lage Landen en Engeland worden hersteld.

1497 AD huwt Filips de Schone op 16-jarige en Isabella I van Castillië (1474 - 1504). Filips de Schone was de laatste vorst uit het huis van Bourgondië die de Nederlanden persoonlijk regeerde vanaf dan werd het bestuur waargenomen door landvoogden.

John Cabot of Giovanni Caboto (1451 - 1498), een Venetiaans ontdekkingsreiziger krijgt de opdracht om in Engelse dienst een ontdekkingsreis naar Noord-Amerika te ondernemen en ontdekt Newfoundland een deel van Noord-Amerika.

1498 AD leidde Vasco da Gama (1460 - 1524), een Portugese ontdekkingsreiziger, de eerste expeditie naar India langs de Kaap de Goede Hoop.

1499 AD verkende Amerigo Vespucci (1454 - 1512), een Florentijnse bankier, diplomaat en ontdekkingsreiziger, in Spaanse en Portugese dienst, delen van het continent Amerika. Het continent werd vervolgens naar hem genoemd. In die tijd gingen er stilaan stemmen op dat het gebied dat Christoffel Columbus had ontdekt, niet zomaar Azië was, zoals Columbus tot zijn dood had volgehouden. Vespucci was één van de mensen die ervan overtuigd waren dat Columbus een compleet nieuw en onbekend continent had ontdekt. De belangrijkste reden achter de Spaanse ontdekkingsreizen was dan ook opheldering brengen in deze kwestie. Vespucci beweerde zelf vier reizen te hebben gemaakt, maar tegenwoordig wordt echter vermoed dat de eerste reis niet werkelijk heeft plaatsgevonden, maar dat Vespucci hem 'bedacht' heeft op basis van de tweede reis, mogelijk om zo te kunnen beweren dat hij vóór Christoffel Columbus het vasteland van Zuid-Amerika ontdekt had.

 

  

**********