**********

De Nieuwe tijd

van 1.500 tot nu

Zestiende eeuw

Aan het einde van de 15e en het begin van de 16e eeuw ontstaat in Engeland en Schotland een aantal verenigingen die regelmatig samenkomen om te vergaderen. Vooral in Schotland was dit populair omdat de Schotse reformatie elke vorm van gezelligheid en verenigingsleven uit de godsdienstbeleving verbannen had. Deze vergaderingen hebben enerzijds een sociaal en gezellig karakter. Anderzijds hebben deze vergaderingen een inhoudelijk of filosofisch karakter. Men komt samen rond een bepaald inhoudelijk thema. Burgers en notabelen met veel tijd en geld wensen zich te profileren en te ontplooien. De voorgeschiedenis van de vrijmetselarij is speculatief. Bekend is de band met de oorspronkelijk Engelse en Schotse steenhouwersgilden die met afspraken en gebaren hun beroep afschermden. Slechts vanaf het begin van de 18e eeuw kan enige objectiviteit in de geschiedenis van de vrijmetselarij worden geschetst.

Met de uitvinding van de musket wordt de ridder overbodig. Want een kogel uit een musket kan de krachtige wapenrusting van een ridder vanaf 200 meter afstand doorboren. De eerste geweren zijn wel erg zwaar en moeilijk te bedienen, een goedgetrainde soldaat doet er 10 tot 15 minuten over om zijn musket te laden.

1502 AD koerste Columbus, na een vlotte oversteek van de Atlantische Oceaan, naar Santo Domingo, waar Nicolas De Ovando (1451 - 1511), een Spaans conquistador, hem de toegang tot de haven ontzegde. De Ovando negeerde Columbus' waarschuwing voor een naderende orkaan. Terwijl Columbus zich schuilhield in een naburige baai, vertrok de rijk beladen retourvloot naar Spanje. Negentien schepen met vijfhonderd opvarenden vergingen in de storm. Ironisch genoeg vervoerde het enige behouden schip Columbus' aandeel van de inkomsten van de kolonie. Santo Domingo werd praktisch met de grond gelijk gemaakt. Columbus stak in westwaartse richting de Caraïbische Zee over totdat hij een maand later aankwam bij de Islas de la Bahía voor de kust van Honduras. De overtocht was een riskante aangelegenheid vanwege de vele koraalriffen, grillige stromingen en het stormachtige weer. De inheemse bevolking hier had een duidelijk hoger beschavingspeil dan die op de eilanden. Columbus trof er handelaren die waarschijnlijk Maya's van het schiereiland Yucatán waren. Hij besloot echter niet verder naar het westen door te zetten, maar de kust in oostelijke richting te volgen, op zoek naar een doorgang. Het kostte Columbus vier maanden om de 1500 kilometer tot Panama af te leggen langs deze snikhete, door malaria en tropische stortbuien geteisterde kuststrook. In Panama vond hij een goudrijke streek, die hij Veragua doopte. De schepen werden ondertussen aangevreten door paalworm en de meeste opvarenden waren ziek. Ook Columbus werd ziek en lag enige tijd in coma. Na vijandelijkheden met de lokale Indianen zette Columbus koers in de richting van Hispaniola. De schepen strandden echter op Jamaica, te lek om nog verder te varen. Twee bemanningsleden voeren met een kano naar Santo Domingo om hulp te vragen, maar Nicolás de Ovando gaf geen krimp. Tijdens zijn verblijf op Jamaica kon Columbus de Taíno, een indianenvolk, te overhalen hem van voedsel te blijven voorzien omdat hij met succes een maansverduistering wist te voorspellen met behulp van de tabellen van Regiomontanus. In 1504 kwam er hulp voor de schipbreukelingen en Columbus zette weer koers naar Spanje.

1504 AD wordt Johanna van Castilië, vrouw van Filips de Schone, Konigin van Castilië.

1506 AD wordt Karel V (1500 - 1558), zoon van Filips de Schone en Johanna van Castilië de waanzinnige, op 6-jarige leeftijd Heer van de Nederlanden, en later koning van Spanje, en daarna Rooms Duits koning en keizer en aartshertog van Oostenrijk. Zijn grootvader Maximiliaan trad op als regent van de Habsburgse Nederlanden en benoemde zijn dochter Margaretha van Oostenrijk (1480 - 1530) als landvoogdes. Zij resideerde in Mechelen en maakte de stad tot feitelijke hoofdstad van de Habsburgse Nederlanden.

1508 AD wordt Maximiliaan I van Oostenrijk door Paus Julius II gekroond tot Keizer van het Heilige Roomse Rijk. De gesloten Vrede van Kamerijk, tussen Margaretha van Oostenrijk en Lodewijk XII van Frankrijk is gunstig voor Oostenrijk en voor de Nederlanden.

Michelangelo di Lodovico Buonarroti Simoni (1475 - 1564), beter bekend onder alleen zijn voornaam Michelangelo, een Italiaans kunstschilder, beeldhouwer, architect en dichter, wordt beschouwd als een van de belangrijkste kunstenaars uit de Italiaanse renaissance. Wanneer Paus Julius II besluit dat er een nieuw fresco geschilderd moet worden op het plafond van de Sixtijnse kapel, contracteerde hij Michelangelo, hoewel deze zich tot dan toe vooral met beeldhouwen bezig had gehouden. Michelangelo schilderde de fresco's voor een bedrag van 3000 dukaten.

Rafaël (1483 - 1520), een Italiaanse kunstschilder en architect uit de hoogrenaissance, heeft naast fresco's, altaarstukken en portretten ook ontwerpen gemaakt voor kerken, palazzo's en wandtapijten. Mogelijk was hem ter ore gekomen dat er in het Vaticaan, destijds onder paus Julius II, privévertrekken waren die opnieuw gedecoreerd moesten worden. Rafaël was in Rome onder meer verantwoordelijk voor de decoratie van vier zalen in het Apostolisch paleis in Vaticaanstad, de Stanza della Segnatura, de Stanza di Eliodoro, de Stanza dell' Incendio en de Sala di Costantino. Al heel snel gold hij in het Vaticaan, op Michelangelo na, als de belangrijkste kunstenaar. Hij zou er de rest van zijn korte leven blijven. De eerste zaal, de Stanza della Segnatura (1509 - 1511), is gewijd aan het menselijk verstand en bevat onder meer twee grote fresco’s, De Atheense school en de Disputa, dat een groep klassieke filosofen toont met in het midden Plato en Aristoteles. Het tweede fresco is vergelijkbaar van opbouw en beeldt christelijke theologen af, gegroepeerd onder Jezus. De tweede zaal, de Stanza di Eliodoro (1511 - 1514), heeft als thema de goddelijke interventie. De mate van betrokkenheid van Rafaël bij de andere twee zalen is onduidelijk. Het eigenlijke werk zou vooral door assistenten zijn gedaan.

1509 AD wordt Hendrik VII van Engeland, opgevolgd door zijn zoon Hendrik. De jonge Hendrik VIII (1491 - 1547) werd opgevoed onder invloed van de opkomende renaissance en was een talentvol componist, jager en toernooiridder. In het begin van zijn regering voerde Hendrik VIII oorlog met Frankrijk.

Erasmus (1466 - 1536), een Hollands priester, augustijner kanunnik, theoloog, filosoof, schrijver en humanist, publiceert Lof der zotheid een kritiek op geestelijken en vorsten, dat hij opdraagt aan Thomas More (1478 - 1535), een Engels jurist, staatsman, filosoof en humanist, die in 1516 het boek Utopia, over een onbestaand eiland waar er geen privé bezit was, schreef.

1511 AD richte Paus Julius II (1443 - 1513) de Heilige Liga op, een alliantie met als doel de Franse macht in Italië te breken. Hendrik VIII zag de Heilige Liga als een mogelijkheid om zijn bezit in Noord-Frankrijk te vergroten en sloot zich daarom bij de Liga aan. De Engelsen versloegen een Frans leger in de Slagbij Guinegate terwijl koning Jacobus IV van Schotland (1473 - 1513), een bondgenoot van koning Lodewijk XII, Noord Engeland binnen viel maar de invasie werd beëindigd toen Jacobus in 1513 om het leven kwam.

Diego Velázquez de Cuellar (1465 - 1524) was een Spaanse conquistador en gouverneur van Cuba. Hij kwam aan in de Nieuwe Wereld als bemanningslid van Christoffel Columbus en leidde de verovering van het eiland Cuba, hij bouwde een villa op de plaats van de huidige stad Baracoa, wat hiermee de oudste Europese vestigingsplaats op Cuba is. Verder stichtte Velázquez de steden Havana en Santiago de Cuba. Hij gaf toestemming aan Francisco Hernández de Córdoba voor verkenningen naar het westen (Yucatán) en aan Hernán Cortés (Mexico). Nadat Cortés een aparte kolonie in Mexico had gesticht om niet meer onder Velázquez te vallen, stuurde Valázquez een leger op hem af. Dit leger werd echter verslagen en de meeste soldaten liepen over naar Cortés. De eerste bereikten Spanjaarden Meso-Amerika.

1514 AD vertrok Hernando de Soto (1497 - 1542), een Spaanse conquistador, die zocht naar rijkdommen in het zuidoosten van de huidige Verenigde Staten, naar Amerika met de expeditie van Pedro Arias Davila, ook een Spaanse conquistador, die als Gouverneur de stad Panama stichtte. De Soto maakte in de jaren 20 zijn kapitaal dankzij een grote rol in de slavenhandel vanuit Nicaragua en Panama. Later had hij een belangrijke rol in de verovering van Peru door Francisco Pizarro (1478 - 1541), die hij van schepen voorzag. De Soto versloeg de Inca's in de slag bij Cajamarca (1532) en veroverde Cuzco.

1515 AD eindigde de taak van Margaretha van Oostenrijk toen Karel V tijdens een plechtige vergadering van de Staten-Generaal meerderjarig werd verklaard, ondanks dat hij dat toen nog niet was. Margaretha bleef een belangrijke rol spelen, omdat Karel V aan een lange rondreis door zijn Rijk begon tijdens dewelke in vele steden de traditionele Blijde Inkomst plaatsvond ter inhuldiging van de nieuwe vorst.

1516 AD wordt Johanna van Castilië, de waanzinnige, koningin van Aragon maar haar zoon Karel V neemt het regentschap over en wordt alzo koning van Spanje.

1517 AD spijkert Maarten Luther (1483 - 1546), een Augustijner monnik en een Duits protestantse theoloog en reformator, zijn 95 stellingen tegen de deur van de kerk in het Duitse Wittenberg, dit is het begin van de Reformatie, het ontstaan van protestantse kerken. Luther werd geconfronteerd met mensen die hun zonden kwamen biechten en daarna hun aflaten lieten zien, zodat hij ze als biechtvader geen boetedoening kon opleggen en slechts de absolutie kon geven. Voor het kwijtschelden van straf voor zonden door de Paus was biecht, berouw en vergiffenis nodig, maar het aankopen van de aflaat was voldoende om de zondestraffen kwijtgescholden te krijgen zonder grote persoonlijke inzet. Luther vond dit een misstand en wilde dit aanklagen en rechtzetten, en ging er ten onrechte van uit dat de Paus de misbruiken van de aflaatverkoop ook zou veroordelen.

Het Ottomaanse Rijk, een wereldmacht met als centrum Constantinopel, verovert de rest van Mammelukkenrijk in Egypte.

1519 AD leidt Ferdinand Megellaan (1480 - 1521), een Portugese ontdekkingsreiziger, in Spaanse dienst de eerste zeilreis rond de wereld. De Armada de Moluccas verliet Cadiz en bestond uit vijf schepen, het vlaggenschip Trinidad en de schepen San Antonio, Concepción, Victoria en Santiago. Uit angst voor onderschepping door een Portugese vloot koos Magellaan voor een zuidelijke koers richting Kaapverdische Eilanden en zette daarna koers naar Brazilië. De expeditie bereikte de Río de la Plata, maar vond hier geen doorgang. Verder naar het zuiden belandde de vloot in terra incognita. Magellaan bedwong een muiterij van drie schepen en overmeesterde de muitende schepen één voor één. De Spanjaarden vonden de zeestraat tussen Vuurland en het vasteland van Zuid-Amerika dat later de naam kreeg "Straat van Magellaan". Magellaan bereikte na 38 dagen varen de Stille Oceaan. De drie overgebleven schepen begonnen aan de reis over de onbekende oceaan. Uiteindelijk voltooide slechts één schip de reis rond de wereld, de zwaar gehavende Victoria kwam, zonder Magellaan die op de Filipijnen werd gedood, op 6 september 1522 in Spanje aan met nog slechts 18 van de 237 bemanningsleden.

Hernán Cortés (1485 - 1547) onderwerpt de Azteken en ook de rest van Meso-Amerika wordt in rap tempo veroverd, al zou het nog decennia duren voordat de indianen in de bergen van Oaxaca of de wouden van Yucatán definitief waren onderworpen. Hernán Cortés voer de rivier de Grijalva, op de grens van Mexico en Guatemala, op en eiste de nederzetting Potonchán op voor de vorsten van Spanje. De inwoners vielen de veroveraars aan, maar toen deze enkele kanonnen aan land konden zetten, joeg het gebulder hen op de vlucht. Cortés nam de stad in en hernoemde haar Santa María de la Victoria. Enkele dagen later kwam het opnieuw tot strijd en merkte hij dat ruiters te paard nog meer indruk maakten, opnieuw sloegen de indianen op de vlucht en enkele dagen later kwam een delegatie terug met geschenken. Er volgde een formele onderwerping. Onder de twintig dienaressen die deel waren van de geschenken, was ook Malinali bijgenaamd La Malinche, een Azteeks meisje dat de geliefde werd van Cortés. Ze sprak Maya en Nahuatl en weldra ook Spaans, en zou een uiterst loyale en competente gezel worden op zijn veroveringstocht door het Azteekse rijk.

1520 AD wilde Keizer Maximiliaan I zijn lijn voortzetten en schoof daarom zijn kleinzoon Karel V als zijn opvolger naar voren. Koning Frans I van Frankrijk (1494 - 1547) presenteerde zichzelf als tegenkandidaat en na het overlijden van Maximiliaan I steunde steunde Paus Leo X (1475 - 1521), bedreigd door Spaanse troepen, de Franse kandidaat. De keurvorsten steunden beide kandidaten, met uitzondering van Frederik III van Saksen. Vóór zijn dood had Maximiliaan al 500.000 florijnen aan de keurvorsten beloofd in ruil voor hun stem, maar Frans I bood tot drie miljoen, waarna Karel V terugsloeg door grote bedragen te lenen van de bankier Jakob Fugger. De uiteindelijke uitkomst werd echter niet bepaald door exorbitante bedragen aan smeergeld. De algemene weerstand onder de bevolking tegen een Franse keizer gaf de keurvorsten een pauze en toen Karel V een leger op de been bracht, kozen zij hem uiteindelijk tot Rooms-Duitse koning, als vijfde met de naam Karel. Karel V werd plechtig tot Rooms-Duitse koning gekroond in de Dom van Aken. Hij vaardigt het Eerste plakkaat tegen de Lutheranen uit en de rest van zijn leven zal Karel V twee oorlogen voeren, die tegen de Reformatie en die tegen Frankrijk, beide op Nederlandse bodem.

1522 AD stelt Karel V in de Nederlanden naar Spaans voorbeeld de inquisitie in. Mechelen ontving het eerste plakkaat.

1530 AD wordt Karel V in Bologna door Paus Clemens VII tot keizer van het Rooms-Duitse Rijk getroond, waarna hij zich, in navolging van zijn grootvader, tevens "gekozen Rooms keizer" (Erwählter Römischer Kaiser) noemde. Hendrik VIII van Engeland was ook kandidaat voor het keizerschap van het Heilige Roomse Rijk maar hij moest uiteindelijk het onderspit delven. Na de dood van Margaretha van Oostenrijk benoemt Karel V zijn zuster en dochter van Filips de Schone en Johanna van Castilië de waanzinnige, Maria van Hongarije (1505 - 1558) als landvoogdes van de Nederlanden. De stadhouders en de hoge adel moeten onder haar gezag veel van hun macht inleveren.

1531 AD stelt Keizer Karel V het Eeuwig Edict op dat de basis vormt voor de wetgeving van de Nederlanden. Maria van Hongarije is echter niet geheel afkerig van de Reformatie. Een nieuw edict stelt de Anabaptisten, een andere staatsgevaarlijke sekte die geweld prediken om door het zwaard 'het rijk des Heren' te stichten, buiten de wet door ieder die hun leer aanhangt met de dood te straffen.

Huldrych Zwingli (1484 - 1531) één van de leiders van de Zwitserse Reformatie was min of meer onafhankelijk van Maarten Luther maar kwam door het bestuderen van de Bijbel vanuit humanistisch oogpunt tot vergelijkbare conclusies aangaande kerk en geloof. Zwingli's vertaling van de Bijbel, de Froschauer Bijbel uit 1531, was het resultaat van Zwingli's opvatting dat de hele Bijbel vanuit de grondtalen moest worden verstaan. Hiertoe organiseerde hij met behulp van taalgeleerden bijbelstudiebijeenkomsten om tot een juiste lezing en interpretatie van de Bijbel te komen.

1533 AD werd de oorlog met Frankrijk beëindigd en de problemen in het privéleven van Hendrik VIII gaven de geschiedenis van Engeland een radicale wending. Toen Hendrik VIII Anna Boleyn leerde kennen zocht hij naar een manier om zich van zijn eerste vrouw Catharina van Aragon, met wie hij een dochter Mary had, de latere Mary I, te laten scheiden. Hierbij werd hij geholpen door zijn Lord Chancellor, kardinaal Thomas Wolsey (1471 - 1530), die met de Bijbel in de hand argumenten verzamelde om het huwelijk te ontbinden. Catharina vocht de scheiding aan bij Paus Clemens VII die weigerde zijn goedkeuring te geven aan de scheiding. Tot dit moment had Hendrik VIII zich ijverig toegewijd aan het uitroeien van de reformatie in Engeland, hij had zelfs de titel Verdediger van het Geloof ontvangen van Paus Leo X. Na de afwijzing van de scheiding door de Paus weigerde kardinaal Wolsey alle verdere medewerking aan de plannen van de koning. Zijn opvolger als Lord Chancellor was de pragmatische filosoof Thomas More, ook hij kon zich niet vinden in de scheiding van Catharina en de verwijdering tussen de koning en de Kerk. Het huwelijk tussen Hendrik VIII en Catharina werd ontbonden door bisschop Thomas Cranmer (1489 - 1556) en een jaar later voerde Hendrik de Act of Supremacy in, waardoor hij het hoofd van de Anglicaanse Kerk werd. Hij maakte zich hiermee los van de Katholieke Kerk. Niets stond een huwelijk tussen hem en Anna Boleyn (1501 - 1536) toen meer in de weg. Dit betekende evenwel nog geen breuk tussen de Kerk van Engeland en de katholieke traditie. Hendrik handhaafde de katholieke liturgie. In de ogen van de Paus en de meeste katholieken stond het handelen van Hendrik VIII gelijk aan geloofsafval en ketterij. Het Engelse Parlement werkte gewillig mee aan de breuk.

De Frans-Zwitserse theoloog Johannes Calvijn (1509 - 1564) zou zich ontpoppen als de belangrijkste protestantse hervormer van Europa. De beweging van Calvijn, die later het calvinisme genoemd zou worden, zorgde voor een tweede reformatorische golf, nadat aanhangers van het lutheranisme van Maarten Luther de eerste vervolgingen door de Rooms-Katholieke Kerk hadden ondervonden. Het calvinisme kreeg weerklank in de Nederlanden, Zwitserland, Schotland en Frankrijk (hugenoten) en werd via het kolonialisme geëxporteerd naar overzeese gebieden in Amerika en zuidelijk Afrika.

1534 AD werd de Sociëteit van Jezus, bekend als de jezuïeten, een katholieke religieuze orde in Parijs opgericht door een groep studievrienden rond Ignatius van Loyola (1491 - 1556). Het doel van de jezuïeten was en is hulp aan de naaste. Jezuïeten leven doorgaans niet in kloosters, maar in gewone huizen, jezuïetenhuizen genaamd. Zij hebben geen eigen ordekleed. Net als veel andere orden leggen zij geloften af van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid. Zij onderscheiden zich van andere orden vooral door een bijzondere gelofte van gehoorzaamheid aan de paus voor de zending en vallen niet onder het gezag van een bisschop. De jezuïeten richtten zich in het verleden vooral op onderwijs en bekering.

1535 AD werd Thomas More wegens hoogverraad onthoofd. Hendrik VIII verbrak de eeuwenoude banden met Rome en een staatskerk, die volledig ondergeschikt was aan de monarchie, werd ingevoerd. Het was vooral Thomas Cromwell (1485 - 1540), een Engels staatsman, die de maatregelen bedacht en uitvoerde.

1536 AD wordt Wales door het koninkrijk Engeland geannexeerd, en in hetzelfde jaar wordt Anna Boleyn, de moeder van de latere Elizabeth I, onthoofd. Nog geen maand later hertrouwde Hendrik VIII, deze keer met Jane Seymour. Zij baarde een zoon, de latere Eduard VI, maar stierf 12 dagen later in het kraambed. Zijn volgende vrouw was Anna van Kleef, de koning scheidde van haar tijdens het eerste jaar van het huwelijk. Vervolgens huwde hij Catharina Howard, die in 1542 werd onthoofd. Hendriks laatste huwelijk, en wellicht ook zijn gelukkigste, was met Catharina Parr.

1539 AD dringen de Spanjaarden als eerste Europeanen noordelijk Amerika binnen. Deze hadden zich voordien gevestigd in Mexico. Op het moment dat zij het noorden verkenden, bestond het huidige grondgebied van de Verenigde Staten hoofdzakelijk uit uitgestrekte wouden, prairies en woestijnen. Hernando de Soto, een Spaans conquistador, trok Florida binnen en begon een expeditie door het zuidoosten. Zijn expeditie leverde niet de rijke buit op die hij ervan voorspeld had en dit maakte voorlopig een eind aan Europese inmenging. Toch had het contact een belangrijk gevolg, de invoering van het paard. Dit dier zou het leven van de bevolking van de uitgestrekte prairie sterk veranderen. In het gebied ten noorden van Mexico leefden naar schatting ongeveer een half miljoen indianen op het moment dat de kolonisatie vanuit Europa begon. Hun leefwijzen verschilden sterk, sommigen waren nomaden, anderen leefden sedentair. Zowel landbouw, jacht als visserij werden door hen bedreven. Er bestonden meer dan zeshonderd indianentalen.

In Frankrijk heeft Koning Frans I als renaissance-vorst bij uitstek, veel gedaan voor de nationale cultuur en de verdere centralisatie van het bestuur, met name door de stichting van het Collège de France en het invoeren van het Frans als officiële taal. Het sinds de 14e eeuw uit de Langues d'oïl, respectievelijk het Oudfrans voortgekomen Middelfrans kreeg daarmee definitief de overhand op de zuidelijke Langue d'Oc. Er werd een serieus begin gemaakt met het structureren van de Franse grammatica. Er verschenen ook woordenboeken.

1542 AD begint Keizer Karel V een oorlog met koning Frans I van Frankrijk en vraagt de steun van landvoogdes Maria van Hongarije maar zij wil, naar Margaretha's voorbeeld, de neutraliteit van de Nederlanden handhaven, Karel V weigert dit en hij weigert ook het ontslag dat zij hem aanbood.

1543 AD stelde  Nicolaas Copernicus (1473 - 1543), een wiskundige en astronoom, een heliocentrisch model van het universum op waarbij de zon, in plaats van de aarde, in het centrum van de toen bekende planeten en vaste sterren werd geplaatst. De uitgave van Copernicus' boek "Over de omwentelingen van de hemellichamen", net voor zijn dood, wordt beschouwd als een belangrijk moment in de wetenschapsgeschiedenis. Hiermee begon de Copernicaanse revolutie en het boek droeg bijzonder veel bij aan de wetenschappelijke revolutie.

Andreas Vesalius (1514 - 1564), een Vlaamse arts, schrijft zijn boek over het menselijk lichaam en Gemma Frisius (1508 - 1555), een Nederlands geograaf, wiskundige en arts, ontwikkelt de camera obscura, de eerste camera.

De Zeventien Provinciën, waarmee de Habsburgse Nederlanden werden aangeduid nadat Keizer Karel V het hertogdom Gelre had ingelijfd, verenigen zich. Het was er een min of meer aaneengesloten en afgerond geheel van landheerlijkheden.

1545 AD speelde John Knox (1514 - 1572), een Schots kerkhervormer, een belangrijke rol in de reformatie van de kerk in Schotland, die hij hervormde tot een presbyteriaanse kerk. Kenmerkend voor deze kerken is dat taken die in episcopaalse kerken zijn voorbehouden aan een bisschop, hier worden uitgeoefend door leken. Deze leken worden presbyters of ouderlingen genoemd. De opvattingen van presbyterianen zijn gebaseerd op het gedachtegoed van Johannes Calvijn en vallen dan ook onder het calvinisme. Presbyteriaanse theologie benadrukt doorgaans de soevereiniteit van God, het gezag van de Schrift en de noodzaak van genade door het geloof in Christus.

1547 AD was Eduard VI (1537 - 1553), zoon van Hendrik VIII en Jane Seymour, slechts negen jaar oud toen zijn vader stierf en hij hem opvolgde. De rol van de jonge koning werd beperkt tot het zuiver ceremoniële.

1548 AD worden de Zeventien Provinciën onafhankelijk, door de Transactie van Augsburg, en maken zich los van het Rooms Duitse Rijk.

1550 AD vaardigt Karel V in de Nederlanden het Bloedplakkaat uit tegen de wederdopers of anabaptisten. Hiermee wordt het drukken, schrijven, verspreiden en bezitten van ketterse boeken en afbeeldingen, het bijwonen van ketterse bijeenkomsten, het prediken van een tegendraadse religie en het huisvesten van ketters, met de doodstraf en inbeslagname van alle goederen bestraft. Door dit nieuw Bloedplakkaat worden ketters en anabaptisten met de doodstraf bestraft. Anabaptisme is een kerkelijke stroming uit de tijd van de Reformatie. Zij verschilt van andere reformatorische bewegingen doordat zij stelt dat alleen gelovigen gedoopt mogen worden. Omdat destijds iedereen al als kind was gedoopt, moest men opnieuw worden gedoopt door volwassen gelovigen. Daarom worden zij ook wel wederdopers genoemd.

1553 AD wordt Jane Grey (1537 - 1554), een Engelse adellijke vrouw en achterkleindochter van Hendrik VII, op 15-jarige leeftijd gedurende negen dagen koningin van Engeland. Zij wordt ook weleens "The Nine Days' Queen" genoemd. Nadat Jane was afgetreden, leek het erop dat haar leven zou worden gespaard door Maria I Tudor (1516 - 1558), dochter van Hendrik VIII, die nu de troon had bestegen als Maria I van Engeland. Zij stuurde John de Feckenham naar Jane in een poging om haar te bekeren tot het katholicisme. Jane weigerde en nog geen jaar later werd zij ter dood veroordeeld en onthoofd. Mary I, de oudste dochter van Hendrik VIII en zijn eerste vrouw Catharina van Aragon, probeerde tevergeefs het katholicisme in Engeland te herstellen. Bekend was dat Mary geen groot politica was, zij wilde Filips II van Spanje huwen om steun te vinden bij haar streven het rooms-katholieke geloof in Engeland weer de overhand te geven. Het huwelijk stuitte op verzet en er brak een opstand uit. Na de onderdrukking daarvan huwde Mary in 1554 toch met Filips II. Ondertussen begon de hevige vervolging van de protestanten waardoor zij haar bijnaam "Bloody Mary" kreeg. Mary voelde weinig voor deelname aan de reeds tientallen jaren durende oorlog van Spanje tegen Frankrijk, die ook door het Engelse parlement niet gewenst werd. Filips II had Mary I vooral gehuwd om Engeland tot bondgenoot te krijgen en tijdens een kort verblijf in Engeland wist hij haar een oorlogsverklaring aan Frankrijk af te dwingen. Dit was de laatste keer dat zij haar echtgenoot zag. Filips' aandacht werd opgeëist door de vele problemen in zijn eigen land en door de toenemende dreiging van het Ottomaanse Rijk.

1556 AD neemt Filips II van Spanje (1527 - 1598), zoon van Karel V en Isabella van Portugal, koning van Spanje, prins van Asturië, Koning van Engeland door zijn huwelijk met Maria Tudor, Heer van de Nederlanden, Koning van Spanje, Sicilië, Napels en Sardinië en Hertog van Luxemburg en Koning van Portugal, de regering van de Nederlanden over. Filips trouwde, op bevel van zijn vader met de Engelse koningin Maria I, om Engeland als bondgenoot te krijgen in de voortslepende Italiaanse Oorlogen tegen Frankrijk en om Maria een katholieke troonopvolger te bezorgen en daarmee haar protestantse jongere halfzuster Elizabeth van de troon weg te houden. Dit koninklijk paar verwierf in Engeland beruchtheid met felle vervolgingen van protestantse ketters.

Keizer Karel V verdeelt zijn rijk tussen zijn zoon Filips II van Spanje en zijn broer Ferdinand I (1503 - 1564), waarmee het huis Habsburg een Spaanse tak en een Oostenrijkse tak krijgt. De Nederlanden worden vanaf nu de Spaanse Nederlanden genoemd.

1558 AD was, na de dood van Maria I, de verhouding tussen Spanje en Engeland verder verslechterd, niet alleen wilde Elizabeth I van Engeland (1533 - 1603), dochter van Hendrik VIII en Anna Boleyn,  niet met Filips II trouwen maar zij bevorderde ook het protestantisme in haar eigen land. De katholieke Schotse koningin Maria Stuart (1542 - 1587) was door Maria Tudor aangewezen als haar opvolgster op de Engelse troon. Zij kwam echter in eigen land ten val vanwege haar rampzalige keuzes van huwelijkspartners en moest daarom naar Engeland vluchten en bescherming vragen aan haar aartsrivale Elizabeth I. Mary I stierf kinderloos en de zo gewenste katholieke troonopvolger kwam er dus niet. Zij heeft nog moeten meemaken dat Calais, de laatste Engelse bezitting in Frankrijk, verloren ging omwille van Filips' begonnen oorlog tegen Frankrijk. Toen Elizabeth I koningin van Engeland werd fungeerde ze als een nationaal symbool. In Engeland had zich inmiddels een sterk nationaal bewustzijn ontwikkeld. Veel Engelsen waren ervan overtuigd tot een 'uitverkoren volk' te behoren. Veel meer dan haar voorgangers zag Elizabeth I zich gedwongen rekening te houden met de wensen van het parlement. In economisch opzicht liep Engeland duidelijk achter op de Nederlandse Republiek.

Frans I van Frankrijk voerde veel oorlog met zijn grootste rivaal, de Habsburger Karel V, die hem van vele kanten kon belagen, omdat hij zowel keizer van Duitsland, heer van de Nederlanden als koning van Spanje was en ook veel invloed in Italië had. De inzet van de Italiaanse Oorlogen van 1494 tot 1559 was het doorbreken van de omsingeling van Frankrijk door Karel V en diens Spaanse, Oostenrijkse en Duitse erfgenamen.

1559 AD wordt Margaretha van Parma (1522 - 1586), dochter van Keizer Karel V en Johanna van de Gheynst, landvoogdes van de Spaanse Nederlanden maar ook Kardinaal Granvelle (1517 - 1586) vergroot zijn macht en wordt haar vertrouwde topadviseur. De hoge adel met Prins Willem van Oranje (1533 - 1584), Lamoraal graaf van Egmont (1522 - 1568) en Filips graaf van Horne (1524 - 1568), richt zich vooral tegen haar adviseur Granvelle en schrijven een protestbrief aan Filips II. Zij sluiten zich aan in de Liga tegen Granvelle en wisten Granvelle weg te werken, waarna hun invloed op de landvoogdes toenam. Hierna konden zij zich weer richten op de godsdienstkwestie. Met de Vrede van Cateau-Cambrésis wordt verwezen naar twee vredesverdragen, het eerste verdrag sloot vrede tussen Engeland en Frankrijk en het tweede en belangrijkste werd gesloten tussen Frankrijk en Spanje en maakte een einde aan de al tientallen jaren slepende Italiaanse Oorlogen, die vooral gingen om de hegemonie in Italië. Beide mogendheden waren uitgeput en koning Filips II van Spanje en koning Hendrik II van Frankrijk (1519 - 1559) zagen in dat zij als katholieke vorsten met het in die tijd opkomende protestantisme een reden te meer hadden om vrede te sluiten. Italie valt onder bestuur van de Spaanse Habsburgers. Dit jaar ontstaat er een economische malaise doordat Filips II een opschorting van rentebetalingen invoert en een blokkade van de wolimport uit koninkrijk Engeland beveelt. Tevens breekt er een hongersnood uit door de zware winter die zorgde voor een slechte oogst in Frankrijk en de Nederlanden.

1562 AD verenigen Willem van Oranje, ook Willem de Zwijger en in Nederland "Vader des Vaderlands" genoemd, Filips van Montmorency, de graaf van Hoorne en Lamoraal I van Gavere, de graaf van Egmont, zich in de Ligue der Groten of het Driemanschap of het Driemanschap tegen Granvelle, en schrijven opnieuw en protestbrief aan Filips II over het optreden van heer Granvelle. Toch volgt de installatie van Granvelle als bisschop van Mechelen. De Ligue heeft zich tevergeefs tegen zijn benoeming verzet.

In Frankrijk breekt de eerste godsdienstoorlog uit. Er stromen massaal hugenoten toe in de Nederlanden, waar ze gedoogd worden. De protestantse Reformatie leidde tot felle conflicten in West- en Centraal-Europa, in Frankrijk  woedden er in maar liefst acht Hugenotenoorlogen van 1562 tot 1598. Het was een tijd waarin Frankrijk het lijdend voorwerp was van interventie, vooral van Spanje, dat toen op het hoogtepunt van zijn macht was en Frankrijk van het protestantisme wilde redden. Engeland intervenieerde ten gunste van de protestanten. Frankrijk deed pogingen om banden aan te gaan met opkomende protestantse anti-Spaanse mogendheden Engeland en de jonge Nederlandse Republiek door de kroonprins Frans van Anjou in te zetten, maar die liepen op niets uit, vooral omdat hij katholiek was. Koning Filips II probeerde zijn dochter Isabella van Spanje eerst tot hertogin van Bretagne uit te laten roepen en later zelfs tot koningin van Frankrijk, maar ook deze plannen liepen op niets uit. In die tijd liep Frankrijk een achterstand op ten opzichte van de Spanjaarden, Portugezen en Engelsen in koloniale expansie en ontdekkingsreizen.

1565 AD beveelt Filips II zijn halfzus, Margaretha van Parma, de uitvoering van de ketterplakkaten. Een Eedverbond van de Edelen biedt echter de landvoogdes het "Smeekschrift van de Edelen" aan, om de Inquisitie te beperken en een verzachting van de vervolgingen te komen. Margaretha van Parma schort de vervolgingen op, waardoor de gevluchte protestanten terugkeren en er een Beeldenstorm door de Lage Landen raast, de Nederlandse Opstand was uitgebroken en er heerst hongersnood in de Nederlanden.

1566 AD kent het Ottomaanse Rijk een periode van crisis en komt in verval. De vloot van Spanje en een aantal Zuid-Europese bondgenoten brachten de Ottomanen aan de westkust van Griekenland een zware nederlaag toe. Dit is nog steeds één van de grootste zeeslagen uit de geschiedenis, die tot op de huidige dag in katholieke landen herdacht wordt met het luiden van het Angelus, een katholiek gebed dat van oudsher driemaal daags gebeden wordt, om zes uur 's morgens, twaalf uur 's middags en zes uur 's avonds. Waar voorheen de gelovigen hun werkzaamheden stopten om te bidden is dit gebruik grotendeels in onbruik geraakt.

1567 AD wordt Fernando Alvarez de Toledo, de Hertog van Alba, (1507 - 1582), beter bekent als Alva, door Filips II naar de Nederlanden gestuurd met een leger en onbeperkte bevoegdheid om orde op zaken te stellen. Aanvankelijk was de Hertog van Alva alleen aangesteld als 'probleemoplosser', maar de zittende landvoogdes Margaretha van Parma was zo ontzet door zijn hardhandige optreden, dat zij aftrad en terugkeerde naar Italië. De Hertog van Alva volgde haar toen op als landvoogd. Vrijwel direct na zijn aankomst in Brussel richtte de Hertog van Alva de Raad van Beroerten op, die in de volksmond al snel bekend stond als "de Bloedraad". Terwijl Willem van Oranje besloot de Nederlanden te ontvluchten, bleven de graven van Egmont en Hoorne ter plaatse. Hoewel de Graaf van Egmont tot het einde toe katholiek bleef en trouw aan de Spaanse koning, werd hij samen met de Graaf van Hoorne op last van de Hertog van Alva ter dood veroordeeld. De onthoofding in 1568 van de graven van Egmont en Hoorne leidde tot groot protest in de Nederlanden en wordt wel beschouwd als het begin van de gewapende Nederlandse Opstand tegen de Spanjaarden. Willem van Oranje trok zijn lessen uit de situatie en werd als Willem de Zwijger de spil van het verzet tegen de koning.

1568 AD begin van de Tachtigjarige oorlog (1568 - 1647) een strijd in de Nederlanden, in een van de rijkste Europese gebieden, de Spaanse Nederlanden en hij richtte zich tegen een wereldmacht, het Spaanse Rijk onder leiding van koning Filips II, landsheer van de Nederlanden, en zijn opvolgers Filips III en Filips IV. Aanvankelijk trokken de Zeventien Provinciën gezamenlijk op tegen de Spaanse overheerser maar geleidelijk groeiden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden uit elkaar, doordat de Reformatie zich in het noorden beter wist te handhaven dan in het zuidelijke deel. Willem van Oranje besluit naar de wapens te grijpen en doet "als Luthers geloofsgenoot" beroep op de Duitse en Engelse Ballingen, dit is de aanzet tot de Tachtigjarige Oorlog, tussen de Nederlandse opstandelingen en het Spaanse Rijk.

1572 AD worden tijdens de Bartholomeusnacht of Parijse bloedbruiloft duizenden hugenoten afgeslacht. De groeiende invloed van de protestanten aan het Franse hof en de daaruit voortvloeiende verzoening tussen koningschap en protestantisme, leidde tot het huwelijk tussen de protestantse leider Hendrik van Navarra (1553 - 1610), de latere  Hendrik IV van Frankrijk, en Margaretha van Valois, dochter van Hendrik II van Frankrijk en Catherina de Medici (1519 - 1589), de jongere zuster van koning Karel IX van Frankrijk (1550 - 1574). De hele protestantse adel was voor deze bruiloft naar het katholieke Parijs gereisd en de voornaamste leden bleven nadien nog in de stad om besprekingen te voeren met de koning. Na de aanslag gepleegd op de protestantse admiraal de Coligny overhaalde Catharina de' Medici, moeder van de bruid, koning Karel IX tot het executeren van de leiders van de protestantse factie. De Zwitserse gardisten van de koning en lijfwachten vermoordden een twintigtal hooggeplaatste protestanten, onder wie admiraal de Coligny. Daarna brak in Parijs een lynchpartij uit waarbij protestanten in de hele stad werden opgejaagd en uitgemoord, vaak met de hulp van de stadsmilities. De slachting duurde enkele dagen en in Parijs werden drieduizend hugenoten vermoord. De golf van geweld verspreidde zich tijdens de volgende maanden doorheen heel Frankrijk.

Onder leiding van Bernard van Merode (1510 - 1591) veroveren Oranje's troepen de stad Mechelen. Enkele maanden later vindt het Bloedbad van Mechelen plaats, Spaanse troepen van Don Frederik, de zoon van Alva, moorden in de stad Mechelen uit. De "Spaanse Furie" komt op gang doordat muitende Spaanse troepen de troepen van de Staten overmeesteren en duizenden gebouwen in brand steken. Willem van Oranje weet direct munt te slaan uit de anti-Spaanse stemming en zal als regeringsleider in de Nederlanden fungeren naast de landvoogd. De zeventien gewesten lijken zich weer verenigd te hebben in hun verzet.

1575 AD worden in de Zuidelijke Nederlanden kloosters en afgelegen boerenwoningen aangerand door bosgeuzen. De burgers en boeren beginnen zich te wapenen tegen plunderaars en het recht in eigen handen te nemen. Bosgeuzen waren aanvankelijk vooral overlevenden van de uiteengejaagde calvinistische benden. Ze werden aangevuld met landvolk en plunderaars, en wisten zich op weinig toegankelijke plaatsen in bossen en moerassen voor de regeringstroepen te verbergen.

1577 AD verzoekt Koningin Elizabeth I, Francis Drake (1540 - 1596) om zich in een geheime missie te richten op de Spanjaarden aan de Pacifische kust van Amerika. Hij viel, na door de Straat van Magellaan te zijn gevaren, de Spaanse schepen aan en veroverde het zilverschip, de Nuestra Señora de la Concepción, met een waarde van 300.000 pond. Daarna zette hij voet aan wal in het noorden van Californië en claimde dit gebied voor de Engelse kroon en hij noemde het Nova Albion. Het lukte hem niet om via het noorden van Amerika weer oostwaarts terug naar Europa te varen. Daarop zeilde Drake westwaarts rond de wereld via de Molukken en Kaap de Goede Hoop. Drie jaar later kwam hij in Engeland terug, zijn schepen volgeladen met specerijen.

1579 AD wordt in de Zuidelijke Nederlanden de Unie van Atrecht getekend, waarbij de adel en de patriciërs, voornamelijk katholiek, zich verzoenen met Filips II van Spanje en in het Noorden, dat voor een groot deel protestants is, wordt de Unie van Utrecht getekend met als doel de Spanjaarden te verdrijven, de scheiding tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden is ingezet.

1580 AD kan in Portugal Filips II, met de hulp van zijn Portugese moeder Isabella van Portugal, en eerste gemalin Maria Emanuela van Portugal, zich mengen in de opvolgingscrisis en met enige moeite kan hij dit land met de bijbehorende koloniën verwerven, wat zijn slagkracht nog verder vergrootte.

De "Engelse Furie" in de Zuidelijke Nederlanden vond plaats tijdens de inname van Mechelen door opstandelingen onder leiding van Olivier van den Tympel, de Staatse burgemeester van Brussel. Deze stelde de schuttersgilden buiten gevecht met hulp van Engelse versterkingen. Dit vormde het begin van vijf jaar calvinistisch bewind in Mechelen.

1581 AD werd in de Nederlanden Filips II met het Plakkaat van Verlatinghe door een aantal noordelijke provinciën als hun heerser afgezet. Het kan worden gezien als de onafhankelijkheidsverklaring van een deel van de Zeventien Provincies.

1587 AD wordt in Engeland Maria I Stuart van Schotland, die daar in ballingschap verbleef, geexecuteerd in opdracht van Elizabeth I wegens samenzwering tegen haar bewind. Wegens staatsgevaarlijke intriges en Elizabeths steun aan de Nederlandse Opstand, brachten Filips II ertoe om een invasie in Engeland te wagen. De Spaans-Engelse Oorlog werd aanvankelijk vooral ter zee uitgevochten. Met een enorme vloot, de Armada, stuurde hij een groot leger naar Engeland. De Armada leed echter door ongunstige wind, ineffectieve tactiek van een onervaren admiraal en weinig geoefende kanonniers een nederlaag. Elizabeths positie was in haar eigen land door deze externe dreiging sterker dan ooit. De Spaanse Armada, de vloot waarmee de Spaanse koning Filips II tijdens de Spaans-Engelse Oorlog probeerde Engeland binnen te vallen voer vanuit Spanje door Het Kanaal om een invasieleger te gaan begeleiden dat op schuiten van Vlaanderen naar Engeland overgezet moest worden. Bij aankomst bleek dat leger zich niet te willen inschepen omdat Nederlandse schepen de havens blokkeerden. Kort daarop werd de wachtende Armada aangevallen door de Engelse vloot en raakte daarbij zo zwaar beschadigd dat besloten werd met een omweg rond Schotland weer naar huis terug te keren. Op de terugreis vergingen veel schepen op de Ierse kust. De mislukking was een ernstige tegenslag voor Filips II, maar de Spaanse zeemacht herstelde zich in de jaren daarna weer snel.

1588 AD besloten, omwille van de Spaanse dreiging, de Noordelijke Nederlanden de steun te vragen aan koningin Elizabeth I van Engeland. Zij wilde de Republiek steunen in ruil voor zeggenschap in het bestuur, en benoemde zij Robert Dudley, graaf van Leicester, als politieke en militaire leider maar nadat hij terugkeerde naar Engeland werd besloten de soevereiniteit niet meer aan een vorst te laten maar aan de Staten en hiermee was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een feit.

In Frankrijk mengde Spanje zich in de Hugenotenoorlogen, omdat daar de protestant Hendrik van Navarra zich na de moord op Hendrik III van Frankrijk als wettig erfgenaam had uitgeroepen tot koning Hendrik IV en Parijs belegerde. De interventie in Frankrijk verlichtte dus de druk op de Nederlanden, waar Maurits van Oranje zich ontwikkelde tot een bekwaam veldheer en het tij van de Tachtigjarige Oorlog definitief keerde. De Engelsen steunden de protestanten in Frankrijk, vanwege hun eigen conflict met Spanje maar Hendrik IV bekeerde zich toch tot het katholicisme om zich aanvaardbaar te maken als koning.

1595 AD vertrekt de Eerste Schipvaart van de Compagnie van Verre met 4 schepen waaronder het Duyfken naar Oost-Indië. De reis was zwaar, met scheurbuik, uitputting, massamoorden op inlanders en het verlies van talrijke levens aan boord van de 4 Hollandse boten. Drie schepen kwamen twee jaar later terug aan in Texel, de Amsterdam was bij het eiland Bawean in brand gestoken, omdat er niet genoeg bemanningsleden in leven waren om vier boten te bemannen. De voorraad specerijen die was meegenomen was gering en nauwelijks voldoende om uit de kosten te komen. Maar er was bewezen dat het mogelijk was naar Java te varen zonder veel overlast van de Portugezen. Dat gegeven en de aanhoudende vraag naar specerijen, leidde ertoe dat er binnen enkele weken talrijke verzoeken voor nieuwe expedities naar Oost-Indië binnenkwamen bij de overheid.

1598 AD wordt er met het Edict van Nantes een compromis bereikt dat in aanzienlijke vrijheid van godsdienst voorzag voor de protestanten, al bleef het katholicisme de staatsgodsdienst. Van toen af zette onder de nu nog steeds gewaardeerde koning Hendrik IV een welkome periode van herstel in. In 1610 werd hij echter alsnog vermoord, omdat hij te veel ruimte zou hebben gegeven aan de protestanten en omdat zijn eigen katholicisme in twijfel werd getrokken.

Isabella van Spanje (1566 - 1633), dochter van Filips II van Spanje en Elisabeth van Valois, gehuwd met Albrecht van Oostenrijk, wordt landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden, terwijl Filips III van Spanje zijn vader Filips II van Spanje opvolgt als Koning van Spanje en Portugal. In de Zuidelijke Nederlanden zijn Albrecht van Oostenrijk (1559 - 1621) en Isabella geliefd bij de bevolking, hoewel zij geen godsdienstvrijheid toestaan en vrijhandel afschaffen.

Zeventiende eeuw

De 17e eeuw wordt in de Franse geschiedschrijving dan ook wel aangeduid als 'le Grand Siècle'. De Franse taal had een voldoende hoge status bereikt om het Latijn te gaan verdringen als voertuig van de geest op het hoogste niveau, de Fransen gaan nog steeds prat op de veronderstelde bijzondere helderheid van de zinsstructuren van hun taal. Aan vele Europese hoven en in adellijke en diplomatieke kringen, tot in Rusland toe, werd Frans als lingua franca gesproken en geschreven. Dit had niet alleen praktische voordelen in het internationale verkeer, het werd ook gezien als een kenmerk van beschaving. Het hof in Versailles met bijbehorende Franse tuin maakte de Franse Barok toonaangevend voor de architectuur en alle beeldende kunsten. Zowel religieuze spanningen als de wetenschappelijke ontwikkelingen komen goed tot uiting in het werk van Blaise Pascal (1623 - 1662), wet van Pascal. Ook René Descartes (1596 - 1650), stelling van Descartes, Pierre de Fermat (1607 - 1665), differentiaalrekening, en Marin Mersenne (1588  - 1648), priemgetallen, waren Franse geleerden van formaat. Het Franse toneel bereikte een hoogtepunt dankzij de 'grote drie' toneelschrijvers, Corneille, Molière en Racine.

Het Ottomaanse Rijk kent een permanente oorlogssituatie met het Perzische Rijk en verliest grote delen rond Mesopotamië.

1600 AD werd de Britse Oost-Indische Compagnie (East India Company) opgericht. Het werd één van de machtigste commerciële ondernemingen van zijn tijd. Het zwaartepunt van de handel van de Britse Oost-Indische Compagnie bevond zich in India waar zij ook bestuurlijke en militaire functies ging uitvoeren die uiteindelijk de commerciële activiteiten gingen overschaduwen. India werd vaak het "Jewel in the Crown" genoemd omdat ‘s werelds grootste diamant, de Koh-i-Noor, die tegenwoordig deel uitmaakt van de kroonjuwelen van het Verenigd Koninkrijk, daar werd gevonden en omdat India voor de Britten het meest waardevolle land was. De handelaren van de Compagnie waren vaak betrokken bij vijandigheden en schermutselingen met hun Nederlandse tegenhangers. Tegen de veel beter bewapende, gefinancierde en bemande Nederlanders dolven de Engelsen stelselmatig het onderspit. Waar de handelaren van beide compagnieën elkaar tegenkwamen lieten de Nederlanders duidelijk merken dat zij de dienst uitmaakten.

1602 AD werd de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, afgekort VOC, opgericht, deze zou tot 1800 stand houden. Het was een particuliere Nederlandse handelsonderneming met een monopolie op de overzeese handel tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en het gebied ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat Magellaan. De VOC richtte een handelsnetwerk op tussen de diverse handelsposten in de Aziatische regio. Deze intra-Aziatische handel zorgde vele jaren voor grote winsten. In tegenstelling tot de Trans-Atlantische slavenhandel van de later opgerichte Nederlandse West-Indische Compagnie was de VOC-slavenhandel binnen het Indische Oceaangebied niet primair handelsgoed met een winstoogmerk en omdat er in Azië weinig interesse bestond voor Europese producten, voerden de schepen aanvankelijk met een ballast van bakstenen en werd de handel veelal betaald met goud en zilver, aangevoerd vanuit Europa, Arabië, Zuid-Amerika of Japan, of met textiel en zijde die in India waren gekocht. Zo bouwde de VOC voort op een bestaand handelsnetwerk dat werd uitgebreid met factorijen die zilver, tin, hout, huiden, koper, salpeter, ivoor, betelnoten en opium leverden.

1603 AD wordt Elizabeth I wordt opgevolgd door Jacobus I (1566 - 1625) uit het Huis Stuart die al enkele decennia koning van Schotland was. Aldus kwam een unie tussen de twee koninkrijken tot stand. Jacobus I streefde naar verdergaande eenwording, maar de Engelsen stonden hier afwijzend tegenover en er kwam dan ook niets van terecht, het bleef bij symboolpolitiek. Zo noemde Jacobus I zich 'koning van Groot-Brittannië'. Wel slaagde men erin om het grensgebied tussen de koninkrijken, waar het al eeuwen onrustig was, aan het centraal gezag te onderwerpen. De Elizabethaanse cultuur, met o.a. de toneelschrijver Shakespeare (1564 - 1616) werd onder zijn regering voortgezet. Jacobus I was religieus en sinds het verijdelde buskruitverraad stond hij zeer achterdochtig tegenover de potentiële invloed van katholieken en jezuïeten, die met duivelsverering in verband werden gebracht.

1607 AD stichtten Engelse kolonisten Jamestown, de eerste permanente nederzetting in wat thans Virginia is. De Pilgrim Fathers, een groep Engelse geloofspuriteinen die hun land verlieten onder druk van koning Jacobus I van Engeland, kwamen aan in Massachusetts. Langzaamaan breidden de Engelsen hun koloniën aan de Amerikaanse oostkust uit, op termijn ontstonden hier dertien koloniën. Meer in het binnenland bouwden de Fransen in Louisiana en in Quebec een keten van forten. Ook Spanje vestigde koloniën in Noord-Amerika, met name in Florida en wat later Mexico, die de zuidwestelijke staten van de VS zouden worden. Deze periode stond mede in het teken van de verdrijving van de indianen, vaak met geweld, door Engelse en andere Europese kolonisten. Deze bouwden vooral in de Zuidelijke koloniën aan de Oostkust een slaveneconomie op, gebaseerd op de export van tabak en andere producten naar Europa. In Europa beschouwde men de koloniën doorgaans als wingewesten. Hun belangrijkste taak was het leveren van grondstoffen. Conform de heersende economische theorie van het mercantilisme werd de opbouw van een eigen nijverheid in de overzeese gebieden verboden of tegengewerkt.

1608 AD vestigt, Peter Paul Rubens (1577 - 1640), Zuid Nederlands schilder van de Vlaamse barok, tapijtontwerper en diplomaat, zich in Antwerpen.

1609 AD slagen Albrecht en Isabella erin met de Noordelijke opstandelingen een verdrag te sluiten, waardoor het Twaalfjarig Bestand (1609 - 1621) kon ingaan, met een optie op definitieve vrede. Onder hun beleid recupereerden de Zuidelijke Nederlanden zeer snel van de oorlog en brak een periode aan van diplomatieke, artistieke en economische bloei. In de Zuidelijke Nederlanden werden Albrecht en Isabella geliefd bij de bevolking, hoewel zij geen godsdienstvrijheid toestonden en vrijhandel afschaften. Zowel in het noorden als in het zuiden breekt een Gouden Eeuw aan.

Johannes Kepler (1571 - 1630), een Duitse astronoom, astroloog en wis- en natuurkundige, wordt bekend door zijn studie van de hemelmechanica en in het bijzonder vanwege de berekening van de planeetbewegingen en de daarover geformuleerde wetten, de Wetten van Kepler, drie natuurkundige wetten, die de baan en beweging van een hemellichaam om een ander hemellichaam beschrijven.

Jan Brueghel de Oude (1568 - 1625), Zuid Nederlands kunstschilder uit de barokperiode, wordt de hofschilder van aartshertogen Albrecht van Oostenrijk en Isabella van Spanje, de landvoogden van de Nederlanden.

Galileo Galilei (1564 - 1642), een Italiaans natuurkundige, astronoom, wiskundige en filosoof, wordt beschouwd als de vader van de moderne astronomie. Op grond van de waarnemingen van Jupiters manen en vooral Venus' fasen kwam Galilei tot de conclusie dat de Zon in het midden van het zonnestelsel staat. Eerder dacht iedereen, op grond van wat men zag en op grond van de geschriften van Plato, Aristoteles en later Ptolemaeus, dat de aarde in het middelpunt van het gehele universum stond, en dat de zon, de planeten en alle sterren om de aarde heen draaiden. Dit was ook de opvatting van de Kerk. Galileo's interpretatie van zijn eigen waarnemingen was in strijd met het toen gangbare geocentrische model van Ptolemaeus, terwijl ze de heliocentrische theorie van Nicolaas Copernicus ondersteunde. Echt bewijzen kon hij de beweging van de aarde om de zon echter niet. Hij legde eveneens de grondslag voor de slingertijd, wet der traagheid en krachtenleer.

1610 AD wordt Lodewijk XIII (1601 - 1643) uit het Huis Bourbon, zoon van koning Hendrik IV en Maria de Medici koning van Frankrijk en van Navarra. Kardinaal Richelieu (1585 - 1642) bewerkte een verzoening tussen de koning en zijn moeder en wist zich spoedig op te werken in de kroonraad. Volgens eigen zeggen had hij alleen maar de versterking van het koninklijk gezag op het oog maar Richelieu had de feitelijke macht overgenomen en hij begreep dat de protestanten een gevaar voor Frankrijk betekenden, omdat zij de koning het hoofd durfden te bieden dus brak hij de machtspositie van de protestanten, die al hun privileges verloren, behalve gelijkberechtiging voor de wet en het recht op vrijheid van eredienst.

1611 AD voeren Albrecht en Isabella het Eeuwig Edict in, een eerste aanzet tot een algemeen wetboek in de Zuidelijke Nederlanden, hierin werden de familienamen vastgelegd en werden kerken verplicht doop-, huwelijks- en overlijdensregisters aan te leggen.

1618 AD was het begin van de Dertigjarige Oorlog (1618 - 1648) een grootschalig conflict waar de meeste Europese mogendheden bij betrokken waren. De hoofdoorzaken waren de spanningen tussen katholieke en protestante staten. De oorlog woedde voornamelijk in het Heilige Roomse Rijk, de Spaanse Nederlanden, Noord-Spanje en Noord-Italië met gevechten in Afrika en het Amerikaanse continent. Het conflict begon toen de katholieke staten Spanje en Oostenrijk de protestante staten in het noorden van het Heilige Roomse Rijk veroverden. Zweden maakte dit ongedaan. Frankrijk greep actief in om Spanje en Oostenrijk te verzwakken, wat ruimschoots lukte.

1621 AD wordt Filips IV van Spanje (1605 - 1665), zoon van Filips III en Maria van Oostenrijk, koning van Spanje, Sicilië, Sardinië, Napels, koning van Portugal, hertog van Luxemburg en landsheer van de Zuidelijke Nederlanden. De Zuidelijke Nederlanden kwamen dus weer rechtstreeks onder de Spaanse troon, met Isabella van Spanje als landvoogdes. Intussen was de dertigjarige Oorlog in alle hevigheid uitgebroken. Albrecht overlijdt en in datzelfde jaar loopt ook het Twaalfjarig Bestand af, onderhandelingen om het bestand om te zetten in een definitieve vrede waren mislukt. De Zuidelijke Nederlanden kwamen weer onder direct Spaans bestuur omdat de pas aangetreden koning Filips IV van Spanje Isabella als opvolgster veel minder bevoegdheden liet. Zij wilde terug naar Spanje, naar het klooster Monasterio de las Descalzas Reales maar dit werd haar echter niet toegestaan en ze bleef tegen haar zin in Brussel als landvoogdes. Ze trad wel toe tot de orde van de Clarissen en de laatste jaren van haar leven bracht ze door in een klooster in Tervuren.

De Hollanders hebben van de periode gebruikgemaakt om zowel de koopvaardijvloot uit te breiden als hun marinevloot te ontplooien. De West-Indische Compagnie (WIC) wordt door de Noordelijke Staten-Generaal opgericht om te handelen in Afrika en in West-Indië en zal zich ook op slavenhandel toeleggen. De West-Indische Compagnie (1621 - 1674), was een bedrijf uit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden dat verantwoording schuldig was aan de Staten-Generaal van de Nederlanden. De compagnie ontving van de Staten-Generaal het alleenrecht binnen de republiek op handel en scheepvaart in het door de Staten-Generaal vastgestelde octrooigebied tussen twee meridianen. Als westgrens gold de meridiaan door de oostpunt van Nieuw-Guinea en als oostgrens die van Kaap de Goede Hoop. Het belangrijkst was de Trans-Atlantische driehoekshandel op West-Afrika, de Caraïben en Noord- en Zuid-Amerika. De belangrijkste handelsproducten van de oude WIC waren zout, suiker, bevervellen, tabak, goud, koper en slaven.

1625 AD wordt Jacobus I van Engeland opgevolgd door zijn zoon Karel I van Engeland (1600 - 1649), die het koningschap als een goddelijk recht beschouwde en weinig inmenging van het parlement duldde. Onder zijn regering kwamen meerdere religieus geïnspireerde splintergroepen, waaronder de presbyterianen, op het voorplan, die verkondigden dat een koning niet in de kerken diende in te grijpen en die tevens het gezag van bisschoppen verwierpen. Als hoofd van de Anglicaanse Kerk weigerde Karel I iedere toegeving aan dergelijke groepen en hief belastingen die niet naar hun zin waren. Karel I kwam openlijk in conflict met zijn parlement en zijn leger, en dit conflict escaleerde tot een oorlog. Tot op het laatst bleef Karel I overtuigd van zijn door God gegeven recht op regeren. Dit leidde tot zijn nederlaag en hij werd gevangen genomen en publiekelijk geëxecuteerd.

1630 AD zorgen in het welgestelde Italië de pest en verouderde industieën voor het verval.

1635 AD wordt de "Traité de Partage" of Verdelingsverdrag gesloten tussen de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden onder Frederik Hendrik van Oranje (1584 - 1647) en het koninkrijk Frankrijk in hoofde van Richelieu, dit verdrag zou de Zuidelijke Nederlanden in twee stukken moeten verdelen. Frankrijk en de Republiek ondernemen gezamenlijk een veldtocht in het Hertogdom Brabant tegen Spanje maar de Zuidelijke Nederlanden blijken veel moeilijker te veroveren dan gedacht.

1637 AD geeft Joost van den Vondel (1587 - 1679), Nederlands dichter en toneelschrijver, het toneelstuk Gijsbrecht van Aemstel uit, een stuk dat door de predikanten aanvankelijk verboden wordt omdat het Roomse sympathieën zou bevatten.

1640 AD begint er een opstand in Lissabon, die uiteindelijk leidt tot Filips' afstand van de Portugese troon die in handen komt van het huis Bragança, met koning Johan IV (1604 - 1656) als staatshoofd. Deze periode heet ook wel de Portugese Restauratieoorlog (1640 - 1668). Hiermee kwam een einde aan de Iberische Unie, een zestig jaar durende unie tussen Spanje en Portugal.

1641 AD moest Karel I van Engeland, wegens opstand van Schotten en Ieren in geldnood, in een nieuwe wet toestemmen, die arrestaties alleen nog toestond als er een grond voor was.

1642 AD schildert Rembrandt van Rijn (1606 - 1669), Nederlandse kunstschilder, etser en tekenaar, de Nachtwacht.

1643 AD wordt Lodewijk XIV (1638 - 1715), zoon van Lodewijk  XIII en Anna van Oostenrijk en bekend als de Zonnekoning, le Roi-Soleil, koning van Frankrijk en Navarra. Na de vroegtijdige dood van zijn vader werd hij op vierjarige leeftijd koning. Kardinaal Mazarin (1602 - 1661) leidde de Franse politiek tijdens de minderjarigheid van Lodewijk, waarbij hij het beleid van kardinaal Richelieu voortzette. Op zestienjarige leeftijd werd Lodewijk XIV gekroond, maar pas na de dood van kardinaal Mazarin, zijn eerste minister, nam hij het bewind zelf in handen. Met behulp van zijn ministerraad werden centralistische hervormingen doorgevoerd in het nog feodale Frankrijk. De adel raakte een aanzienlijk deel van zijn macht kwijt, in ruil voor een plaats aan het hof van de koning in het nieuw gebouwde Kasteel van Versailles. Lodewijk XIV wordt vaak gezien als het ultieme voorbeeld van een absolute vorst.

In de Slag bij Rocroi verliezen de Spanjaarden tegen het Franse leger en het tijdperk van de Spaans-Habsburgse overmacht eindigt. Filips IV van Spanje is nu zelfs bereid de soevereniteit van de Republiek te erkennen. De Zuidelijke Nederlanden zitten inmiddels tussen aambeeld en hamer en krijgen steeds meer te lijden van Franse en Hollandse stropers en plunderende soldaten.

1644 AD was het begin van de Qing-dynastie (1644 - 1912) ook wel Mantsjoe-dynastie, het was de laatste keizerlijke dynastie van China. De oorsprong van de dynastie lag in Mantsjoerije. Een van de belangrijkste stappen voor de vormgeving van de Qing-staat was het creëren van een vendelsysteem. Er waren acht Mongoolse vendels en acht Chinese vendels. Iedere vendel was een militaire eenheid, maar daarnaast ook een woongebied en een eenheid voor economische productie. Met een vendel werden niet alleen de militairen bedoeld, maar ook de groepen personen die van hen afhankelijk waren. Uiteindelijk werd ieder vendel geïdentificeerd met een etnische identiteit. In de praktijk was er wel een zekere etnische homogeniteit, maar in iedere vendel waren er Chinese, Mongoolse en Mantsjoe bataljons. Op het niveau van de vendels werden dus meerdere etnische identiteiten in zekere mate geïntegreerd. De samenstelling van de vendels werd verder vooral bepaald door eisen van doelmatigheid die ook flexibel kon worden aangepast. Later, onder de Qing-dynastie van de Mantsjoe, nam de druk vanuit het Westen weer toe.

1647 AD raakt Pierre Corneille (1606 - 1684), een Franse toneelschrijver aan het jezuïetencollege, reeds op jonge leeftijd  onder de indruk van de Romeinse schrijvers uit de Oudheid. Hun filosofie volgend, legt hij de nadruk op de wil als bepalende factor voor het leven. Hij heeft onder meer klassieke tragedies geschreven waarin de held al zijn hartstochten overwint. Hij werd hij lid van de in 1635 door Richelieu opgerichte Académie française.

1648 AD boycot Frankrijk de vredesonderhandelingen en de Republiek besluit hierop buiten Frankrijk om vrede te sluiten met Spanje. Er komt een eind aan de Tachtigjarige Oorlog en de afsplitsing van de Noordelijke Republiek wordt officieel bevestigd. In Frankrijk komt er een periode van onrust (1648 - 1653) en bekend staat als "la Fronde", tussen de koning en kardinaal Mazarin enerzijds en de Parlementen anderzijds.

Vanaf de Slag bij Rocroi, waarbij de Fransen een verrassende overwinning boekten op de Spanjaarden, die tot dan toe militair superieur geacht werden, kan gesproken worden van een Franse hegemonie. Het zou ruim 60 jaar duren vooraleer Frankrijk een ernstige nederlaag leed in een veldslag. Bij de Vrede van Westfalen verwierf Frankrijk Elzas en Lotharingen, maar daar zou in de komende eeuwen nog veel over te doen zijn. De rol van godsdienst in internationale betrekkingen nam geleidelijk af. Spanje moest in datzelfde jaar de soevereiniteit van de Nederlandse Republiek erkennen en was in alle opzichten op zijn retour als grote mogendheid.

Engeland had al in 1558 het laatste grondgebied op het Europese continent, Calais, voorgoed moeten opgeven. Duitsland had verschrikkelijk geleden en staatkundig was het verregaand versplinterd. Naast de vele, onderling vrijwel onafhankelijk opererende Duitse staten, steden en koninkrijken verhinderde ook de eeuwenlange rivaliteit tussen Pruisen en Oostenrijk op het Europese vasteland een serieus tegenwicht tegen Frankrijk. Het naburige Italië was nog lang niet toe aan politieke onafhankelijkheid en eenheid. Er ontstond in Europa een systeem van soevereine staten, die feodale machthebbers steeds meer in een ondersteunende rol drongen. Frankrijk zou lange tijd de hoofdrol spelen in dit systeem.

1651 AD na de Engelse Burgeroorlog van 1642 tot 1651, die eindigde met de terechtstelling van Karel I, wordt Engeland in de periode van het Protectoraat, bestuurd door de streng-puriteinse heerser Oliver Cromwell (1599 - 1658) en diens zoon Richard, die als een zwak figuur gold en na minder dan een jaar werd afgezet. Cromwell was tegen de meeste kunsten gekant, theater werd verboden en literatuur moest in de eerste plaats sober en godsvruchtig zijn. De meeste sporten en het vieren van Kerstmis werden officieel afgeschaft, op het schenden van de zondagsrust en op vloeken stonden draconische straffen. Cromwells overwoog zelf de koningstitel te aanvaarden, maar besloot uiteindelijk dat dit een verkeerd signaal zou zijn en noemde zichzelf Lord Protector of the Commonwealth. Met de Covenanters in Schotland, die er vergelijkbare religieuze ideeën op nahielden, onderhield hij vriendschappelijke betrekkingen. Cromwell veroverde het katholieke Ierland daarentegen met bruut geweld. Tijdens zijn begrafenisceremonie werd een kroon op zijn hoofd geplaatst.

1658 AD verwierf Molière (1622 - 1673), een Frans toneel schrijver en acteur, bekendheid met zijn satirische komedies. Zijn bekendste werken zijn Don Juan,Tartuffe en L'Avare. In zijn komedies had Molière kritiek op edelen en geestelijken, die bevoorrecht leefden, op hun sleur, hun blinde aanbidding van gezag, hun minachting van ervaring en waarneming. Hij richtte zijn kritiek ook op medici, schijngeleerden en de overdreven bewonderaars van kunst en wetenschap. Lodewijk XIV kon hem wel waarderen en steunde het gezelschap van Molière. Dat jaar trad hij voor het eerst op voor koning Lodewijk XIV en zijn hele hof in een zaal van het Louvre. De bijval was zo groot, dat Molières gezelschap de naam "Troupe de Monsieur" mocht voeren en een zaal van het Petit-Bourbon tot zijn beschikking kreeg.

1660 AD werd de dictatuur van Cromwell niet als een succes beschouwd. Daarom werd de monarchie hersteld onder koning Karel II van Engeland (1630 - 1685), een zoon van Karel I. Na negen jaar ballingschap in Frankrijk, Duitsland en Nederland keerde Karel II op verzoek van het parlement terug naar Engeland om de troon in te nemen. Karel II was een levensgenieter, maar ook sluw, en hij sloot zonder aarzelen compromissen met partijen waarvan hij meende dat hij er voordeel uit kon halen. Hij wilde een religieus tolerantiebeleid voeren maar de uiteindelijke Clarendon Code, genoemd naar zijn raadgever, was streng voor diegenen die van de Anglicaanse kerk afweken en voor heimelijke katholieken. Onder Karel II werd de Royal Society gesticht, waaraan hij vooral in de beginjaren actief deelnam. De koning had sterke wetenschappelijke interesses en voerde onder andere scheikundige experimenten uit. De Restauratie, deze vanuit puriteins perspectief decadente periode werd gekenmerkt door intriges en het begin van de partijpolitiek in Engeland, doordat in het parlement een tweespalt tussen Tories, de Conservative Party, en Whigs, de Liberal Democratic Party, ontstond.

Johannes Vermeer (1632 - 1675), een Nederlands kunstschilder schildert "Het melkmeisje", het werk wordt ook vermeld als "Een Meyd die Melk uytgiet".

Anthoni van Leeuwenhoek (1632 - 1723), Nederlandse handelsman, landmeter, glasblazer en microbioloog. slijpt zijn eigen lenzen en bouwt een microscoop. Hij doet ook onderzoek op sperma en ziet zaadcellen die bewegen met hun staart en daarom zijn zij volgens hem de levensdragers. De vrouwelijke voortplantingsorganen dienden volgens hem slechts voor de voedselvoorziening voor de reeds aanwezige organismen in het sperma.

Lodewijk XIV trouwt met Maria Theresia van Oostenrijk (1638 - 1683), waarmee met de Vrede van de Pyreneeën een einde aan de Spaans-Franse Oorlog (1635 - 1659) moest komen. Lodewijks territoriale ambities werden al snel duidelijk, toen de bruidsschat niet werd uitbetaald, stelde hij aan de Nederlandse Republiek voor de Spaanse Nederlanden tussen hen te verdelen, raadspensionaris Johan de Witt (1625  - 1672) gaf echter, net als Frederik Hendrik van Oranje in de jaren dertig, de voorkeur aan een bufferzone in handen van de voormalige vijand Spanje dan aan het machtige Frankrijk als buurland. Dit leidde tot de Devolutieoorlog (1667 - 1668) waarin Frankrijk een aanzienlijk deel van het zuiden van de Spaanse Nederlanden veroverde.

1665 AD wordt Karel II van Spanje (1661 - 1700), zoon van Filips IV en Marie Anna van Oostenrijk, op 4-jarige leeftijd als laatste van de Spaanse Habsburgers, koning van Spanje, Sicilië, Sardinië, Napels, hertog van Luxemburg en landsheer van de Zuidelijke Nederlanden. Hij was zowel lichamelijk als geestelijk gehandikapt en zijn moeder Maria Anna van Oostenrijk trad op als regentes.

1667 AD begint de Devolutieoorlog, een successieoorlog in de Zuidelijke Nederlanden en Franche-Comté tussen Frankrijk en Spanje, waarbij Spanje de steun kreeg van de Triple Alliantie, een verbond tussen Engeland, Nederland en Zweden. Uiteindelijk sloot Frankrijk vrede met Spanje waardoor slechts enkele gebieden uit de Zuidelijke Nederlanden afgestaan werden aan de Franse koning. Lodewijk XIV provoceerde daarna de ene oorlog na de andere en zorgde ervoor dat de Triple Alliantie uit elkaar viel. Ondertussen was Lodewijk XIV gefrustreerd dat hij in de Devolutieoorlog niet héél de Zuidelijke Nederlanden verwierf en daar gaf hij de Republiek de schuld van want die beschermde de Zuidelijke Nederlanden als bufferstaat.

1670 AD wordt het geheim Verdrag van Dover tussen Karel II van Engeland en Lodewijk XIV van Frankrijk afgesloten. Karel II belooft hierbij zichzelf en Engeland te bekeren tot het katholicisme en de Triple Alliance te verlaten. Engeland en Frankrijk beloven elkaar steun bij een aanval op zowel de Zuidelijke Nederlanden als op de Republiek.

1672 AD bleek hoe gevaarlijk Frankrijk kon zijn voor de Republiek, toen het de Hollandse Oorlog van 1672 tot 1679 ontketende, die samenviel met de Derde Engelse Oorlog. De Nederlanders bezweken onder de financiële druk en gaven de strijd op, de Spanjaarden droegen Haïti, Franche-Comté en vestingsteden in de Zuidelijke Nederlanden over aan Lodewijk XIV. Kardinaal Mazarin en Lodewijk XIV hadden de tegenslagen binnen de Spaans-Habsburgse dynastie gebruikt om hun eigen rijk uit te breiden. De Republiek slaagt erin het Heilige Roomse Rijk, Lotharingen en Spanje aan haar zijde te krijgen, de legers van de Republiek staan nu in contact met de keizerlijke troepen van het Heilige Roomse Rijk en dwingen de Fransen de Noordelijke Nederlanden te ontruimen en zich naar de Zuidelijke Nederlanden terug te trekken. Door onderling wantrouwen van Frankrijk en Engeland, die nu eenmaal geen natuurlijke bondgenoten waren, en het aanleggen van een Waterlinie ten westen van Holland kon de Republiek van de ondergang worden gered. Engeland haakte al snel af nadat de Republiek in een drietal zeeslagen dankzij Michiel de Ruyter (1607  - 1676) de Engelse en Franse invasievloten had afgeslagen. Frankrijk boekte terreinwinst in de toen nog door Spanje bestuurde Franche Comté en in de Zuidelijke Nederlanden. Aan het einde van die oorlog in 1678, bij de Vrede van Nijmegen, kon Frankrijk vrijwel de grenzen bereiken die het nu nog heeft, zij het nog niet definitief, de steden Ieper, Veurne en Menen zou Frankrijk later weer moeten afstaan. Lodewijk XIV stond nu op het hoogtepunt van zijn militaire macht. Zijn landhonger was overigens nog lang niet gestild. In de Frans-Spaanse Oorlog van 1683 tot 1684, werden volgens het 20-jarige Bestand van Regensburg zowel  Straatsburg als Luxemburg voor de duur van het bestand Frans bezit.

1674 AD kon de WIC door grote financiële problemen haar schulden niet meer aflossen, en het bedrijf werd ontbonden. Maar vanwege de grote handelsbelangen, vooral in goud en slaven, en het feit dat er nog veel koloniën in West-Indië aanwezig waren, werd besloten de Tweede Geoctroyeerde West-Indische compagnie op te richten. Deze werd ook wel de Nieuwe West-Indische compagnie genoemd. Ze had hetzelfde handelsgebied als de eerste. Alle schepen, vestingen en dergelijke werden door het nieuwe bedrijf overgenomen. De Tweede WIC hield zich vooral bezig met de Trans-Atlantische slavenhandel, hoewel er meer werd verdiend aan de goudhandel. De trans-Atlantische handelsvaart bracht, nadat Afrikaanse slaven naar Guiana, Suriname en het Caribisch gebied waren vervoerd, producten als ivoor, goud, kleurstof, tabak en beverbont weer naar de republiek.

1675 AD werd Jean Racine (1639 - 1699), een Frans toneelschrijver, verkozen tot lid van de Académie française, hij was samen met Molière en Corneille, één van de "grote drie" van het Franse classicistisch theater van de zeventiende eeuw. 

1678 AD maakt de Vrede van Nijmegen tussen Frankrijk en de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden maakt een einde aan de oorlog maar twee jaar later verklaart Lodewijk XIV van Frankrijk de Nederlandse Republiek opnieuw de oorlog.

1685 AD herroept Lodewijk XIV, door het Edict van Fontainebleau, het Edict van Nantes en verklaart hiermee het protestantisme onwettig. Daarop vluchten honderdduizenden protestanten naar de Noordelijke Nederlanden, Duitsland, Italië en Engeland. Frankrijk werd weer een echt katholiek land, waar ook de Joden onder leden. Tot dan toe hadden ze het onder Lodewijks bewind tamelijk goed gehad. Aan de ene kant was Lodewijk XIV de grote boeman van Europa, die veel andere Europese mogendheden tegen zich in het harnas joeg in wisselende coalities. Aan de andere kant was hij een rolmodel voor Europese vorsten, omdat hij in alle opzichten liet zien hoe je respect moest afdwingen. Hij hield er talloze maîtresses op na, die daardoor soms zelf bekende persoonlijkheden werden. Van zijn zes wettige kinderen bleef er maar één in leven, maar daarnaast had hij er vele onwettige, die niettemin belangrijke functies konden krijgen. Lodewijk XIV bemoeide zich intensief met artistieke kwesties en stimuleerde de wetenschap.

De Rooms Duitse Keizer Leopold I (1640 - 1705) sluit met de Liga van Augsburg, een verbond met Karel II van Spanje, Karel XI van Zweden, Maximiliaan II van Beieren en diverse andere rijkssteden tegen het koninkrijk Frankrijk.

Karel II van Engeland wordt opgevolgd door zijn katholieke broer Jacobus II van Engeland (1633 - 1701), die kortstondig voor grote politieke instabiliteit zorgde. Beiden wilden eigenlijk als een absoluut heerser regeren, in tegenstelling tot zijn opportunistische doch geliefde broer kwam Jacobus II daar echter openlijk voor uit. De verstandhouding tussen de autocratische Jacobus II en het parlement bleef stroef en toen Jacobus’ vrouw, de onverbeterlijk Roomse Maria van Modena, zwanger werd, bood dit het vooruitzicht op een nieuwe katholieke dynastie. Hierop beraamden de Whigs een manier om Jacobus II af te zetten.

1686 AD teisteren verschillende Russisch-Turkse oorlogen het Ottomaanse Rijk.

1687 AD publiceert Isaac Newton (1643 - 1727), Engels wiskundige en natuurkundige, de "Theorie van de zwaartekracht".

1688 AD begint de Negenjarige Oorlog (1688 - 1697) Lodewijk XIV verklaart de Republiek de oorlog, de aanzet was de expeditie van Willem III (1650 - 1702) naar Engeland om Jacobus II van de troon te stoten. In Frankrijk legden Lodewijks voortdurende oorlogen, dure hofhouding en entourage een zware last op het land. Meerdere malen kwam de bodem van de schatkist in zicht en ondanks zijn formidabele hulpbronnen en kundige generaals verliep de Negenjarige Oorlog al een stuk slechter dan Lodewijk XIV gewend was, want ook zijn tegenstanders vonden godsdienst in de internationale politiek minder belangrijk dan voorheen, door zijn onvoorzichtigheid had Lodewijk de anti-Franse Liga van Augsburg tegen zich in het harnas gejaagd, deze bestond in wisselende samenstelling uit verscheidene katholieke en protestantse mogendheden. Bijvoorbeeld, het katholieke Ierland en het overwegend protestantse Schotland streden aan Franse zijde, omdat die nu eenmaal anti-Engels waren.

1697 AD komt er met de ondertekening van de Vrede van Rijswijk, een einde aan de Negenjarige Oorlog. Lodewijk XIV van Frankrijk erkent Willem III als koning van Engeland.

De laatste Mayastad, Tayasal, komt ten val. Niet alleen werd de stedelijke Meso-Amerikaanse beschaving door de Europeanen vrijwel geheel vernietigd, maar er kwamen ook nog eens tientallen miljoenen indianen om het leven door ziektes o.a. de pokken, waartegen ze niet resistent waren. In de zestiende eeuw kampte Meso-Amerika met een bevolkingsdaling van tegen de 90%, een van de grootste demografische catastrofes uit de wereldgeschiedenis. Naast de ruïnesteden en archeologische vondsten is de meeste kennis van de antieke beschavingen van Meso-Amerika ons overgeleverd door Spaanse missionarissen. Deze geestelijken speelden vaak een dubbelrol. Aan de ene kant toonden ze interesse voor de indiaanse culturen, en legden hun gebruiken vast, maar aan de andere kant konden ze weinig respect opbrengen voor de indianen die 'duivels' vereerden. Er is dan ook tegelijkertijd veel kennis vernietigd. Tijdens de koloniale periode hadden de meeste indianen die de epidemieën overleefd hadden een armoedige levensstandaard, hoewel de "caciques" het doorgaans beter hadden, de Spanjaarden lieten hen doorgaans hun functie behouden. De elite van Europese Spanjaarden werd vervangen door creoolse Spanjaarden, maar indianen bleven onderaan de maatschappelijke ladder staan. Hoewel de indianen nu in alle landen dezelfde wettelijke rechten en bescherming hebben als blanken en mestiezen, blijft er in de praktijk nog veel ongelijkheid bestaan.

1698 AD landde de Nederlandse stadhouder Willem III, die getrouwd was met Maria II van Engeland, de protestantse dochter van Jacobus II, op uitnodiging van het parlement, met een leger in Engeland. Jacobus II vluchtte naar Frankrijk en Willem III werd gedwongen de Bill of Rights te ondetekenen. Deze Glorious Revolution luidde een nieuwe fase in voor de parlementaire democratie, de rechten van de koning werden wat beperkt door de Bill of Rights en doordat Willems band met het land vrij zwak was, wist het parlement een machtspositie te verwerven die het nooit meer zou afstaan. Een gevolg was dat Engeland in oorlog raakte met Frankrijk, dat geregeerd werd door Lodewijk XIV. De protestantse officieren uit Jacobus' leger liepen over en Jacobus II verloor daardoor de controle over zijn land. Willem III aanvaardde, tezamen met zijn vrouw, de Kronen van Engeland en Ierland. Later werden Willem en Maria ook tot koning en koningin van Schotland gekroond.

Achttiende eeuw

1700 AD begint Rusland zich op initiatief van tsaar Peter de Grote (1672 - 1725) te ontwikkelen tot een moderne Europese mogendheid. De Russen drongen wel op in Polen, maar de Russische expansie was veel meer gericht op Centraal-Azië en Siberië. Voor Frankrijk was het nog geen rivaal, maar wel een nuttige bondgenoot tegen Pruisen.

De dood van de laatste Spaanse Habsburger, Karel II van Spanje, leidde tot een Europese crisis. Zowel koning Lodewijk XIV van Frankrijk als Keizer Leopold I konden voor hun nakomelingen aanspraak maken op de Spaanse troon. Om het politieke evenwicht in Europa niet te verstoren, hadden ze meermalen onderhandeld om het reusachtige Spaanse rijk dat naast Spanje en zijn kolonies ook de Zuidelijke Nederlanden en grote delen van Italië omvatte, te verdelen. Karel II en zijn ministers wilden niet van een opdeling weten en door zijn testament ging de hele erfenis naar de hertog van Anjou, een kleinzoon van Lodewijk XIV, toen deze aanvaardde en de Spaanse troon besteeg als Filips V, brak de Spaanse Successieoorlog uit (1701 - 1713). Filips V van Spanje (1683 - 1746), zoon van Lodewijk Le Grand Dauphin van Frankrijk en Maria Anna Victoria van Beieren wordt koning van Spanje, Sicilië, Sardinië, Napels en hertog van Luxemburg. Hij was het eerste lid van het Huis Bourbon dat als koning over Spanje heerste. Aan het einde van die oorlog waren alle deelnemende partijen uitgeput. Voor de Nederlandse Republiek was het bovendien de laatste keer dat die een belangrijke rol speelde in de Europese machtsverhoudingen. Aan het eind van Lodewijks regime was, meer door toedoen van zijn minister Colbert dan door zijn persoonlijke belangstelling, de Franse achterstand in de opbouw van een eigen koloniaal rijk niettemin aardig weggewerkt, het Amerikaanse Louisiana is naar hem genoemd en voor het moederland boekte hij vooral in het noordoosten terreinwinst, de Franche-Comté en de Elzas werden afgesnoept van respectievelijk Spanje en het Heilige Roomse Rijk. Daarmee had Frankrijk in het oosten de Alpen en de Rijn als natuurlijke grenzen gekregen. In het noorden veroverde hij het zuidwesten van de Spaanse Nederlanden, waarmee hij het strategisch belangrijke Duinkerke en daarmee het Nauw van Calais onder controle kreeg. Het hedendaagse Frankrijk heeft nog steeds vrijwel dezelfde grenzen.

Lodewijk XIV heerste, namens zijn kleinzoon Filips V, over het Spaanse Rijk en voelde zich ongenaakbaar. Hij liet Franse troepen de Spaanse Nederlanden in bezit nemen en de Staatse troepen in de Barrièresteden verdrijven. Hij betuigde ook zijn steun aan de aanspraken van Jacobus III op de kroon van Engeland, terwijl de kroon toen nog in bezit was van Willem III en de bevolking hem verkoos boven de katholieke Jacobus III bovendien bevoordeelde hij de Frans-Spaanse handel ten nadele van Britse en Nederlandse handelaars. De Duitse keizer Leopold I besefte dat Spanje en Frankrijk feitelijk verenigd waren en eiste Karels erfenis op voor zijn familie, de Oostenrijkse Habsburgers. Hij had tevergeefs bondgenoten gezocht onder de Italiaanse vorsten maar werd wel gesteund door de Republiek, Engeland en Pruisen, die ook beducht waren voor Franse expansie. Later sloten nog enkele Duitse vorsten zich bij de "Grote Alliantie" aan. De Alliantie eiste dat Filips V afzag van de Spaanse kroon, maar wanneer deze weigerde gingen de geallieerden over tot geweld. Koning Filips V van Spanje en van de Zuidelijke Nederlanden organiseert een loting om soldaten te werven. Vlaanderen alleen al moet 3.250 manschappen leveren, voor een diensttijd van 3 jaar. Vooral het platteland wordt hierdoor getroffen, omdat boerenzonen van het erf worden gerukt.

1702 AD volgde, na het overlijden van Willem III, een lange strijd over de opvolging in diverse gebieden. In Engeland werd zijn schoonzus, de zus van Maria II van Engeland, Anna Stuard van Groot-Brittannië (1665 - 1714) gekroond. Haar halfbroer Jacobus, zoon van Jacobus II en katholiek, was nog geen veertien jaar en werd opgevoed aan het Franse hof van Lodewijk XIV. In de Spaanse Successieoorlog koos Engeland de kant van het Heilig Roomse Rijk. De overheidsuitgaven en de staatsschuld namen hierdoor sterk toe.

1706 AD verslaan Engeland en Nederland de Fransen in een van de belangrijkste veldslagen van de Spaanse Successieoorlog, de Slag bij Ramillies. Tegen de gewoonten van de tijd in wordt het verslagen leger achtervolgd tot onder de muren van Rijsel. De Zuidelijke Nederlanden worden in twee gedeeld. De provincies Brabant en Vlaanderen met inbegrip van Mechelen vallen voortaan onder het Engels-Nederlands protectoraat, terwijl het Frans-Spaanse regime zich voorlopig beperkt handhaaft in Namen, Luxemburg en Henegouwen.

1710 AD bouwt Thomas Newcomen (1663 - 1729), Engelse uitvinder, de eerste werkende stoommachine.

1711 AD wordt Karel VI (1685 - 1740), zoon van Rooms-Duitse Keizer Leopold I en Eleonora van Palts-Neuburg, Rooms-Duitse Keizer, koning van Hongarije, Bohemen en Aartshertog van Oostenrijk. Naarmate het waarschijnlijker werd dat Frankrijk zich zou overgeven en Spanje zou afstaan, wilde onder andere Groot-Brittannië verhinderen dat Karel VI zowel over het Duitse als over het Spaanse Rijk kon regeren. Hierbij werden ook de vijandigheden in Noord-Amerika beëindigd en Spanje ging niet naar de Oostenrijkse Habsburgers, maar mocht onder Filips V blijven. De unie tussen Frankrijk en Spanje werd voorkomen door Filips V te schrappen als Franse troonopvolger. Zo werd voor de eerste keer geprobeerd een machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten te bereiken. Dit machtsevenwicht zou even veilig gesteld worden door het minder expansionistische beleid van de regent Filips V.

1713 AD wordt de Vrede van Utrecht afgesloten en dit betekent het einde aan de Spaanse Successieoorlog. Koning Filips V wordt algemeen als koning van Spanje erkend, maar hij verliest de Zuidelijke Nederlanden en Italie aan de Oostenrijkse Habsburger keizer Karel VI, die sindsdien de Oostenrijkse Nederlanden werden genoemd. Alhoewel de onderhandelingen een jaar lang in de Nederlanden plaatsvinden, komt de Republiek er nauwelijks aan te pas. In de woorden van de Franse onderhandelaar Melchior de Polignac Nous traiterons sur vous, chez vous, sans vous. Duidelijk is dat de Republiek vanaf nu als een tweederangs grootmacht wordt beschouwd. Hoewel aan de kant van de overwinnaars, verliest de Republiek haar overwicht op zee en het Asiento, ofwel het monopolie op de slavenhandel in Zuid-Amerika en de Caraïbische eilanden, werd ook toegewezen aan het koninkrijk Groot-Brittannië. In de Zuidelijke Nederlanden is het moeilijk regeren, elke stad regeert zichzelf. Macht, luister en rijkdom is de bevolking door de achtereenvolgende bezettingen van Spanjaarden, Fransen, Engelsen, Nederlanders en Oostenrijkers ontnomen. Het land moet vanwege het Barrièretraktaat ook de permanente Nederlandse bezettingsmacht financieren. Er heerst grote armoede. Talrijke steden komen geleidelijk in verzet. De Schelde blijft gesloten voor de Haven van Antwerpen en handel met Indië blijft voor de Oostenrijkse Nederlanden verboden.

1714 AD gaat, toen de protestantse tak van de Stuarts uitstierf bij de dood van koningin Anna Stuard, de troon over op Anne's achterneef George I (1660 - 1727) uit het Huis Hannover. Kort na zijn troonsbestijging ontsloeg George I, keurvorst van Hannover, alle ministers die onder zijn voorganger Anna gediend hadden. Hij verving hen door Whigs. Hiermee begon de tijd van de zogenaamde Whig oligarchie. Velen, onder wie de koning, verdachten de Tory's ervan heimelijk te sympathiseren met de Stuarts, de nakomelingen van Jacobus II. De aanhangers van het verdreven koningshuis, de jakobieten, komen in opstand. Hun aanhang was het grootst in Schotland, maar ook het noordoosten van Engeland kwam in opstand. De jakobieten werden verslagen en daarmee was de dreiging tijdelijk bezworen.

1715 AD bekende Lodewijk XIV op zijn sterfbed dat hij "te veel van oorlog gehouden had", maar toch was zijn land met zijn grote landbouwareaal en zijn relatief erg grote bevolking niet zo uitgeput als Spanje aan het eind van het bewind van Filips II. Frankrijk was de grootste militaire, culturele en economische Europese mogendheid geworden en zou dat tot in de vroege 19e eeuw blijven. Lodewijk XV (1710 - 1774) wordt koning van Frankrijk en van Navarra tot zijn dood. Hij besteeg de troon toen hij vijf jaar was, en werd tot zijn meerderjarigheid in 1723 onder regentschap geplaatst van zijn overgrootoom, Filips van Orléans (1674 - 1723). Lodewijk XV genoot een gunstige reputatie aan het begin van zijn heerschappij en verdiende de bijnaam "le Bien-Aimé".

 1717 AD besloten vier speculatieve vrijmetselaarsloges, die alle in Londen hun werkterrein hadden, zich te verenigen in een overkoepelende organisatie, de Grand Lodge of London. Hierbij speelde de Franse hugenoot John Theophilus Desaguliers, een in Frankrijk geboren natuurfilosoof, wetenschapper, uitvinder, vrijmetselaar en priester in de Church of England, een belangrijke rol. Enkele jaren later werden de regels dan ook geüniformiseerd en gecodificeerd. De vrijmetselarij won aan succes, en groeide gestadig.

Daniel Defoe (1660 - 1731), een Engels schrijver, journalist en spion, wordt beschouwd als één van de  grondleggers, zo niet de grondlegger, van de Engelse roman. Hij is vooral bekend geworden door zijn boek Robinson Crusoe. Zijn ouders waren afgescheiden presbyterianen.

1724 AD erkennen de Provinciale Staten Aartshertogin Maria Elisabeth van Oostenrijk (1680 - 1741), de zus van Karel VI, als landvoogdes van de Oostenrijkse Nederlanden. Sinds lang is zij de eerste die ook werkelijk in onze streken verblijft. Ze neemt autonoom beslissingen en is in staat om de streek voor langere tijd rust te geven. Ze wordt ook de "Prinses van den bloede" genoemd, en durft in te gaan tegen beslissingen van het Weense hof.

1727 AD volgt George II (1683 - 1760) zijn vader op. Hij is in tegenstelling tot zijn eerste minister Walpole wel voor het voeren van oorlog en Engeland stapt in een koloniale in oorlog tegen Spanje en jaar later in de Oostenrijkse Successieoorlog.

1730 AD vonden twee verschillende personen onafhankelijk van elkaar de sextant uit, John Hadley (1682 - 1744), een Engelse wiskundige, en Thomas Godfrey (1704 - 1749), een Amerikaanse uitvinder. Een sextant en octant zijn nautische navigatie instrumenten waarmee de verticale hoek tussen een hemellichaam en de horizon wordt gemeten. Als de verticale hoek, de datum en het tijdstip van de dag bekend zijn, kan de meridiaan (lengtegraad) worden berekend, dus de positie in oost-westrichting op het aardoppervlak. Een andere bepaling, de poolshoogte wordt genomen door de hoogte van de poolster te meten, hiervoor is de exacte tijd niet van belang en wordt de latitude (breedtegraad) van de waarnemer bepaald.

Spanje en het Ottomaanse Rijk waren in verval geraakt, de Nederlandse Republiek was geen factor van betekenis meer en Duitsland en Italië waren nog ver verwijderd van staatkundige eenheid. De in Wenen residerende Habsburgse monarchie was nog altijd een grote continentale mogendheid en Pruisen een opkomende Duitse mogendheid, die in de Negenjarige Oorlog en in de Spaanse Successieoorlog nog deel had uitgemaakt van anti-Franse coalities, maar die twee waren vooral elkaars rivalen, in de Silezische Oorlogen van 1740 tot1763 en in de Oostenrijkse Successieoorlog van 1740 tot 1748. Het keurvorstendom Beieren, in de Spaanse Successieoorlog nog een bondgenoot van Frankrijk, keerde zich bij het uitbreken van de Oostenrijkse Successieoorlog tegen Oostenrijk, wegens het aantreden van keizerin Maria Theresia van Oostenrijk, dochter van Karel VI.

1740 AD wordt Maria Theresia van Oostenrijk (1717 - 1780), dochter van Rooms-Duitse Keizer Karel VI en Elisabeth Christine van Brunswijk-Wolfenbüttel, Aartshertogin van Oostenrijk, koningin van Hongarije en Bohemen en hertogin van Parma en Luxenburg, zij was gehuwd met Frans I Stefan, die in de Oostenrijkse Nederlanden bekend stond als Frans van Lorreinen. Zij gold als een van de meest invloedrijke en verlichte monarchen van het absolutistische tijdperk.

1745 AD wordt Keizer Frans I Stefan (1708 - 1765) Rooms-Duitse Keizer.

Jeanne-Antoinette Poisson (1721 - 1764), markiezin de Pompadour-Madamme de Pompadour-wordt de maîtresse van de Franse koning Lodewijk XV, nadat een groep hovelingen en financiers (de bankiers Pâris, kardinaal de Tencin en maarschalk de Richelieu) haar onder de aandacht van de koning hadden gemanoeuvreerd, om via een nieuwe maîtresse invloed op de koning te verwerven. Na verloop van tijd maakten de losbandigheid van zijn hof, de teruggave van de veroverde Oostenrijkse Nederlanden, die hij in 1748 had verkregen bij de Vrede van Aken en de overdracht van Nieuw-Frankrijk aan het koninkrijk Groot-Brittannië aan het einde van de Zevenjarige Oorlog van Lodewijk één van de impopulairste koningen in de geschiedenis van Frankrijk. De onmacht van Lodewijk XV om de oplopende staatsuitgaven fiscaal te dekken beschadigde de militaire macht van Frankrijk, verzwakte de schatkist, bracht de monarchie in diskrediet en leidde misschien wel tot de Franse Revolutie die vijftien jaar na zijn dood uitbrak.

Met de Tweede Vrede van Aken komt een eind aan de Oostenrijkse Successieoorlog. Onder de bepaling van het vredesakkoord behoudt de Habsburgse keizerin Maria Theresia het bewind over de Zuidelijke Nederlanden die zullen worden bestuurd door een raad. De Republiek van de Noordelijke Nederlanden mag opnieuw garnizoenen legeren in de bevrijde barrièresteden, alhoewel de militaire betekenis van deze steden gering is geworden. Door deze nieuwe vrede van Aken wordt de macht van de Republiek sterk aangetast.

In de loop van de 18e eeuw kwam in Frankrijk de Verlichting op, die gepaard ging met een bloei van de Franse wis- en natuurkunde, maar ook met afnemende acceptatie van de absolute monarchie en de in wezen nog altijd middeleeuwse standenmaatschappij, met bijbehorende privileges voor adel en geestelijkheid. Ook religieuze dogma's werden veel meer ter discussie gesteld dan voordien mogelijk was. Dit leidde in intellectuele kringen soms ook tot geloof, ontkenning en ongeloof.

1748 AD formuleerde Charles de Montesquieu (1689 - 1755) in zijn hoofdwerk "Over de geest van de wetten de Trias Politica", de scheiding der machten in een wetgevende, rechtsprekende en een uitvoerende macht, die de bijl was aan de wortel van de absolute monarchie. Bovendien waren Lodewijk XV en Lodewijk XVI veel zwakkere figuren dan hun voorganger Lodewijk XIV. De opkomende burgerij werd steeds welvarender en begon dus steeds meer rechten op te eisen van de heersende adel en geestelijkheid. Deze verzetten zich echter met hand en tand tegen de aantasting van hun traditionele en feodale rechten. Langzamerhand verslapte echter de ijzeren greep van de aristocratie en kerk op land en volk. Verschillende economische crises in het midden van de eeuw brachten ellende onder grote delen van het 'gewone volk' dat zich ook steeds meer begon te roeren.

1756 AD werd Frankrijk, dat eerst bondgenoot was van Pruisen, bondgenoot van het Habsburgse Oostenrijk. Deze 'renversement des alliances' was een symptoom van het relatieve verval van de Habsburgse macht en markeerde het einde van tweeënhalve eeuw van rivaliteit tussen Frankrijk en de Habsburgers. Frankrijk was nog altijd de sterkste continentale mogendheid, maar het verenigde Britse koninkrijk streefde Frankrijk voorbij als maritieme en koloniale mogendheid. Dit bleek vooral tijdens de Zevenjarige Oorlog van 1756 tot 1763, waarin de Franse invloed in Noord-Amerika en India goeddeels verloren werd aan de Britten, die bondgenoten waren geworden van Pruisen. Een deel van de Franstalige kolonisten in door de Britten veroverde gebieden in Noord-Amerika werd gedeporteerd naar het zuiden van de overgebleven Franse kolonie in Amerika Louisiana, maar tot de dag van vandaag heeft Canada een aanzienlijke Franstalige minderheid, die nauwe culturele banden onderhoudt met het voormalige moederland.

1757 AD was in Europa het belangrijkste wapenfeit voor Frankrijk een forse nederlaag die zij samen met de nieuwe bondgenoot Oostenrijk leden tegen Pruisen. Frankrijk hielp Oostenrijk een totale nederlaag tegen Pruisen te voorkomen, maar verder won het niets in Europa. Het Franse ancien régime verloor in deze laatste grote oorlog voor de Franse Revolutie dan ook veel prestige, hetgeen Madame de Pompadour, de maîtresse van Lodewijk XV, een onbedoeld profetische uitspraak ontlokte, "Après nous, le déluge" ('na ons de zondvloed').

1760 AD kwam George III (1738 - 1820), de kleinzoon van George II, aan de macht. De Zevenjarige Oorlog bracht het land in financiële moeilijkheden en het parlement voelde zich genoodzaakt de belastingen in het imperium te verhogen.

1763 AD was het einde van de Zevenjarige Oorlog, een reeks van oorlogen gestreden in Europa en zijn koloniën. Pruisen kon daarbij ternauwernood standhouden tegen onder meer Oostenrijk. De Oostenrijkse bondgenoten Frankrijk en Spanje werden verslagen en moesten ten gevolge van de Vrede van Parijs een reeks koloniën afstaan aan Groot-Brittannië. Dit betekende de start van het Brits Imperium.

Tijdens deze oorlog tussen Frankrijk en Engeland, die ook in de overzeese gebiedsdelen werd uitgevochten, bekend als de Franse en Indiaanse Oorlog, verloor Frankrijk vrijwel al zijn koloniën in Noord-Amerika. Nu de grootste concurrent van de Engelse kolonisten verslagen was, begonnen de kolonisten de bemoeienis van het moederland als hinderlijk te ervaren. De Britse regering probeerde daarentegen haar gezag te verstevigen, onder andere door er een permanent leger te stationeren. Een aantal indianenstammen in de Ohio-vallei onder leiding van Pontiac kwamen in opstand. Dit was voor de Britse regering reden om verdere expansie naar het westen te verbieden. Het was de bedoeling dat de Appalachen als grens, de zogenaamde proclamation line, fungeerden. De Engelsen probeerden via diverse belastingmaatregelen de Amerikaanse onderdanen mee te laten betalen aan de militaire kosten van het imperium door de Zevenjarige Oorlog.

In Amerika voerden de Europeanen ook menigmaal onderling strijd, vaak in samenwerking met verschillende indianenstammen, om zodoende hun koloniale rijken te versterken of uit te breiden. De grote mogendheden, met name Frankrijk en Engeland, in mindere mate Spanje, streefden ernaar een zo groot mogelijk deel van de wereld te beheersen. Ook om Noord-Amerika voerden zij een verbitterde strijd. Een reeks van oorlogen was het gevolg. Deze zijn merendeels genoemd naar de regerende vorsten. Achtereenvolgens werden de volgende conflicten in de Nieuwe Wereld uitgevochten, de Oorlog van koning Willem van 1688 tot 1697, de Oorlog van koningin Anna van 1702 tot 1713, de Oorlog van koning George van 1740 tot 1748 en de Franse en Indiaanse Oorlog van 1756 tot 1763.

Mozart (1756 - 1791) geeft in Brussel op 7-jarige leeftijd een recital in de aanwezigheid van landvoogd Karel Alexander van Lorreinen.

1765 AD wordt Keizer Jozef II (1741 - 1790), zoon van Maria Theresia van Oostenrijk en de Rooms-Duitse Keizer Frans I Stefan, Rooms-Duitse Keizer. Jozef II was een voorstander van verlicht absolutisme, een regeringsvorm uit de tweede helft van de achttiende eeuw die gehanteerd werd door vorsten die tijdens de Verlichting bereid waren om een aantal ideeën van deze beweging uit te voeren. De despoten hielden wel de macht in handen.

1773 AD wierpen tijdens de The Boston Tea Party als indianen verklede patriotten thee vanaf Engelse schepen in de haven van Boston als protest tegen de belastingen op deze thee. Ook kwam de gedachte van onafhankelijkheid van het Engelse parlement op. Onder druk van de Engelse maatregelen kwam in Philadelphia voor het eerst het Continental Congress bijeen. Dit Congress verenigde de 13 koloniën in een samenwerkingsverband en het verklaarde onder meer de Engelse belastingwetten, The Coercive Acts, ongeldig. Tevens werd opgeroepen om de handel met Engeland te boycotten. De Sugar Act van 1764, de Stamp Act van 1765 en de Townshend Acts van 1767 legden extra belastingen op aan de Amerikaanse koloniën, tot woede van de koloniën. Deze koloniën waren niet vertegenwoordigd in het Britse parlement in Westminster, terwijl dat wel belastingen aan ze oplegde. Dit werd vervat in de leus "No Taxation without Representation". Als tegenreactie werd er een boycot georganiseerd van importthee uit China die door de Britse Oost-Indische Compagnie verkocht werd. De nacht voor de thee aan land zou worden gebracht, stormden de Sons of Liberty, een groepje van 60 Bostonions onder leiding van Samuel Adams, de Griffin's Wharf op, verkleed als Mohawkindianen. De Sons of Liberty enterden de schepen en begonnen de lading te vernielen. De Boston Tea Party was een protest van Amerikaanse kolonisten tegen de Britse overheid in Boston. Het is één van de belangrijkste gebeurtenissen in het ontstaan van de Verenigde Staten en een centraal punt in de Amerikaanse Revolutie. De Britse Oost-Indische Compagnie was op grote schaal thee gaan importeren uit China maar omgekeerd was er weinig belangstelling voor westerse producten en dit leidde tot een groot handelstekort. Het bedrijf creëerde een Brits monopolie op opium. India had een goed klimaat voor de teelt hiervan. De import van opium in China was illegaal. De Compagnie kon geen gebruik maken van eigen schepen voor het transport want werden ze betrapt dan zou de lucratieve handel in thee in gevaar worden gebracht. In India verkocht de Compagnie de opium aan handelaren, de zogenaamde "country traders", op krediet. Zij smokkelden de opium naar China en met de verkoopopbrengst werden de kredieten afbetaald. Met dit geld kocht de compagnie thee voor Groot-Brittannië. China leed onder de opiumsmokkel, niet alleen verdween veel geld naar het buitenland, maar ook raakten veel Chinezen verslaafd.

De Amerikaanse Revolutie van 1765 tot 1791 is de periode die de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten van Amerika inleidde. De Revolutie begon met politieke veranderingen in de dertien Britse koloniën van Noord-Amerika en toenemend verzet tegen de Britse machthebber, wat uitmondde in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog van 1775 tot 1783 tussen de opstandige koloniën en moederland Groot-Brittannië.

 1775 AD volgde dan de definitieve uitbarsting. De Engelse bevelhebber in Boston, Sir Thomas Gage, hoorde dat kolonisten een wapenopslagplaats aanlegden in Concord, ten westen van Boston. De bevelhebber wilde op deze voorraden beslag leggen en twee leidende patriotten arresteren, Samuel Adams en John Hancock. Op weg naar Concord werden de Engelse soldaten door geweervuur van de kolonisten opgewacht. De gewapende strijd om de onafhankelijkheid was begonnen. Plannen voor diverse belastingwetten zoals de Stamp Act en de afgekondigde proclamation line droegen in hoge mate bij aan het uitbreken van de onafhankelijkheidsstrijd. In deze periode werden de Verenigde Staten als natie geboren. Onder deze kolonisten van de 13 koloniën groeide een sterk Amerikaans zelfbewustzijn. Vanuit Europa zag men de koloniën als een soort wingewest, dat mede moest bijdragen aan de betaling van de oorlogsschulden.

1776 AD ontstond, juist rond belastingheffing vanuit het moederland Engeland, het conflict dat leidde tot de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten. De inzet voor de strijd met Engeland was de vraag, mag het moederland aan de koloniën belastingen opleggen? De kolonisten zeiden "nee", het moederland zei "ja". De Engelse regering legde allerlei belastingen aan de koloniën op, de Sugar Act van 1764, Amerikaanse kolonisten moesten invoerrechten op suiker betalen, terwijl smokkel streng werd bestraft, belasting op elk stukje papier via een zegeltje, The Townshend Duties van 1767, dat invoerrechten op papier, lood, verf en thee voorschreef. De kolonisten bestreden de rechtmatigheid hiervan. "No taxation without representation", was een gevleugelde leuze in die tijd. Toen de Engelse minister Townshend met nieuwe belastingen op, onder andere, thee kwam, was de reactie heftig. Het kwam tot een openlijk en gewelddadig conflict toen een menigte in Boston de Engelse soldaten te lijf ging. De soldaten schoten op de mensen en de Boston Massacre was een feit. Ook in Rhode Island kwam het tot uitbarstingen tegen de Engelsen. De oorlog resulteerde tot de Amerikaanse onafhankelijkheid en de oprichting van 's werelds eerste constitutionele liberale democratie, een gebeurtenis die wereldwijd denkers en revolutionairen inspireerde. Het Continental Congress kwam voor de tweede maal bijeen en benoemde George Washington (1732 - 1799), een planter uit Virginia tot opperbevelhebber van de Amerikaanse troepen. Het Continental Congress droeg aan vijf mensen op om een onafhankelijkheidsverklaring op te stellen. Tot de opstellers van deze verklaring behoorden onder meer Benjamin Franklin, John Adams en Thomas Jefferson. Op 4 juli 1776 werd deze verklaring door het Continental Congress aanvaard. De Verenigde Staten van Amerika waren geboren. "The Declaration of Independence" stelde dat "all men" het recht hebben op "life, liberty and the pursuit of happiness". Het Amerikaans schip, de USS Andrew Doria, met de nieuwe Amerikaanse vlag in top, de Gallow Bay van St. Eustatius kwam binnen zeilen kreeg in opdracht van Gouverneur Johannes de Graaff elf saluutschoten van Fort Oranje. Hiermee was Nederland het eerste land ter wereld dat de Verenigde Staten erkende als onafhankelijke natie.

1780 AD volgt Keizer Jozef II zijn moeder Maria Theresia van Oostenrijk op als Aartshertog van Oostenrijk en koning van Hongarije en Bohemen. Hij stelt zijn zuster Maria Christina van Oostenrijk (1742 - 1798) met haar man hertog Albert Casimir van Saksen-Teschen als landvoogden van de Zuidelijke Nederlanden, maar hij laat echter zijn zuster weinig vrijheid inzake het bewind. De godsdienstige hervormingen van Jozef II lagen hem na aan het hart. Vooral de macht van de Paus en de opbrengsten uit kerkelijke bezittingen waren hem een doorn in het oog. Om daar een einde aan te stellen schuwde hij geen risico's, niet-katholieken, waaronder joden, kregen gelijke toegang tot openbare ambten en mochten hun religie vrijer beoefenen. Vervolgens voerde hij het burgerlijk huwelijk in. Met een ander edict hief hij de nutteloze kloosters op, die zich enkel bezighielden met gebed. Hij gaf de opdracht om het wetboek van Lombardije, een regio in Noord-Italië, te vertalen in het Nederlands. Deze "vreemde" tekst werd echter niet aanvaard door de Oostenrijkse Nederlanden en droeg bij aan het uitbreken van de Brabantse Omwenteling.

1782 AD komt er een eind aan de Staatse bezetting van de Oostenrijkse Nederlanden omdat Keizer Josef II de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden de barrièresteden laat ontruimen en de garnizoenen het land uitzet. In de Oostenrijkse Nederlanden verklaren een aantal provinciale raden zich onafhankelijk. Zo blijven alleen nog Vlaanderen, Mechelen, Namen en Opper-Gelre vertegenwoordigd in de Grote Raad van Mechelen.

1783 AD woedde de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, voort. Aanvankelijk liep het daarin niet goed voor de kolonisten. Frankrijk ging, mede door beïnvloeding door Benjamin Franklin, de kolonisten tegen Engeland steunen. Later gaat ook Spanje de kolonisten steunen. Als derde natie steunden de Hollanders, de bankiers van Europa, eveneens de kolonisten. De Engelse generaal Lord Cornwallis moest zich overgeven aan de Amerikaans-Franse troepen onder leiding van Washington, hetgeen het effectieve einde van het Engelse verzet betekende. Er kwamen vredesbesprekingen en de definitieve vrede werd  in Parijs ondertekend, waarbij Groot-Brittannië de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten erkende en zich beloofde terug te trekken uit de nieuw ontstane natie. Bij de onafhankelijkheid was de VS een verzameling van 13 staten waarvan de onderlinge samenhang niet al te groot was. Een belangrijke onopgeloste vraag was de machtsverdeling tussen de individuele staten en de Unie. Sommigen wilden een sterk centrale overheid, anderen juist een minimale macht voor de federale regering in de nieuwe hoofdstad, Washington.

De Brabantse Omwenteling van 1789 tot 1790, ook wel Eerste Belgische Revolutie genoemd, was een opstand van de Zuidelijke Nederlanden tegen het Oostenrijkse gezag van Keizer Jozef II. Hij begon in het gewest Brabant maar breidde zich al heel snel uit over Vlaanderen, en nadien ook in mindere mate in Henegouwen, Namen en Limburg. De opstand leidde tot het kortstondig bestaan van een republiek, de Verenigde Nederlandse Staten, onder leiding van Hendrik van de Noot (1731 - 1827). Alle Staten, met uitzondering van Luxemburg, verklaarden zich onafhankelijk en verenigden zich in de Verenigde Nederlandse Staten. Elke provincie behield zijn soevereiniteit maar droeg de gemeenschappelijke belangen over aan het Congres, dat in feite de voortzetting van de Staten-Generaal is. De opstandelingen bleken het al spoedig diep met elkaar oneens. De behoudsgezinde Statisten beheersten de Staten van Brabant, hun tegenstanders, de Vonckisten, vonden meer aanhang in Henegouwen en in Vlaanderen. Deze laatsten willen een democratische, centrale staat naar Frans model, mogelijk opnieuw onder de Oostenrijkse vorst. Van de Noot zocht buitenlandse steun bij Pruisen en rekende ook op de Verenigde Provinciën.

1789 AD begint in Frankrijk de Franse Revolutie met de bestorming van de Bastille en wordt de Verklaring van de rechten van de mens en de burger afgekondigd door de Assemblée Nationale. De Franse Revolutie was het begin van een zeer onstabiele periode in Europa, die bijna drie decennia duurde. In Frankrijk kwam een einde aan de monarchie. Vervolgens ging het revolutionaire bewind over tot een op expansie gerichte politiek, waarbij de Franse legers een reeks van overwinningen op de andere Europese mogendheden behaalden. Het Europees machtsevenwicht werd hierdoor ernstig verstoord. Engeland was een van de weinige landen waar de onrust grotendeels aan voorbijging. De heersende elite bezag de ontwikkelingen in Frankrijk met wantrouwen. De verstoring van het machtsevenwicht was reden om Frankrijk de oorlog te verklaren. Groot-Brittannië voerde bijna onafgebroken oorlog tegen Frankrijk, meestal in samenwerking met Rusland, Oostenrijk en Pruisen. Een Franse invasie in Engeland of Ierland behoorde lange tijd tot de mogelijkheden. De Franse Revolutie was veel meer dan de val van een vorstenhuis, dat was wel vaker gebeurd, zowel in Frankrijk als elders. Zij wordt wel beschouwd als de aanvang van de moderne tijd in Frankrijk. De gepropageerde verworvenheden van de revolutie, vrijheid, gelijkheid en broederschap waren niet overal in gelijke mate doorgedrongen en werden bepaald niet zonder slag of stoot geaccepteerd. De opstand in de Vendée werd met genocidaal geweld neergeslagen. In Lyon belandden niet alleen vele weerspannigen onder de guillotine, maar werden in een strafexpeditie ook opzettelijk zware verwoestingen aangericht. De Revolutie mislukte aanvankelijk, niet zozeer door verzet van aanhangers van het ancien régime of door buitenlandse inmenging tijdens de Eerste Coalitieoorlog, maar door onderlinge verdeeldheid van de revolutionairen, die leidde tot de beruchte Terreur, die in 1793-94 werd uitgeoefend door het 'Comité de salut public' onder leiding van Robespierre (1758 - 1794). Nadat Robespierre eind juli 1794 zijn hand had overspeeld en tijdens de Thermidoriaanse Reactie, een staatsgreep, zelf onder de guillotine was gekomen, werd het Comité opgevolgd door het Directoire, een vijfkoppig bestuur, dat wel autoritair republikeins moest zijn, omdat de Terreur de anti-Revolutionaire monarchisten in de kaart had gespeeld, waardoor die een serieuze bedreiging voor de Republiek vormden.

1790 AD wordt Keizer Leopold II (1747 - 1792), zoon van Keizer Frans I en Maria Theresia van Oostenrijk en broer van Keizer Jozef II, Rooms-Duitse Keizer, Aartshertog van Oostenrijk en koning van Hongarije en Bohemen en Landsheer van de Oostenrijkse Nederlanden. Oostenrijk en Pruisen riepen de andere Europese grote mogendheden op om in te grijpen als de Franse koning Lodewijk XVI (1754 - 1793) in gevaar zou komen. De Nationale Grondwetgevende Vergadering van Frankrijk zag dit als een verkapte oorlogsverklaring, en greep dit argument aan om de oorlog te verklaren aan Oostenrijk en zijn bondgenoten, de Coalitieoorlogen of Franse revolutionaire oorlogen van 1792 tot 1802.

In de Zuidelijke Nederlanden wordt door het "Manifest van de Provincie Vlaenderen" de onafhankelijkheid van het graafschap Vlaanderen uitgeroepen, dit gebeurt op de Vrijdagmarkt te Gent. De laatste keer dat de Zuidelijke Staten-Generaal vergaderen op eigen initiatief, roepen zij de Verenigde Nederlandse Staten uit als een confederatie van de Zuidelijke Nederlanden. De negen stichtende leden van deze statenbond zijn Brabant, Henegouwen, Vlaanderen, West-Vlaanderen, Namen, Mechelen, Belgisch Gelre, Doornik en het Doornikse. De Vonckisten zijn bereid de Rooms-Duitse keizer Leopold II te erkennen, de Statisten daarentegen scharen zijn achter de Staten Generaal van de Nederlanden. Veel Vonckisten vluchten daarop naar Frankrijk. De Verenigde Nederlandse Staten worden ook niet internationaal erkend, en moeten toezien hoe de Oostenrijkers gemakkelijk weer hun gezag herstellen. De Oostenrijkers verplichten de burgers in de Oostenrijkse Nederlanden om alle geweren in te leveren. Toen Pruisen de opstandelingen in de steek liet, mislukte de opstand en Oostenrijk kon in 1791 zijn gezag herstellen met zachte middelen, namelijk met herstel van grondwetten en algemene amnestie en met lichte militaire druk. Dit was de Eerste Oostenrijkse Restauratie.

1792 AD wordt Keizer Frans II (1768 - 1835), zoon van Rooms-Duitse Keizer Leopold II, Rooms-Duitse Keizer, Aartshertog van Oostenrijk en koning van Hongarije en Bohemen en Landsheer van de Oostenrijkse Nederlanden. Het eerste deel van zijn regeerperiode stond in het teken van de Coalitieoorlogen tegen Napoleon Bonaparte.

De Eerste Coalitieoorlog tussen Frankrijk de rest van Europa, wordt grotendeels op gebied van de Oostenrijkse Nederlanden geleverd. In de Slag bij Jemappes wordt het Oostenrijkse leger door de Fransen verslagen. De Franse troepen worden door een deel van de bevolking als bevrijders gezien, ook omdat de Franse generaal beloofd heeft dat in alle vrijheid een democratische grondwettelijke staat mag worden ingericht. Verder zal hij alles in het werk stellen om de Schelde te 'openen'. De Fransen dringen de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden binnen. Antwerpen wordt veroverd door de Franse revolutionaire legers. Frankrijk 'opent' de Schelde, maar de napoleontische oorlogen zullen de handel beperken, en Antwerpen wordt onder Napoleon een oorlogshaven, een "Pistool gericht op Engeland".

1793 AD verklaart het revolutionaire Frankrijk de "tirannen" George III (1738 - 1820) van het Verenigd Koninkrijk en Willem V van Oranje Nassau (1748 - 1806) van de Verenigde Nederlanden, de oorlog. De Zuidelijke Nederlanden worden bij Frankrijk ingelijfd, de annexatie wordt in een tumultueuze volksstemming goedgekeurd. Deze annexatie van de Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk wordt ongedaan gemaakt in de Slag bij Neerwinden. De Fransen worden door het Oostenrijkse leger verslagen. De Franse troepen moeten het land ontruimen. Er ontstaat uitgebreid internationaal diplomatiek overleg over de toekomst van België. Aartshertog Karel van Oostenrijk (1771 - 1847) wordt landvoogd van de Oostenrijkse Nederlanden.

1794 AD annexeert Frankrijk de Oostenrijkse Nederlanden, in de Slag bij Fleurus en graaf Jean Baptiste Jourdan, een Frans maarschalk, dwingt de Oostenrijkers om de Nederlanden te verlaten. Het verlies van de Oostenrijkers brengt de Franse overheersing terug en markeert het begin van de Franse tijd van 1794 tot 1815 in België en in Nederland.

1796 AD zorgen de Napoleontische oorlogen voor een opsplitsing van de republiek Venetie in een Frans en Oostenrijks deel.

De Cisalpijnse Republiek van 1797 tot 1802, wordt een Noord-Italiaanse zusterrepubliek van de Eerste Franse Republiek met als president, Napoleon Bonaparte (1769 - 1821).

1798 AD zetten de draconische economische maatregelen, de dienstplicht, de drastische inperking van de taalvrijheid en de openlijke jacht op de Kerk, vooral bij de Vlaamse boeren, de brigands, kwaad bloed en leidden tot een opstand tegen de Franse bezetter, de sansculotten. Deze Boerenkrijg eindigde toen het boerenleger werd verslagen. Er volgde een strenge repressie waarbij de meeste leiders werden terechtgesteld. Napoleon kende in België zowel voor- als tegenstanders.

Egypte wordt voor een periode van negen maanden bezet door Franse expeditietroepen onder leiding van generaal Napoleon Bonaparte. Nadat de Britten onder leiding van admiraal Horatio Nelson een kustblokkade instelden, ontvluchtte Napoleon het land met achterlating van zijn leger. Napoleon was diegene die alles besliste zonder dat de Belgen, evenmin als de andere Fransen, enige inspraak hadden in het bestuur van hun land.

1799 AD wordt het Directoire, een vijfkoppig bestuur, op zijn beurt terzijde geschoven door de nog meer autoritaire Napoleon Bonaparte, die de Republiek aanvankelijk regeerde als eerste consul, maar die later omzette in het Eerste Franse Keizerrijk. Ondanks de chaos en gruwelen werd in deze revolutionaire en post-revolutionaire tijden de basis gelegd voor een door de Verlichting geïnspireerde burgerlijke democratie, de scheiding van kerk en staat en de trias politica of scheiding van machten in wetgevende, uitvoerende en rechtelijke. Aldus kwam er een eind aan de absolute monarchie en de feodale standenmaatschappij, veel radicaler dan 150 jaar tevoren tijdens Oliver Cromwells revolutie in Engeland. Hoewel de bevolking van Frankrijk altijd zeer divers was geweest, werd het land volgens de Jakobijnse ideologische centralistische visie de eerste "moderne natiestaat ter wereld", die veel effectiever dan voorheen het volk tot een gezamenlijke krachtsinspanning kon inspireren. Dit maakte een nieuw verschijnsel, de 'levée en masse', ofwel militaire dienstplicht mogelijk. Hoe gebrekkig dit systeem ook nog werkte naar hedendaagse maatstaven, het was een groot voordeel voor Frankrijk ten opzichte van haar vijanden, die als vanouds maar moesten zien dat ze voldoende huurlingen konden betalen. Gecombineerd met de relatief grote bevolking resulteerde dit in een nieuw militair overwicht op haar vijanden, die vergeefs trachtten de Revolutie de kop in te drukken in de Eerste Coalitieoorlog en in de Tweede Coalitieoorlog, waarbij het revolutionaire Frankrijk zelfs aanzienlijke terreinwinst boekte. Hierbij vestigde Bonaparte zijn naam als groot veldheer. Er zouden tot aan de Slag bij Waterloo nog vijf anti-Franse coalitieoorlogen nodig zijn om de Franse expansiedrift te beteugelen.

Negentiende eeuw

In het begin van de negentiende eeuw vindt in Engeland een ware 'revolutie' plaats, de zogenaamde 'industriële revolutie'. Dit was een van de meest ingrijpende ontwikkelingen uit de menselijke geschiedenis, qua belang vergelijkbaar met de neolithische revolutie, het ontstaan van landbouw. De industrialisatie deed het economisch leven ingrijpend veranderen, de productie van goederen nam sterk toe, nieuwe technieken werden ontwikkeld en ook de distributie van goederen vond plaats over nieuwe wegen. De effecten waren niet louter positief er waren ook de negatieve aspecten zoals de vaak erbarmelijke omstandigheden waarin de fabrieksarbeiders leefden.

1801 AD verdrijft een Brits-Ottomaanse legermacht de Fransen uit Egypte, dat een autonome Ottomaanse provincie wordt.

1802 AD wordt in de Cisalpijnse Republiek een nieuwe grondwet aangenomen, waarin de naam werd veranderd in Italiaanse Republiek, maar met hetzelfde grondgebied. de president ervan was Napoleon Bonaparte.

1803 AD koopt de Verenigde Staten het territorium Louisiana van Frankrijk. Frankrijk probeerde zo te voorkomen dat het goeddeels nog onverkende gebied in Britse handen zou vallen terwijl de Verenigde Staten de volledige controle over de rivier de Mississippi kreeg en meer dan twee keer zo groot werd. Enkele jaren later verkreeg de Verenigde Staten Spaans Florida. Texas vocht zich los van Mexico en werd een onafhankelijke republiek waarna het op eigen verzoek werd opgenomen in de Unie. Na de annexatie van Texas ontstond er een grensconflict tussen de Verenigde Staten en Mexico.

1804 AD wordt de Franse Caraïbische slavenkolonie Haïti door middel van een opstand onafhankelijk. Frankrijk had op het westelijk halfrond nog slechts Frans-Guyana en wat eilandjes in de Caraïbische Zee over.

In de Nederlandse Republiek waren al voor de Franse tijd de verhoudingen niet feodaal meer, de rol van de adel was al eeuwen relatief gering, maar het bestuur was wel erg versnipperd vanwege de autonomie van de gewesten en steden, waarin een regentenkaste de dienst uitmaakte. De regenten werden door de Fransen van hun macht ontdaan en de vervolgens in Nederland opgelegde eenheid in bestuur, valuta, maten en gewichten, rechtspraak en belastingheffing is sindsdien nooit teruggedraaid.

Keizer Frans II, wordt de eerste Keizer van Oostenrijk.

Napoleon Bonaparte studeerde als jonge militair aan de Franse koninklijke militaire academie en koos bij aanvang van de Franse Revolutie voor de opstandelingen. Hij klom dankzij militaire kwaliteiten snel op in de rangen van het revolutionaire 'volksleger', tot hij de belangrijkste generaal van de revolutionairen was. Hij had zeker waardering voor de revolutionaire verworvenheden, maar Bonaparte was ook eerzuchtig en uit op handhaving en uitbreiding van zijn eigen machtspositie. Tien jaar na de Revolutie nam Bonaparte de macht over van het revolutionaire Directoire. Hij vestigde een Consulaat, waarvan hijzelf eerste consul werd, met dictatoriale bevoegdheden. Hij bleek ook een bekwaam bestuurder te zijn, die in eigen land de nieuwe orde consolideerde in een autoritair bewind dat hem op het lijf geschreven was. Andere Europese mogendheden voelden zich bedreigd door de Franse revolutionaire geestdrift, hetgeen leidde tot de napoleontische oorlogen. Frankrijk bleek echter in veel gevallen militair superieur en won de controle over een groot deel van West- en Centraal-Europa, wat gepaard ging met de export van het revolutionaire gedachtegoed en bijbehorende instellingen. De artillerie was in die tijd zo ver ontwikkeld, dat versterkte steden en forten onvoldoende bescherming boden. Het kwam aan op snelle en lange marsen met grote legers om op de juiste tijd en plaats in één dag een beslissende slag te forceren met soepele manoeuvres, waarbij soms tienduizenden doden en gewonden velen. In dit type krijgskunst was Napoleon onbetwist superieur. Al deze factoren stelden Napoleon in staat alles te overtreffen waarvan Lodewijk XIV in zijn expansiedrift had kunnen dromen. Ter zee bevestigden de Britten echter hun suprematie meer dan ooit, waarbij Horatio Nelson de nationale held werd, die in historische zeeslagen bij de Nijldelta en bij Trafalgar zijn land verdedigde tegen het Franse gevaar. Het Verenigd Koninkrijk behield daardoor een continuïteit die het tot op de dag van vandaag onderscheidt van de rest van West-Europa.

1805 AD vindt een belangrijke overwinning van admiraal Horatio Nelson plaats in de Slag bij Trafalgar, een zeeslag tijdens de Derde Coalitieoorlog tussen het Verenigd Koninkrijk en het Franse keizerrijk van Napoleon. Na de vernietiging van de Franse vloot, probeerde Napoleon alle havens van het continent, het vasteland van Europa, te sluiten voor de Britse handel. Deze periode was voor het Britse Rijk een moeilijke economische strijd.

1806 AD roept Napoleon, president van Italië, zichzelf uit tot koning van Italië en veranderde de naam Italiaanse Republiek naar Koninkrijk Italië.

1810 AD wordt in veel veroverde gebieden, waaronder Nederland, nadat dit geheel was geannexeerd, net als in Frankrijk de dienstplicht ingevoerd, wat de Franse hegemonie nog verder vergrootte.

1812 AD komt het tot een veldtocht van Napoleon naar Rusland met het grootste leger dat Europa ooit gezien had. De Russen hadden wel de mankracht, maar niet het logistieke vernuft om deze prestatie te evenaren. Zij wisten echter de strategische diepte van hun land en de strengheid van de Russische winter goed uit te buiten en pasten de tactiek van de verschroeide aarde toe. Op 7 september kwam het dan eindelijk tot de Slag bij Borodino nabij Moskou, die voor beide partijen zeer bloedig was. Het door Napoleon gewenste resultaat bleef echter uit. Hij kon nog wel Moskou bezetten, maar dat werd door de Russen zelf in brand gestoken. De tsaar reageerde vanuit Sint-Petersburg niet op zijn eis tot overgave. Er zat in oktober voor Napoleon niets anders op dan vanuit Moskou terug naar huis te marcheren. De nog resterende troepen gingen daarbij voor het overgrote deel ten onder door uitputting, honger en bevriezing, tevergeefs op zoek naar de vijand om een beslissende slag te leveren. De vijand kwelde hem op de terugtocht wel voortdurend met verrassingsaanvallen. Rusland leed ook ontstellend onder deze ongekende aanval vanuit het westen, die nog altijd beschouwd wordt als een van de meest dramatische episodes in de Russische nationale geschiedenis.

1813 AD wordt door Napoleon de ontbinding van het Heilige Roomse Rijk afgedwongen, en legde Keizer Frans II de keizerstitel Keizer van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie neer. Hij bleef echter Keizer van Oostenrijk. Nadat Napoleon de Volkerenslag of Slag bij Leipzig had verloren, begon het duidelijk te worden dat Frankrijk de gebieden die het geannexeerd had, weer zou moeten afstaan.

Het rampzalige avontuur in Rusland luidde Napoleons ondergang in. Zijn vijanden meenden een kans te zien om zonder verder bloedvergieten van hem af te komen. Zij boden hem de gelegenheid zich terug te trekken uit een groot deel van zijn veroverde gebieden, waarbij hij dan wel keizer kon blijven van Frankrijk zelf en van enkele omringende gebieden. Napoleon wees dit verontwaardigd af en liet het al in aankomen op een nieuwe krachtmeting, de Volkerenslag bij Leipzig. De Pruisen, de Oostenrijkers, de Russen en de Zweden hadden echter geleerd van Napoleons succesformule en hadden verscheidene van zijn militaire vernieuwingen ingevoerd. Ze waren aldus in staat Frankrijk een zware nederlaag toe te brengen, die leidde tot Napoleons val en verbanning naar het Italiaanse eiland Elba. In Frankrijk werd weer een lid van het huis Bourbon op de troon gezet, Lodewijk XVIII van Frankrijk, maar de hiermee ingezette Restauratie viel in slechte aarde. In de daarop volgende politieke instabiliteit gingen in Frankrijk stemmen op om de grote oorlogsheld terug te halen. Dit leidde tot de Honderd Dagen van Napoleons triomfantelijke terugkeer en vervolgens tot zijn definitieve nederlaag tegen de Britten en Hollanders en de Pruisen in de Slag bij Waterloo. Hij werd toen door de Britten, volgens hem ‘de meest genereuze van zijn vijanden’, levenslang verbannen naar het verre en goed bewaakte Britse eiland Sint-Helena in het zuiden van de Atlantische Oceaan. Daar werkte hij aan zijn memoires en stierf hij in 1821. Ondanks machtsmisbruik en zelfverrijking door Napoleon is de invloed van de Franse Revolutie en de vervolgens door Napoleon geëxporteerde verworvenheden van de Revolutie op cultuur en bestuur van Europa van groot en blijvend belang gebleken. De feodale verhoudingen in West- en Centraal-Europa, die overigens al langzaam aan het afbrokkelen waren vóór de Franse veroveringen, hadden een slag gekregen waarvan zij niet meer zouden herstellen. In plaats van adellijke afkomst werden talent en opleiding doorslaggevend voor het bekleden van machtsposities. Loyaliteit was in de eerste plaats verschuldigd aan het centrale gezag in plaats van aan een lokale feodale machthebber. Daarmee werd de weg vrijgemaakt voor het nationalisme en de daaruit voortkomende natiestaat. Het belangrijkste geopolitieke gevolg in Europa van Napoleons veroveringen was het ontstaan van het Duitse en Italiaanse nationalisme. Het Franse streven om de verworvenheden van de Franse Revolutie te exporteren is het minst succesvol gebleken en wellicht zelfs contraproductief geweest in Spanje, dat toch al achtergebleven en geïsoleerd was ten opzichte van de rest van het vroegmoderne West-Europa. De Franse bezetting van Spanje, die leidde tot de zes jaar durende Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog, bood echter wel een groot deel van Spanjes Amerikaanse koloniën de kans zich onafhankelijk te maken. Dit gebeurde onder leiding van de charismatische leider Simón Bolívar, die in Latijns-Amerika nog steeds een inspirerende figuur is. Van heel Latijns-Amerika bleven alleen Puerto Rico en Cuba nog onder Spaans gezag.

Heel Europa wenste Frankrijk terug te brengen tot zijn grenzen van voor de revolutie. De publieke opinie wenste het behoud van de Belgische eenheid en legde zich er na de afzetting van Napoleon bij neer dat dit gebeurde binnen het bestuurlijk tweeledige Verenigd Koninkrijk van de Nederlanden. Napoleon werd door Tsaar Alexander van Rusland en de Franse senaat gedwongen om onvoorwaardelijk troonsafstand te doen en er werd in 1814 besloten om Napoleon een ballingschap op Elba aan te bieden, met behoud van de keizerstitel en bovendien zou hij door hem zelf uitgekozen Franse soldaten mogen meenemen als lijfwacht. Tien maanden na de verbanning naar Elba ontsnapte Napoleon, vergezeld van duizend soldaten en vier kanonnen. Zijn snelle terugkeer naar de macht wordt in Frankrijk ook wel de "adelaarsvlucht" genoemd. Hij reisde via wat later bekend zou worden als de route Napoléon naar Grenoble, kreeg daar de steun van legeronderdelen, en kreeg de steun van een deel van de bevolking, diegenen die niet tevreden waren over Lodewijk XVIII (1755 - 1824) en bij het leger was Napoleon nog geliefd. Koning Lodewijk XVIII realiseerde zich dat hij weinig politieke steun had van de Franse bevolking en ontvluchtte het Tuilerieënpaleis. De grote mogendheden besloten op het Congres van Wenen om Napoleon vogelvrij te verklaren als een vijand die buiten iedere wettige bescherming stond.

Napoleon leek vrijwel onverslaanbaar op het Europese continent, met uitzondering van het Iberisch Schiereiland, waar hij te maken kreeg met een type oorlog waarop hij geen antwoord had, een guerrilla, die wel de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog van 1808 tot 1814, genoemd wordt. Deze werd door de Britten krachtig gesteund, met militaire interventies onder bevel van de Hertog van Wellington. De coalitie van Britten, Pruisen, Spanjaarden en Oostenrijkers kwam overigens niet meer toe aan het de kop indrukken van de Franse Revolutie, zij werd geheel in de verdediging gedrongen. Napoleon voerde weliswaar veel goede bestuurlijke en onderwijskundige vernieuwingen in, maar ook een straffe censuur, omdat hij niet gediend was van openlijke kritiek op hem en zijn bewind.

Na de val van Napoleon koos men in Italië voor verschillende levensvatbare staten.

1815 AD Nadat Napoleon de macht in Parijs weer had overgenomen verklaarde hij de vrede in Europa te willen bewaren. De geallieerden waren niet overtuigd van Napoleons intenties, toen die een nieuw leger samenstelde. Napoleon wilde in de Zuidelijke Nederlanden de Britten en de Pruisen verslaan, voordat ook Oostenrijk een leger kon sturen. De Fransen, de Britten en een klein contingent Nederlandse troepen troffen elkaar vlak bij Waterloo. Het Franse leger viel onder bevel van Napoleon meerdere keren aan, maar de Britten, onder leiding van de hertog van Wellington, hielden stand en toen de Pruisen zich 's avonds bij de Britten aansloten, verloor Napoleon de Slag bij Waterloo. Napoleon wist dat met de regering van Lodewijk XVIII de guillotine hem wachtte en ook de Pruisen wensten dat Napoleon direct geëxecuteerd zou worden. De geallieerden beslisten op het Congres van Wenen dat Napoleon zou worden verbannen uit Europa. Sint-Helena in de Atlantische Oceaan, een eiland op zo'n 2000 km ten westen van Angola, een van de meest afgelegen eilanden ter wereld, zou het ballingsoord worden. De geallieerden besloten eveneens op het Congres van Wenen om een gordel van bufferstaten rond Frankrijk aan te leggen. Met dit doel werden de vroegere Zuidelijke Nederlanden opnieuw met de vroegere Verenigde Provinciën samengevoegd tot het Verenigd Koninkrijk van de Nederlanden. Het Verenigd Koninkrijk van de Nederlanden had twee regeringscentra: Den Haag en Brussel. In de zuidelijke provincies werd Nederlands de officiële taal, in de Waalse provincies bleef Frans de officiële taal. De koning drong erop aan dat het Nederlands de algemene bestuurstaal was, maar in de politiek was het Frans gangbaar. Alle Zuiderlingen in de Staten-Generaal spraken Frans, en dit werd ook verstaan door de Noorderlingen. In het begin kreeg vooral het Noorden te maken met veel werkloosheid en armoede. Dankzij de hereniging van de Nederlanden werd de zware schuldenlast van het Noorden verlicht. Het Zuiden was financieel stabiel, maar moest de schulden van het Noorden mee afbetalen. Anderzijds profiteerde het mee van de opbrengsten en afzetmogelijkheden in de Nederlandse koloniën. Het grootste obstakel voor de ontwikkeling van het Zuiden was het onderwijs, dat enkel toegankelijk was voor de elite. De overheid richtte staatsscholen op en damde zo de ongeletterdheid in.

1820 AD volgt George IV (1762 - 1830) zijn vader, koning George III, op als koning van Engeland. De nieuwe koning werd gekroond in de Westminster Abbey te Londen. Door zijn levensstijl vertoonde hij van bij zijn aantreden als koning al tekenen van verval. Hij was veel te zwaar en ook mentaal verzwakt. Met hem had de populariteit van de monarchie een dieptepunt bereikt.

De Risorgimento of "herrijzenis" van 1821 tot 1870 is de periode van de eenmaking van Italië, die begon met opstanden in Napels en Piëmont en voltooid werd met de inname van Rome door de Italianen.

1825 AD rijdt de eerste locomotief, de Locomotion, ontworpen door George Stephenson (1781 - 1848), op Britse bodem op de spoorlijn van Darlington naar Stockton.

1827 AD ontstaat in de Zuidelijke Nederlanden grote ontevredenheid, waaraan vanuit het parlement en door het despotisme van Willem I der Nederlanden (1772 - 1843), onvoldoende gehoor wordt gegeven. In deze context sloegen de twee grote Zuidelijke partijen – de katholieken en de liberalen – de handen in elkaar om gezamenlijk oppositie te voeren, het zogenaamde monsterverbond. Op politiek vlak wordt de druk opgevoerd en ook de bevolking komt in opstand.

1830 AD blijven na de opvoering, op de avond van 25 augustus 1830, van de romantisch nationalistische opera 'De Stomme van Portici', in de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel, de toehoorders "vive la liberté" roepen. In de late avond wordt er brand gesticht in het huis van minister Van Maanen, de drijvende kracht achter de taalpolitiek van de koning. De wanordelijkheden werkten aanstekelijk op de werklozen, die 's anderendaags in de fabrieken de stoommachines en de mechanische weefgetouwen vernielden, volgens hen de oorzaak van hun werkloosheid, en de voedselvoorraden plunderden. De burgerij, die vaststelde dat de wettelijke overheden de situatie niet aankonden, richtte in verschillende steden een burgerwacht op, die spoedig de orde herstelde. Gesterkt door dit gezag, nam het college van notabelen, dat in het Brusselse stadhuis bijeenkwam, het initiatief in handen en stuurde een afvaardiging naar Willem I om het ontslag van minister Van Maanen te vragen en een spoedbijeenkomst van de Staten-Generaal om de grieven te bespreken. Het weifelende en onhandige optreden van Willem I en zijn zonen leidde tot een definitieve breuk. Enerzijds had Willem I wel al de onbeperkte taalvrijheid weer ingevoerd maar anderzijds liet hij noch persvrijheid, noch een staatshervorming toe. Hij stuurde zijn zoon, kroonprins Willem, naar Brussel, terwijl zijn andere zoon, prins Frederik, die opperbevelhebber was van het koninklijke leger, in en rond Vilvoorde klaarstond met een leger van 6000 man. Door zijn bestendig contact met de plaatselijke burgerbevolking, bleek het regionaal gerekruteerde en gestationeerde regeringsleger zeer vatbaar te zijn voor revolutionaire ideeën en viel nu snel uiteen. De troepen kwamen in opstand tegen de hiërarchie, weigerden de bevelen uit te voeren en deserteerden massaal. Ondanks hun bonte samenstelling en omkadering slaagden de revolutionaire vrijwilligersbrigades erin bijna overal de plaats in te nemen van de reguliere troepen. Het hele grondgebied was bevrijd van noordelijke troepen.

Frankrijk maakte min of meer per ongeluk in Algerije, bij de uitroeiing van de laatste beruchte barbarijse zeerovers, een begin met kolonisatie in Afrika, maar dat was meer een symptoom van het verval van het Ottomaanse Rijk dan een bewijs van Frankrijks macht.

In Frankrijk zou de Restauratie, na Napoleons nederlaag bij Waterloo, het nog volhouden. Het reactionaire bewind van de laatste koning van het huis Bourbon werd opgevolgd door een 'burgerkoning', Lodewijk Filips I van Frankrijk (1773 - 1850), die, in ieder geval aanvankelijk, wat vooruitstrevender was. Een steeds conservatiever wordende houding van Lodewijk Filips I leidde in combinatie met een economische crisis in 1848 tot een nieuwe revolutie, die samenviel met vele andere revoluties elders in Europa, waardoor de Tweede Franse Republiek ontstond. Een oom van Napoleon Bonaparte, Lodewijk Napoleon, werd president. De republikeinse staatsvorm zou het deze keer maar vier jaar uithouden.

Willem IV (1765 - 1837), broer van George IV, volgt hem op als koning van Engeland. Willem IV brak met een aantal middeleeuwse tradities, zoals het kroningsbanket in Westminster Hall, en bezuinigde op het kostbare hofleven. De monarchie kwam dichter bij het volk te staan.

1831 AD wordt Leopold Joris Christiaan Frederik van Saksen-Coburg-Saalfeld (1790 - 1865), prins van Saksen-Coburg-Saalfeld, hertog van Saksen, de eerste koning van de Belgen, Leopold I van België. Vanaf het ontstaan van de Belgische staat gold het cijnskiesrecht van 1830 tot 1893, dus enkel burgers die een bepaalde hoeveelheid cijns (belasting) betaalden hadden stemrecht waardoor er bij de nationale verkiezingen  slechts 46.000 Belgen stemgerechtigd waren voor de kamer.

Frankrijk bleef denken aan een verdeling tussen de buurlanden van het opstandige gebied, namelijk het Franstalige deel bij Frankrijk en het Nederlandstalig deel bij Nederland.. De andere grootmachten wilden vooral de feitelijke situatie van rust handhaven en lieten het Belgische bewind zijn gang gaan. Het nieuwe regime werd toch door de grootmachten aanvaard, zeker nadat het eindelijk een koning had gevonden. Voor Willem I was dit echter niet aanvaardbaar en hij rukte met een Nederlands leger opnieuw zonder veel tegenstand op naar Brussel tijdens de Tiendaagse Veldtocht. Nadat een Frans leger de grens overstak, trok Willem I zijn troepen terug. Een Nederlands garnizoen onder leiding van generaal Chassé behield met een groot aantal kanonnen en soldaten de citadel van Antwerpen. Franse troepen namen de citadel wekenlang onder vuur en uiteindelijk viel de stad in Franse handen.

De Griekse Onafhankelijkheidsoorlog was een oorlog tussen de Grieken en de Turken, vanaf de Griekse onafhankelijkheidsverklaring van het Ottomaanse Rijk op 25 maart, nu de Griekse nationale feestdag, 1821 tot de erkenning van de onafhankelijkheid van het moderne Griekenland in juli 1832 met het Verdrag van Constantinopel.

1837 AD wordt Victoria (1819 - 1901), een kleindochter van George III, koningin van Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië. De victoriaanse tijd was een periode van snelle bevolkingsgroei, democratisering en een groot vertrouwen in de nationale identiteit. De periode dankt haar naam aan het lange bewind van koningin Victoria. Ongeveer halverwege de eeuw bereikte het land het hoogtepunt van zijn macht. Gedurende de latere decennia van Victoria's bewind werd ook het onderwijs hervormd. Victoria en haar echtgenoot prins Albert gaven op unieke wijze gestalte aan het Britse koningschap. Vanaf de jaren zeventig stagneerde de expansie van de wereldeconomie. Vooral de landbouwsector werd zwaar getroffen. Voor de Engelse aristocratie pakte de crisis zeer nadelig uit en gaandeweg kwam er een eind aan haar politieke dominantie.

1838 AD werd de hoge Chinese ambtenaar Lin Zexu naar Kanton gestuurd om de opiumsmokkel te stoppen. Met harde maatregelen greep hij in en nam ruim 20.000 kisten opium in beslag die vervolgens werd vernietigd. De Britse handelaren leden hierop een groot financieel verlies. en zij oefenden grote druk uit op de Britse regering voor een schadeloosstelling. Dit resulteerde in de Eerste Opiumoorlog (1839-42). Schepen van de Compagnie en van de Britse marine vielen havens in China aan. In het Verdrag van Nanking kregen de Britten hun schadevergoeding en Hongkong. Het restrictieve Kantonsysteem kwam te vervallen en nog vier Chinese havens werden opgesteld voor de zeehandel.

1839 AD erkent Nederland de Belgische onafhankelijkheid, bij het Verdrag van Londen, na een lange en kostbare volhardingspolitiek.

1843 AD werd in het verdrag van Maastricht de grens tussen België en Nederland vastgesteld.

1846 AD brak, nadat er een schermutseling plaatsvond op een gebied dat zowel door de VS als Mexico werd opgeëist, de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog uit. Beide partijen leden zware verliezen maar toch wisten de Amerikanen vrij eenvoudig te winnen en werd Mexico-Stad ingenomen. Bij de vrede van Guadalupe Hidalgo raakte Mexico het noordelijke deel van zijn grondgebied aan de Verenigde Staten kwijt. Hieruit werd onder andere de staat Californië gevormd alsmede territoria die later New Mexico, Arizona en Nevada zouden worden. Kort nadat de gevechten gestaakt werden, werd in Californië goud gevonden en al gauw brak de Californische goldrush uit. Er ontstond een ware volksverhuizing naar het westen en steden werden soms bijna letterlijk in één nacht uit de grond gestampt. Vele goudzoekers kwamen in San Francisco terecht, de zogenaamde "49ers".

1850 AD heerste er in de Verenigde Staten een groeiende onenigheid tussen het in snel tempo geïndustrialiseerde noorden en het agrarische zuiden. De economie van het zuiden was gebaseerd op de mankracht van de zwarte slaaf, die van het noorden op de arbeider. Een groeiende beweging van abolitionisten wilde de slavernij ook in de staten bezuiden de Mason-Dixonlijn afgeschaft zien. Er bestonden clandestiene organisaties, de ondergrondse spoorweg, die zwarte slaven hielpen ontsnappen naar het noorden en naar Canada. Er werd een compromis gesloten in het Congres waarbij nieuwe staten zelf mochten beslissen of ze slavernij zouden toestaan of juist verbieden. Later werd dit compromis ongrondwettelijk verklaard.

1851 AD pleegde Lodewijk Napoleon een staatsgreep en in het jaar daarop legitimeerde hij zijn aanspraak op het keizerschap als Napoleon III door middel van een referendum. Het Tweede Franse Keizerrijk was hiermee een feit. Het algemeen kiesrecht voor mannen werd ingevoerd, maar het aldus gekozen parlement, dat bestond uit het Wetgevend Lichaam en de Senaat, was erg zwak ten opzichte van de uitvoerende macht.

De gevolgen van de geopolitieke veranderingen door de Franse veroveringen werden merkbaar tijdens het Congres van Wenen, dat in 1815 direct na Napoleons definitieve nederlaag bij Waterloo gehouden werd. Het had als voornaamste doel het definiëren van een nieuw machtsevenwicht in Europa, waarin Frankrijk zonder voortdurende oorlogen onder controle gehouden kon worden. Dit is in aanzienlijke mate gelukt. Frankrijk intervenieerde tussen 1853 en 1856 in de Krimoorlog als bondgenoot van de Britten om een andere voormalige rivaal, het Ottomaanse Rijk, te beschermen tegen het Russische expansionisme.

1859 AD steunde Frankrijk het naburige Savoye in de Slag bij Solferino tegen Oostenrijk.

1860 AD doet België pogingen tot meer verbroedering met Nederland vanwege de dreigende annexatie door Napoleon III. Premier Charles Rogier van België vond dat het oude Koninkrijk van de Nederlanden hersteld moest worden in de vorm van een confederatie. Hij liet zelfs de Brabançonne aanpassen, opdat die de vriendschapsbanden tussen Nederlanders en Belgen zou benadrukken.

Na de Tweede Opiumoorlog (1856 - 1860) werd de invoer van opium in China gelegaliseerd. Er kwam meer opium uit Turkije en Perzië en dit ging ten koste van de opiumexport uit India.

1861 AD diende de Franse interventie in Mexico (1861 - 1867) om invloed in Amerika terug te winnen via het Tweede Mexicaanse Keizerrijk. Dit liep uit op een fiasco. Meer succes hadden Fransen met de aanleg van het Suezkanaal in de jaren zestig, ondanks skepsis van de Britten over de commerciële haalbaarheid en hun afkeuring van het gebruik op grote schaal van dwangarbeid. In de jaren tachtig zouden de Britten overigens het Egyptische aandeel in de exploitatie van het kanaal overnemen en met militaire middelen beschermen, waardoor Egypte een Brits protectoraat werd.

In de Verenigde staten werd kort voor de verkiezingen de Republikeinse Partij opgericht die zich tegen de slavernij keerde. De Republikeinse kandidaat Abraham Lincoln (1809 - 1865) werd gekozen als 16de president. Veel zuidelijke staten konden dit niet verkroppen en scheidden zich af van de Unie, de Noordelijke staten, en vormde de "Confederate States of America", de Zuidelijke staten, met Richmond in Virginia als hoofdstad. Zij beriepen zich daarbij sterk op het recht van de individuele staten om hun eigen zaken te mogen regelen. Na de inauguratie van president Abraham Lincoln liepen de spanningen hoog op en na beschieting van het Federale depot Fort Sumter in South Carolina brak de Amerikaanse Burgeroorlog uit. Deze oorlog zou de bloedigste oorlog uit de Amerikaanse geschiedenis blijken die zich 4 jaar voortsleepte. In de eerste helft van de oorlog leken de Confederatie het voordeel te hebben, mede door een superieure leiding van het leger. Na de Slag bij Gettysburg in 1863 en aanstelling van Ulysses S. Grant (1822 - 1885) als bevelhebber van de Noordelijke strijdkrachen begon het tij te keren. De economische overheersing van het geïndustrialiseerde noorden en de maritieme blokkade van de confederatie gaf uiteindelijk de doorslag voor de noordelijke overwinning. Gedurende de oorlog proclameerde Lincoln de afschaffing van de slavernij in de staten die zich gewapend tegen de Unie verzette.

1864 AD de "Romeinse Kwestie", of het lot van de Kerkelijke Staat, zal nog duren tot de inname van Rome. Paus Pius IX verloor zijn wereldlijke macht, de eenheid van Italië was nu een feit, maar het bleef wel een etterbuil in het zeer katholieke Italië. In de Romeinse kwestie ging het om de vraag of de Kerkelijke Staat, die vanuit Rome werd bestuurd door Paus Pius IX, de leider van de Rooms-Katholieke Kerk, deel van Italië moest worden of niet. Italië en Frankrijk bereikten een overeenkomst, de Franse troepen trokken zich uit de Kerkelijke Staat terug en Italië nam de verdediging van de Kerkelijke Staat over.

1865 AD wordt Leopold Lodewijk Filips Maria Victor (1835 - 1909), prins van België, hertog van Saksen, prins van Saksen-Coburg en Gotha, hertog van Brabant de tweede koning van de Belgen, Leopold II van België. Hij was de zoon van Leopold I van België en Louise Marie van Orléans.

Verder weg waren er de Verenigde Staten, een land dat sinds het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog in 1865 dankzij massale immigratie vanuit Europa en razendsnelle industrialisatie ook een opkomende grote mogendheid werd. Rond de eeuwwisseling bleek de VS tijdens het bewind van Theodore Roosevelt ook een geduchte militaire en maritieme mogendheid te zijn geworden. Niet alleen in industriële ontwikkeling, maar ook in demografisch opzicht werd Frankrijk ingehaald en overtroffen door al deze rivalen. De centrale obsessies van Frankrijk waren echter het Duitse gevaar en het verlies van Elzas en Lotharingen. De verschuivende machtsverhoudingen hadden een toenadering tot de Britse aartsrivaal tot gevolg, al kort na 1830 sprak de Franse staatsman François Guizot van een 'entente cordiale' tussen de Britten en de Fransen wegens gemeenschappelijke belangen. In 1853 waren zij samen bondgenoten van de Turken tegen de Russen in de Krimoorlog. Tussen 1849 en 1870 waren Franse troepen gelegerd in de Pauselijke Staat, omdat die in de verdrukking raakte door het opkomende Italiaanse nationalisme (Risorgimento).

In de Verenigde Staten werd via een grondwetswijziging officieel de slavernij afgeschaft. Het zuiden had van de oorlog en zijn nasleep veel te lijden. Het zou tot het midden van de volgende eeuw duren voordat het zuiden weer in opkomst zou komen. Na de Burgeroorlog volgde een korte periode van Reconstruction, waarin de zuidelijke staten, na een periode van militair bestuur, weer tot de Unie werden toegelaten. De Verenigde Staten begonnen ook aan hun klim naar internationale macht in deze periode. Een niet te stuiten toestroom van Europese immigranten en de ontwikkeling van een industriële basis die ongekend was in de rest van de wereld legden hiervoor het fundament. De aanleg van spoorwegen die de oost- en westkust verbonden, maakte een snel doordringen in het nog wilde gebied ertussen mogelijk. Voor de oorspronkelijke Amerikanen leidde dit tot hun neergang, vooral omdat de bizon, grotendeels hun bron van levensonderhoud, op de rand van uitsterven gebracht werd.

1870 AD kwam er een nieuwe rivaal bij, het verenigde en snel industrialiserende Duitsland, dat de veroveringen en vernederingen van de napoleontische tijd en van de twee eeuwen daarvoor nog niet vergeten was. Hoezeer de machtsverhoudingen gewijzigd waren werd snel en pijnlijk duidelijk in de Frans-Duitse Oorlog van 1870 tot 1871, waarbij het verlies van de Elzas en Lotharingen als een ondraaglijke vernedering werd ervaren. De nederlaag tegen Duitsland en de capitulatie van keizer Napoleon III leidden in Parijs tot de val van het Tweede Franse Keizerrijk en de afkondiging van de Derde Franse Republiek. In Parijs brak er een linkse opstand uit die als de Parijse Commune de geschiedenis in zou gaan, maar die was een kort leven beschoren. De dominantie van Pruisen in Duitsland werd bezegeld met de uitroeping van het Duitse Keizerrijk, waarmee de droom van de Pruisische staatsman Otto von Bismarck verwezenlijkt werd, voor deze plechtigheid meende hij de spiegelzaal van het Paleis van Versailles wel te kunnen gebruiken.

Er werd een geheim bondgenootschap gesloten met de Italianen en de Russen, om de Duitse hegemonie tegenwicht te bieden, in 1904 ontstond zelfs een formele Brits-Franse 'Entente Cordiale', met hetzelfde doel. Vanaf 1877 deed Frankrijk volop mee met de Europese koloniale expansie in Afrika en Zuidoost-Azië, wat soms tot spanningen leidde met de nog succesvollere Britten en met de in dit opzicht minder succesvolle Duitsers. Af en toe werd er ook samengewerkt met andere Europese koloniale mogendheden, bijvoorbeeld tijdens de Koloniale Conferentie van Berlijn (1884 - 1885) en in China tijdens de anti-Europese Bokseropstand van 1900, waarbij er zelfs een Achtlanden-alliantie van de grond kwam om hun eigen burgers in China te beschermen.

1871 AD ontstaat het Duitse keizerrijk (1871 - 1918) en zowel in politiek als in economisch opzicht ontwikkelde de nieuwe staat zich tot een geduchte concurrent van het Verenigd Koninkrijk.

In België wordt het kiesrecht opnieuw aanzienlijk verruimd. Partijdiscipline deed zijn intrede. Het waren nadien bijna altijd de kiezers die een kabinet ten val brachten. Doordat het dagbladzegel was afgeschaft, werden kranten goedkoper en in combinatie met de ontwikkeling van de telegrafie namen daardoor zowel de omvang als de invloed van de pers sterk toe. Een periode van emancipatie van de arbeidersklasse was begonnen.

1877 AD teistert een Nieuwe Russisch-Turkse oorlog 1877 - 1878) het Ottomaanse Rijk en het verliest Bulgarije, Roemenië, Servië, Montenegro aan Rusland, Cyprus aan de Britten en Bosnië en Herzegovina worden bezet door Oostenrijk.

1882 AD komt Egypte onder Britse overheersing (1882 - 1952).

1884 AD ontdekken wapensmeden dat de spiraalvormige groeven in de loop van een geweer de kogel rond zijn as doen draaien. Door de rotatie vervijfvoudigt de trefzekerheid op afstand. Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog kan een infanterist met de nieuwe magazijn- en achterladergeweren 16 schoten per minuut afvuren. Het eerste machinegeweer wordt gebouwd door de Amerikaan Hiram Maxim (1840 - 1916). Het geweer gebruikt de energie die ontstaat uit de terugslag van de vorige kogel om opnieuw te schieten. Het Maxim-geweer wordt door water gekoeld en het kan maar liefst 500 schoten per minuut afvuren, zonder dat het daardoor oververhit raakt.

1885 AD sticht Leopold II Congo-Vrijstaat (1885 - 1908) zijn privé-project, dat hem werd toegezegd door de Koloniale Conferentie van Berlijn. Hij wordt also de eigenaar en soeverein van de Onafhankelijke Congostaat. Ten tijde van zijn koningschap zijn er veel gruweldaden in Congo-Vrijstaat gepleegd, waardoor zijn nalatenschap omstreden is. Om de hoge kosten gemaakt bij de kolonisatie van Congo te recupereren, wilde Leopold II de rubber- en ivoorexploitatie monopoliseren en zette zich daarmee af tegen de Akte van Berlijn, die voor vrijhandel pleitte. Hiertegen volgden vele protesten met als gevolg een verdeling in een kroondomein, een vrijhandelszone en een voor de handel gesloten gebied. Economisch veranderde België vrij snel van een landbouwstaat in een industriestaat met als belangrijke sectoren mijnbouw en metaalindustrie. Het economisch liberalisme zorgde echter ook voor armoede en ellendige leefomstandigheden die in 1885 resulteerden in de uit een aantal socialistische groepen bestaande Belgische Werkliedenpartij die stakingen en opstanden organiseerde.

1893 AD werd na bloedige stakingen in Wallonië en druk van de liberale progressisten en de socialisten, het algemeen meervoudig stemrecht (tot 1918) ingevoerd. Hierdoor had elke mannelijke Belgische burger van 25 jaar of ouder minstens één stem, één of twee extra stemmen waren mogelijk ofwel naargelang zijn opleidingen, ofwel naargelang de cijns die hij betaalde, ofwel een combinatie van beide. Een kiezer kon maximaal over 3 stemmen beschikken. De opkomstplicht werd eveneens ingevoerd. Ondanks deze hervormingen bleef de Werkliedenpartij voor algemeen enkelvoudig stemrecht pleiten.

1895 AD blijft Frankrijk in cultureel opzicht toonaangevend, vooral literatuur en schilderkunst trokken internationale aandacht. Parijs is om die reden wel de 'hoofdstad van de 19e eeuw' genoemd. Wat daarbij ook hielp was dat het stratenplan en de infrastructuur in de jaren vijftig en zestig drastisch gemoderniseerd werden. Daardoor heeft Parijs nu nog altijd grotendeels een 19e-eeuws aanzien. De gebroeders Lumière organiseerden de eerste filmvoorstelling ter wereld met de door hen uitgevonden "cinématographe". Tot ver in de 20e eeuw trokken kunstenaars uit andere Europese landen, maar ook uit Noord-Amerika en Latijns-Amerika, naar Frankrijk in het bijzonder Parijs om het daar 'te maken'.

1898 AD zorgde de Vlaamse Beweging ervoor dat de taalproblemen op de politieke kaart kwamen te staan. De taalwetgeving resulteerde in de Gelijkheidswet.

In de laatste jaren van de 19e eeuw werden de VS een grote macht die controle uitoefende over de Filipijnen, Cuba en Guam alsmede over meerdere eilanden in de Grote Oceaan. De nederlaag van Spanje in de Spaans-Amerikaanse Oorlog lag hieraan ten grondslag. Reeds zeventig jaar eerder waren bepaalde Amerikaanse politici erin geïnteresseerd om Cuba te annexeren. Vooral politici uit het Zuiden van de VS waren er voor de Amerikaanse Burgeroorlog voor te vinden om een nieuwe lidstaat tot de Unie te laten toetreden waar slavernij bestond. Anderen hadden hierbij bedenkingen op racistische basis, omdat op Cuba veel mensen leefden van Afrikaanse afkomst en wilden daarom niet dat Cuba een volwaardige staat van de Verenigde Staten zou worden. Cuba bleef formeel onafhankelijk, maar de Verenigde Staten kenden zichzelf wel het recht toe op militaire interventie, iets waar ze ook gebruik van maakten. Dit en de totale afhankelijkheid van de Cubaanse economie van de Amerikaanse, toonden aan dat deze onafhankelijkheid aanvankelijk slechts schijn was. De Filipijnen werden een Amerikaanse kolonie. Hiervoor waren verschillende motieven. Wegens de onstabiele situatie in China wilde de VS aanwezig zijn in Oost-Azië. Anderzijds wilden ze voorkomen dat de Filipijnen onafhankelijk zou worden of dat Duitsland zichzelf zou bedienen en het land een Duitse kolonie zou worden. 

Twintigste eeuw

1901 AD wordt Edward VII (1841 - 1910) koning van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland en keizer van Indië. Hij was de eerste vorst uit het Huis Saksen-Coburg en Gotha die over het Verenigd Koninkrijk regeerde.

1908 AD wordt de Congostaat onder de nieuwe naam Belgisch-Congo tot 1960, officieel een kolonie van België.

1909 AD wordt Albert Leopold Clemens Marie Meinrad (1875 - 1934), prins van België, hertog van Saksen, prins van Saksen-Coburg-Gotha, derde koning van de Belgen, Albert I van België. De persoonlijke dienstplicht verving het systeem van loting.

George V (1865 - 1936) wordt de eerste Britse monarch uit het Huis Windsor. Hij was koning van het Verenigd Koninkrijk en van de andere gebieden binnen het Britse Rijk, maar George V was ook keizer van Indië en de eerste koning van de Ierse Vrijstaat.

1911 AD werd de laatste Chinese keizer van de troon gestoten tijdens de Xinhai-revolutie en werd de republiek China (1911 - 1928) uitgeroepen. Direct hierna verklaarden Mongolië en Tibet zich onafhankelijk en Tannu Tuva, een volksrepubliek tussen Mongolië en Rusland, werd geannexeerd door Rusland. De eerste president van de Republiek China was Sun Yat-Sen (1866 - 1925), die een leider van de revolutie was.

1912 AD werd Yuan Shikai (1859 - 1916), een hoge militaire leider tijdens de laatste fase van de Qing-dynastie, de tweede president van de Republiek China. Hij behoorde oorspronkelijk tot de hervormers, maar bleek vooral uit te zijn op macht. In 1915 probeerde hij het keizerrijk te herstellen en als Hongxian-keizer zelf de troon te bestijgen. Maar verzet van andere militaire machthebbers en zijn voortijdige dood voorkwamen deze restauratie van het keizerrijk. In de Eerste Wereldoorlog koos de Republiek China de zijde van de geallieerden en zond duizenden arbeiders naar het front in Frankrijk om te helpen met de aanleg van loopgraven. Japan, dat ook officieel de kant van de geallieerden had gekozen, bezette echter de Duitse concessie te Shantung en trachtte China met zijn "21 eisen" een groot deel van de soevereiniteit af te nemen. In Versailles wees men de Duitse gebieden toe aan Japan. Hierna brak een onrustige tijd aan. Er heerste in de Republiek een anarchie, want er waren verschillende groepen die onafhankelijk over delen van China controleerden. De leiders van deze groepen worden de 'warlords' genoemd.

1914 AD bracht de Oostenrijkse aartshertog en troonopvolger Frans Ferdinand samen met zijn vrouw op 28 juni een bezoek aan Sarajevo, de hoofdstad van de Oostenrijk-Hongaarse provincie Bosnië en Herzegovina. De Bosnisch-Servische student Gavrilo Princip schoot Frans Ferdinand met een pistool neer, nadat een ander lid van de Servische bende van 'De Zwarte Hand' eerder die dag al een mislukte poging had gedaan om de kroonprins en zijn vrouw te vermoorden met een granaat. De publieke opinie in Europa sloot zich aan bij de kant van Wenen en niet bij de kant van Servië. Zelfs de Russen trokken hun handen van de Serviërs, hun traditionele bondgenoten, af. De aanslag leek in eerste instantie met een sisser af te lopen: Oostenrijk leek niet te reageren. Pas op 23 juli stelde Wenen aan Servië een 48-uursultimatum, het Juli-ultimatum. In dit ultimatum werd geëist dat de zaak tot de bodem werd uitgezocht. Hiervoor moest Servië zich een diepgaande inbreuk op de soevereiniteit laten welgevallen, onder meer door het toelaten van Oostenrijkse politieagenten. Servië stemde met alle eisen in, op één na, namelijk het toelaten van Oostenrijkse agenten op zijn grondgebied. Oostenrijk verklaarde het antwoord onbevredigend en verbrak op 25 juli de diplomatieke betrekkingen met Servië. Oostenrijk kondigde vervolgens een gedeeltelijke mobilisatie af en Rusland besloot om Servië militair te steunen. Op 28 juli verklaarde Oostenrijk de oorlog aan zijn kleine buur en reeds de volgende dag werd Belgrado door de Oostenrijkse artillerie beschoten. Oostenrijk-Hongarije besloot om over te gaan tot een algehele mobilisatie en ook tsaar Nicolaas II van Rusland keurde de mobilisatie van het Russische leger goed. Duitsland stelde hierop een 12-uurs ultimatum, de Russische mobilisatie moest ingetrokken worden. Toen antwoord hierop uitbleef, verklaarde Duitsland Rusland de oorlog. Ook Frankrijk besloot hierop om over te gaan tot mobilisatie, om zijn verbond met Rusland gestand te doen. Duitsland zou dit gebruiken door eerst met aartsvijand Frankrijk af te rekenen en dan Rusland aan te pakken. Het Schlieffenplan voorzag in een omtrekkende beweging door Belgiëen Duitsland stelde België een ultimatum met de eis tot vrije doortocht. België weigerde de Duitse troepen de doortocht, waarop Duitsland het neutrale België de oorlog verklaarde. Op 3 augustus verklaarde Duitsland Frankrijk de oorlog, op 4 augustus trok Duitsland België binnen. Dit was voor het Verenigd Koninkrijk reden om Duitsland nog dezelfde dag de oorlog te verklaren aangezien het Verenigd Koninkrijk de neutraliteit van België had gegarandeerd. Met deze laatste Britse oorlogsverklaring waren aldus binnen een week alle Europese grootmachten met elkaar in oorlog geraakt. Het lukte de Belgen alleen om de opmars van de Duitsers te vertragen, maar het Belgische leger moest zich al snel terugtrekken tot achter de IJzer. De Belgen zetten de IJzervlakte onder water om de Duitsers voor 4 jaar tot stilstand te brengen. Koning Albert I, die weigerde zijn soldaten op te offeren in zinloze offensieven, bleef in België maar de regering trok zich terug in het Franse Le Havre. In de Eerste Wereldoorlog vluchtten grote aantallen Belgen naar het neutrale Nederland. Om meer controle over de grens te krijgen, begon de Duitse bezetter met de aanleg van De Draad, een draadversperring met dodelijke elektrische spanning, langs de grens tussen België en Nederland. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was Italië formeel bondgenoot van de Centralen, landen van Midden-Europa, maar verklaarde zich aanvankelijk neutraal omdat het de Centralen als agressors beschouwde. Bovendien had het de ambitie een Groot-Italië te worden, waartoe het op delen van Oostenrijk-Hongarije aanspraak maakte. De Britten zochten toenadering tot Italië en bij het pact van Londen werd Italië royale gebiedsuitbreiding beloofd als het mee zou vechten aan de zijde van de Entente, landen van West-Europa. De Eerste Wereldoorlog breekt uit en dit was het einde van een tijdperk. Sindsdien zijn de machtsverhoudingen drastisch gewijzigd. Aan de Britse hegemonie kwam een eind, aan de victoriaanse waarden en zelfgenoegzaamheid eveneens. De oorlog liet in Groot-Brittannië diepe sporen nagelaten. Het Verenigd Koninkrijk vocht samen met Frankrijk tegen het Duitse Rijk en de Europese oorlog groeide uit tot een mondiaal conflict. De tussenkomst van de Verenigde Staten was doorslaggevend. Het Verenigd Koninkrijk behoorde tot het winnende kamp, de prijs voor de overwinning was echter zeer hoog. De vreselijke slachting in de Noord-Franse loopgraven was nog maar het begin. Na het bevrijdingsoffensief werd op 11 november 1918 de wapenstilstand gesloten. Het Verdrag van Versailles zorgde voor een annexeatie van de Duitse gebieden Eupen, Malmedy en Sankt Vith, de zogenaamde Oostkantons.

De Eerste Wereldoorlog van '14-'18 brak uit als een kettingreactie van oorlogsverklaringen, die mogelijk werd door het stelsel van bondgenootschappen tussen de grote Europese mogendheden. In 1870 was al gebleken dat het verenigde Duitsland veel sterker was dan Frankrijk en in WO I bleek Duitsland ook sterker te zijn dan de Britten en de Fransen samen. Zonder de Russen, die de Duitsers drie jaar lang aan het oostelijk front bezighielden en toen moesten opgeven, en de Amerikanen die vanaf april 1917 het westelijke front kwamen versterken, was de oorlog aan dat front slecht afgelopen voor Frankrijk. Een betrekkelijk klein deel van het grondgebied langs de Duitse en Belgische grens had direct te lijden van het oorlogsgeweld, maar omdat alle oorlogvoerenden verrast werden door de technische vooruitgang in de bewapening en logistiek, werd WO I verreweg de grootste slachtpartij in de geschiedenis en voor Frankrijk in het bijzonder, tot in de kleinste dorpjes zijn nu nog monumenten te zien voor de gevallenen voor het vaderland, de meesten in die oorlog.

Een Duitse onderzeeër U-21 vuurt een torpedo af en brengt als eerste een vijandig oorlogsschip tot zinken. De rest van de Eerste Wereldoorlog worden onderzeeërs vooral ingezet tegen de koopvaardijvloot van de geallieerden die goederen en troepen vanuit Noord-Amerika over de Atlantische Oceaan naar Europa vervoeren.

1915 AD test het Engelse leger de eerste operationele tank, “Little Willie”. Het jaar erna gebruiken de Engelsen voor het eerst een tank in een oorlog, maar hij wordt door hun eigen artillerie vernield. Ondanks deze aanloopproblemen is de tank voortaan van doorslaggevend belang.

1917 AD werden de VS in de Eerste wereldoorlog betrokken.

1919 AD na de Eerste Wereldoorlog waren drastische wijzigingen in het politieke systeem in België niet meer tegen te houden en koning Albert I beloofde in zijn troonrede om het algemeen enkelvoudig stemrecht in te voeren. Door middel van een gewone wet werd de kiesgerechtigde leeftijd verlaagd van 25 tot 21 jaar, had elke man maar één stem meer en werden er voor het eerst gecoöpteerde-niet door het volk verkozen-senatoren aangeduid maar het vrouwenkiesrecht werd nog niet toegestaan.

Elzas en Lotharingen kwamen na de oorlog weer in Franse handen, maar de prijs was ontstellend hoog geweest. Bij de onderhandelingen over het Verdrag van Versailles en de daaruit voortvloeiende Duitse herstelbetalingen en de Franse bezetting van het Rijnland werden de Fransen verteerd door wraakzucht. Veel Fransen hadden nog zwaardere voorwaarden willen opleggen om Duitsland voorgoed te breken. Er werd bijvoorbeeld voorgesteld om Duitsland weer op te splitsen in onafhankelijke staten zoals het geval was geweest vóór de oprichting van het Duitse keizerrijk. Maar vooral de Britten wilden daaraan niet meewerken om de Fransen niet al te sterk te maken op het continent. Maarschalk Ferdinand Foch merkte op, "Dit is geen vrede, maar een wapenstilstand van twintig jaar." Hij zou niet meer meemaken hoe nauwkeurig hij gelijk kreeg. Van een nieuwe internationale orde die de vrede moest garanderen middels de Volkenbond kwam dan ook niets terecht, terwijl Duitslands macht in wezen ongebroken bleef. De obsessie met het Duitse gevaar leidde tussen 1928 en 1933 tot de bouw van de kostbare Maginotlinie aan de Italiaanse en vooral Duitse grens, waarachter de Fransen hoopten veilig te zijn. De harde voorwaarden van het Verdrag van Versailles droegen bij tot economische en politieke ontwrichting in Duitsland en daarmee tot de opkomst van het nationaalsocialisme. Toen het in 1933 aan de macht gekomen nazi-regime de 'ketenen van Versailles' afwierp, bleek dit heel snel in staat een dreiging te vormen voor de rest van Europa. De stalinistische Sovjet-Unie kwam toen nog niet in aanmerking als bondgenoot tegen Duitsland, terwijl de samenwerking met de Britten en de Amerikanen moeizaam verliep, die hadden wel enig begrip voor de Duitse weerzin tegen het Verdrag van Versailles en dreigen met een nieuwe oorlog tegen Duitsland was voor slechts weinig Britten of Amerikanen een denkbare optie. Ten aanzien van de Spaanse Burgeroorlog vonden de Britten en de Fransen het voorkomen van escalatie naar een nieuwe Europese oorlog het allerbelangrijkst. Zij namen in 1936 het initiatief tot een 'Non-interventie-comité', dat een wapenembargo voor beide strijdende partijen moest afdwingen. Daarvan kwam echter weinig terecht, omdat de Sovjet-Unie de linkse Tweede Spaanse Republiek en Duitsland en Italië de Falangistische opstandelingen openlijk en massaal steunden. Tot een volledige escalatie kwam het niet, maar dat zou slechts uitstel van executie blijken te zijn. De binnenlandse situatie in Frankrijk werd gekenmerkt door stagnerende bevolkingsgroei en daarmee gepaard gaande demografische achterstand op Duitsland, die als gevaarlijk werd beschouwd. In 1936 ontstond voor het eerst in de geschiedenis een democratisch gekozen Volksfront van socialisten en communisten, dat vier kabinetten zag komen en gaan, maar twee jaar later definitief ten onder ging aan overspannen verwachtingen en aan stakingen om die verwachtingen alsnog te realiseren.

De twintig jaren tussen de oorlogen, het Interbellum (1918 - 1939), waren achteraf beschouwd eerder een wapenstilstand dan een echte vrede. De Britten en de Fransen hadden voldoende staatsmanschap om Duitsland niet tot het uiterste te willen vernederen, maar de vredesvoorwaarden van Versailles, met zware herstelbetalingen, bezetting van het Rijnland, teruggave van Elzas en Lotharingen aan Frankrijk en een aantal kleinere territoriale concessies waren toch al erg genoeg voor Duitsland. Wat de geallieerde winnaars van de oorlog nog het ergste vonden was dat de potentie van Duitsland als de sterkste Europese mogendheid in wezen ongebroken bleef. België vond dat Nederland niet neutraal was geweest, omdat het Duitse troepen door Limburg had laten terugtrekken, de verhouding met België zou problematisch blijven. Politiek was men nu bijna altijd aangewezen op coalitieregeringen en zelfs vaak tot een samenwerkingsverband van de drie zogenaamde nationale partijen, de katholieken, de socialisten en de liberalen. Andere partijen die zich in het interbellum manifesteerden waren het "Vlaamsch Nationaal Verbond", dat steeds meer neigde naar het fascisme en het nationaalsocialisme, en de Communistische Partij van België.

1921 AD wordt na de Eerste Wereldoorlog het einde van het Ottomaanse Rijk ingeluid, de Osmaanse Turken behoorden immers tot de verliezers, waardoor vrijwel al hun woongebied werd bezet. Zelfs de overgebleven rompstaat Anatolië werd in een Turks, Koerdisch, Armeens, Grieks, Frans, Brits, Italiaans en internationaal grondgebied verdeeld, waarbij de Turken alleen rondom Ankara controle mochten uitoefenen. Irak viel onder Brits mandaat maar viert vanaf nu de Iraakse onafhankelijkheid. De verdeling van Turkije blijkt onuitvoerbaar en een Turkse tegenaanval leidde tot een complete Turkse militaire overwinning, waarbij Turkije globaal de huidige grenzen verwierf. Tijdens de campagnes waren massale moordpartijen door zowel Turkse als Griekse troepen op burgers begaan. Als gevolg van dit soort gebeurtenissen werd een bevolkingsruil tussen Griekenland en Turkije overeengekomen. Er vertrokken ongeveer 1,3 miljoen Grieken uit Klein-Azië naar Griekenland en ongeveer 700.000 moslims vertrokken naar Turkije.

1925 AD kwam er in China een einde aan de Warlord-periode, toen de leider van de Nationalistische Kwomintang, Chiang Kai-shek (1887 - 1975), president werd van de Republiek. Hij versloeg in de burgeroorlog de warlords in Noord-China.

1927 AD waren de Communistische Partij China (CCP) en de Kwomintang (KMT) bondgenoten totdat de KMT zich onder leiding van Chiang Kai-shek tegen de communisten keerde en een Chinese Burgeroorlog (1927 - 1949) ontketende. Men vermoedt dat dit te maken had met een angst om Moskou geïnfiltreerd te worden. De communisten waren een kleine groep, die gedwongen werd ondergronds te gaan. In meer rurale gebieden zetten zij sovjetstaatjes op naar Russisch model. De Chinese Communisten besloten om de wapens op te pakken. Zij bestonden uit arme ongeletterde boeren, die waren uitgebuit door hun landbezitters en die in eerdere conflicten alles verloren hadden. De CCP, uiteindelijk geleid door Mao Zedong (1893 - 1976), organiseerde zichzelf en werd met het verstrijken van de jaren steeds sterker, waarbij de discipline en ook de repressie toenamen. Zoals de Roden in Rusland namen ook de Roden in China hun toevlucht tot terreur. Nadat Chiang Kai-shek de warlords had verslagen werd hij de leider van het herenigde China. Hij veranderde een aantal dingen. De hoofdstad werd verplaatst en de vlag van China werd veranderd. China wordt na 1928 dan ook wel aangeduid als Nationalistisch China of Kwomintang-China. In 1931 werd president Chiang Kai-Shek opgevolgd door Lin Sen. In datzelfde jaar viel het Japanse Keizerrijk de Chinese provincie Mantsjoerije binnen en begon in feite de Tweede Chinees-Japanse Oorlog.

1929 AD staat Benito Mussolini (1883 - 1945) met het Verdrag van Lateranen de Paus toe om van Vaticaanstad een zelfstandige staat te maken.

Tijdens de roerige jaren twintig, de Roaring Twenties, beleefden de VS een ongekende opgang, die echter bruut werd onderbroken door de Beurscrash van 1929. De depressie die hierop volgde bereikte een treurig dieptepunt zonder dat het hierna echt beter ging. Dit ondanks pogingen van de regeringen Hoover en Roosevelt die met grootschalige projecten de werkloosheid te lijf gingen.

1930 AD kwam in België aan de economische opgang al snel een einde door de wereldcrisis. De sociale wetgeving werd aangepakt en dat resulteerde onder andere in stakingsrecht, een acht-uren werkdag en minimumloon. Ook Engeland werd hard getroffen door de economische crisis van de jaren dertig. De crisis trof vooral de gebieden waar ooit de industriële revolutie was begonnen. De Engelse industrie was inmiddels voor een groot deel verouderd.

1931 AD valt Japan Mantsjoerije binnen en ook Mussolini en Adolf Hitler (1889 - 1945) kunnen lange tijd ongehinderd hun gang gaan.

1933 AD omsingelden de Kwomintang de Jiangxi Sovjet, de grootste provincie van het toenmalige Chinese Sovjetrepubliek. Daarop besloten de communisten met een leger van 130.000 man uit te breken om te proberen zich bij kameraden in meer afgelegen gebieden te voegen. De tocht staat bekend als de Lange Mars. Over de Mars doen vele legenden, mythen en verzinsels de ronde in China. Hoe het ook zij, voor de meeste deelnemers was het een enorme prestatie. Ze legden 6000 tot 10.000 kilometer af en moesten soms op blote voeten bergketens oversteken. Wanneer de communisten van het pad afweken dat Chiang Kai-shek voor hen had uitgestippeld, werden ze aangevallen en gebombardeerd. Ook de Tibetanen van Sichuan waren hen vijandig gezind en overvielen deelnemers vanuit de bossen. Moerassen leidden tot logistieke problemen en malaria. Gedecimeerd kwam de groep in het Noordelijke Yan'an aan.

1934 AD wordt Leopold Filips Karel Albert Meinrad Hubertus Maria Miguel (1901 - 1983) vierde koning van de Belgen, Leopold III van België.

1936 AD wordt Edward VIII (1894 - 1972) koning van het Verenigd Koninkrijk en keizer van Indië. Hij stamde uit het Huis Windsor. Hoewel hij lange tijd vrijgezel bleef had hij een turbulent liefdesleven. Zijn escapades zorgden meermaals voor ophef aan het hof. Het hof was teleurgesteld door Edwards affaires met getrouwde vrouwen. Albert ging in Fort Belvedere wonen waar hij zijn affaires met getrouwde vrouwen voortzette en een affaire begon met de Amerikaanse Wallis Simpson. De regering had er weinig vertrouwen in om belangrijke documenten naar Fort Belvedere te sturen, gezien de aanwezigheid van Simpson en andere huisgasten. Het werd duidelijk dat de koning met haar wilde trouwen, hoewel haar tweede echtscheiding nog niet uitgesproken was. Premier Baldwin haalde aan dat de Anglicaanse Kerk, waarvan Edward als koning het hoofd was, echtscheidingen niet erkende en dat een gescheiden vrouw om die reden pas kon hertrouwen als haar ex-man overleden was. Edward stelde een morganatisch huwelijk voor, waarbij hij koning zou blijven, maar Wallis geen koningin zou worden en eventuele kinderen zouden geen troonopvolger zijn. Politicus Winston Churchill (1874 - 1965), overigens een vriend van Edward, was hier voorstander van. Echter, dit voorstel werd niet aangenomen door het parlement. Edward koos vervolgens om troonsafstand te doen, omdat hij Wallis niet wilde opgeven. Hij was nog geen jaar koning en was zelfs nog niet gekroond. Elf maand later, doet Edward VIII troonsafstand in Fort Belvedere in bijzijn van zijn jongere broers prins Albert, de hertog van York, Hendrik, de hertog van Gloucester en George, hertog van Kent. De volgende dag verliet Edward het land en vertrok naar Oostenrijk. Zijn broer Albert werd de nieuwe koning, als George VI (1895 - 1952).

1937 AD besluiten de Chinese KMT en CCP tot een wapenstilstand. Mao stuurde zijn tweede man Zhou Enlai naar de nieuwe hoofdstad Chongqing om de contacten met de Kwomintang te onderhouden. De Japanners waren inmiddels diep in China doorgedrongen, en hadden in Mantsjoerije een satellietstaat uitgeroepen. Veel Chinezen begrepen niet waarom Chinezen elkaar vermoordden terwijl Japan hun land stukje bij beetje bezette. Uiteindelijk kwam het tot een totale oorlog tegen Japan. Overigens kwam het ook tijdens deze oorlog nog herhaaldelijk tot botsingen tussen de CCP en KMT.

Voor Kwomintang-China begon de Tweede Wereldoorlog. Japan bezette toen grote gebiedsdelen van Oost-China, waaronder de Chinese hoofdstad Nanjing. Dit zou ook de hoofdstad worden van het door de Japanners bezette China. Ondanks dat de Japanners de touwtjes in handen hadden, was het officieel een onafhankelijke staat, net als Mantsjoerije, dat Japan al eerder op China veroverd had. In het Westen zien de meeste wetenschappers deze gebieden echter als bezet door het Japanse Keizerrijk. Het door Japan bezette gedeelte van de Republiek China beweerde dat dit het enige officiële China was. Het had ook dezelfde vlag als voor de bezetting met een extra strook erboven. Het land werd geleid door een pro-Japanse Chinese regering. Toen Japan in 1945 WO II verloor, werd de verovering door Japan in 1937 weer ongedaan gemaakt. Nanjing werd nu weer de hoofdstad van heel Kwomintang-China inclusief Mantsjoerije.

1939 AD verbindt Mussolini zich met het nazi-Duitsland van Adolf Hitler en zo kwam hij regelrecht in de vuurlinies van de Tweede Wereldoorlog. Hitlers regime was economisch erg succesvol. De werkloosheid was vrijwel uitgebannen en het BNP bijna verdubbeld. De infrastructuur, zoals het wegennet, werd sterk verbeterd. Dat aspect van zijn bewind kreeg ruime steun van de Duitse bevolking. Het succes was echter te danken aan een geleide loonpolitiek. De lonen waren de vorige jaren ingezakt en mochten daarna niet meer stijgen. Stakingen waren verboden. Een groot deel van de economische groei werd opgeslokt door de wapenindustrie. Fall Weiss was een Duits militair strategisch plan om Polen binnen te vallen en te veroveren. De operatie werd op 1 september 1939 uitgevoerd en wordt over het algemeen beschouwd als het begin van de Tweede Wereldoorlog.

De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945), die voor Frankrijk en Duitsland in feite een voortzetting was van de eerste na een wapenstilstand van 20 jaar, was voor Frankrijk iets minder bloedig, maar psychologisch een even grote schok. In de jaren dertig hadden de Britten en de Fransen een Appeasement politiek gevolgd ten aanzien van nazi-Duitsland en het fascistische Italië. Duitsland en de Sovjet-Unie sloten tot veler verbijstering het Molotov-Ribbentrop pact, een niet-aanvalsverdrag, dat Duitsland de speelruimte gaf om Polen binnen te vallen. Er restte de Britten en de Fransen toen niets anders meer dan Duitsland de oorlog te verklaren, hoewel zij de middelen niet hadden om de Duitse opmars in Polen tegen te houden, deze werd gesteund door de Sovjet-Unie, die het oostelijke deel van Polen bezette. Het niet-aanvalsverdrag bleek dus ook een verdelingsplan ten aanzien van Polen te zijn. In 1940 meenden de Duitsers de handen vrij te hebben om af te rekenen met hun vijanden in het westen, die niet veel meer hadden gedaan dan een schemeroorlog voeren. Alleen ter zee was er sprake geweest van een serieuze krachtmeting, tussen de Britten en de Duitsers. De Duitse strijdkrachten bleken veel beter lering getrokken te hebben uit de rampen van de Eerste Wereldoorlog dan de Franse, die vrijwel al hun kaarten hadden gezet op een statische verdediging vanuit de Maginotlinie. De nieuwe Duitse tactiek wordt wel aangeduid als Blitzkrieg, een volstrekt nieuw type oorlog, waarbij de nadruk ligt op mobiele pantserstrijdkrachten en tactische luchtsteun. Wat Duitsland in heel de Eerste Wereldoorlog niet gelukt was, voltrok zich in 1940 tijdens de Slag om Frankrijk in enkele weken, een totale Franse nederlaag en bezetting door Duitsland, die Frankrijk zonder bondgenoten nooit ongedaan zou kunnen maken. Toen Duitsland Frankrijk al vrijwel geheel op de knieën had, verklaarde Italië de oorlog aan Frankrijk, om nog wat grensgebieden te kunnen veroveren in de Franse Alpen. Dit lukte overigens maar zeer gedeeltelijk. De Britse bondgenoten konden via Duinkerken maar net het vege lijf redden, met achterlating van honderdduizenden krijgsgevangenen en al hun materieel. De Britten en de Fransen hadden niet kunnen voorkomen dat Luxemburg, België, Nederland, Denemarken en Noorwegen door Duitsland veroverd werden. Duitsland zou in de volgende jaren ook de Franse administratie en economische middelen kunnen gebruiken voor zijn politieke en militaire doelstellingen. Spanje, geleid door dictator Francisco Franco (1892 - 1975), bleef neutraal ondanks aandringen van Hitler. Als voorwaarde om Nazi-Duitsland militair te helpen, vroeg Spanje het bezit van de Franse kolonie Marokko, iets wat Hitler niet wou toestaan. Na de ondertekening van een wapenstilstand in 1940 tussen Frankrijk en Duitsland werd de Derde Republiek opgeheven en in Zuidoost-Frankrijk het Vichyregime ingesteld, dat zich État français noemde, maar steeds meer een marionettenregime in Duitse handen werd, Noord- en West-Frankrijk werden door de Duitsers bezet gebied. De hoog bejaarde Philippe Pétain, een maarschalk die in de Eerste Wereldoorlog de held van de slag bij Verdun was geweest, fungeerde als een boegbeeld van conservatief patriottisme. In bezet Frankrijk speelde het verzet-op het platteland heette die de Maquis-een actieve rol, die werd gesteund vanuit Engeland, maar het was lang niet voldoende om de Duitse bezetter te verdrijven.

1940 AD vallen Duitse troepen zonder oorlogsverklaring België binnen. Koning Leopold III bllijft in België, maar de ministers wijken uit naar Frankrijk en later naar Londen. Het volledig bezette België kreeg ondertussen een militair bestuur. Na een aanvankelijk aarzelend begin breidt de verzetsbeweging zich snel uit. De Belgische economie werd door de nazi-Duitsland ingezet voor de oorlogsvoering en er kwam een verplichte arbeidsdienst. Leopold III legde de wapens neer en beschouwde zich vanaf dan als de krijgsgevangene van de Duitsers. Hij ging ervan uit dat Duitsland de oorlog had gewonnen en voor lang de Europese politiek zou beheersen. Zijn defaitisme werd veroordeeld, zowel door de regering als door het parlement. De onmogelijkheid van de koning om te regeren-door de regering beslist-werd toen geacteerd. Het militair conflict werd op wereldschaal uitgevochten tussen twee allianties: de asmogendheden en de geallieerden. De heroïsche rol die Groot-Brittannië speelde onder leiding van premier Winston Churchill, heeft het reeds bestaande gevoel van Britse superioriteit nog versterkt. Cruciaal was de Slag om Engeland waarin Spitfire vliegtuigen het eiland verdedigden.

Het isolationisme zorgde aanvankelijk ervoor dat de VS zich militair buiten de Tweede Wereldoorlog hielden. Wel werd er via de Lend-Lease Act geld en materiaal naar de geallieerden gestuurd.

1941 AD zorgden de Japanse aanval op Pearl Harbor en de Duitse oorlogsverklaring ervoor dat de VS deelnamen aan de Tweede Wereldoorlog. De oorlog zou vier jaar duren voordat de vijand definitief verslagen was. De atoomaanvallen op Japan in 1945 waren daarbij van doorslaggevende betekenis. Nazi-Duitsland was een aantal maanden eerder al verslagen.

In het algemeen werd het Vichy-regime als legitiem ervaren, al was het maar omdat de in ballingschap opererende Charles de Gaulle (1890 - 1970) met zijn Vrije Fransen niet als serieus alternatief werd beschouwd. Het Vichyregime heeft uit eigen beweging joden opgepakt en laten afvoeren naar Duitse vernietigingskampen en verzette zich tegen de Geallieerde invasie op zijn koloniale rondgebied in Marokko. Vanaf 1942 werden ook in het Vichy-gebied Duitse troepen gelegerd, omdat Duitsland een geallieerde invasie vanuit Noord-Afrika vreesde.

1944 AD op 6 juni (D-Day) landen de geallieerde troepen op de stranden van Normandië in het Departement Calvados. De stranden kregen de namen Utah, Omaha, Gold, Juno en Sword en de aanval stond bekend onder de naam Operatie Overlord. In de gevechten om Normandië leden met name de steden Caen en Saint-Lô zware schade.

Op 12 juni ontploft de eerste zelfsturende raket in de geschiedenis in Londen. De Duitse V - 1 is uitgerust met een raketmotor en een eenvoudig besturingssysteem, waardoor hij de grote stad kan treffen.

Op 3 september wordwerd  na de geallieerde doorbraak vanuit Normandië Brussel  bevrijd en een paar weken later praktisch geheel België. Na een korte Duitse tegenaanval in het Ardennenoffensief was de oorlog voor België in januari 1945 voorbij.

In de Franse koloniën en andere overzeese gebiedsdelen organiseerden de Vrije Fransen na een moeizaam begin hun strijdkrachten onder leiding van generaal Charles de Gaulle. De Vrije Fransen werden op den duur enigszins serieus genomen door hun Britse en Amerikaanse bondgenoten. Vooral de Amerikaanse president Roosevelt zag lange tijd meer in het Vichy-regime dan in De Gaulle, volgens Roosevelt was die slechts een balling die in zijn eigen land bij verstek ter dood veroordeeld was. De Vrije Fransen vochten zij aan zij met de Britten en de Amerikanen in Noord-Afrika, Syrië en Libanon, niet alleen tegen de Duitsers en Italianen, maar ook tegen het Vichy-regime, dat nog altijd de scepter zwaaide in veel Franse koloniën en protectoraten. In 1944 was eindelijk de bevrijding van het eigen land aan de beurt. De Vrije Fransen namen deel aan de Invasie in Normandië, die voor het grootste deel door Amerikaanse, Britse en Canadese troepen werd uitgevoerd. Bij de daarop volgende ruim twee maanden durende Slag om Normandië vielen honderdduizenden doden en gewonden aan beide zijden, gepaard gaand aan enorme verwoestingen. Het Franse binnenlandse verzet deed nuttig werk met het saboteren van Duitse verbindingen en transporten, wat tot zware Duitse represailles leidde. Het bloedbad van Oradour-sur-Glane is er het beruchtste voorbeeld van. In 1944 vielen de geallieerden ook de Côte d'Azur binnen met de amfibische operatie Dragoon, om zo de Duitsers te dwingen hun krachten nog verder te verdelen. Het geheel in diskrediet geraakte Vichy-regime verdween als sneeuw voor de zon en er vonden op grote schaal wraakacties plaats tegen collaborateurs. Na vier jaar ballingschap kon Charles de Gaulle een emotionele intocht in Parijs houden, waar hij een Voorlopige Franse Regering installeerde, die ook door de Geallieerden erkend werd. De Gaulle probeerde onmiddellijk een eigen soevereine rol te spelen door het Franse verzet op te nemen in de reguliere Franse strijdkrachten en door zich te bemoeien met het verloop van de strijd tegen Duitsland, wat nog al eens tot ruzie met de Britten en de Amerikanen leidde. Pas in 1945 werden na zware gevechten in de Elzas de laatste Duitse troepen van Frans grondgebied verdreven. In diezelfde maand werd de Conferentie van Jalta gehouden door de Britten, Amerikanen en Russen over de toekomst van Europa en de voortzetting van de oorlog tegen Japan. De Gaulle werd blijkbaar nog niet voldoende serieus genomen om daar te worden uitgenodigd.

1945 AD in april geven de laatste Duitse SS-eenheden zich over in Noord-Italië, Mussolini wordt door partizanen gearresteerd en vermoord. Een jaar later spreekt de Italiaanse bevolking zich in een referendum uit voor de invoering van de republiek Italië.

Op 6 augustus gooien de Amerikanen de eerste atoombom. In de Japanse stad Hiroshima komen 75.000 mensen om het leven en 90.000 raken gewond. Drie dagen later wordt Nagasaki weggevaagd, waarna de Japanners zich overgeven.

1946 AD Over één ding waren de Fransen het na de bevrijding eens, de Derde Republiek die in 1940 ten onder was gegaan, zou niet terugkeren, maar daarmee hield de overeenstemming op. De Gaulle, hoofd van de voorlopige regering, wilde een versterkte uitvoerende macht, waarin hij voor zichzelf een leidende rol op het oog had. De meerderheid van de gekozen Grondwetgevende Vergadering koos echter voor het andere uiterste, een almachtig parlement. De Gaulles voorlopige regering ruimde het veld voor de Vierde Republiek en De Gaulle trok zich terug uit de politiek. De Vierde Republiek leed vervolgens aan chronische politieke instabiliteit. Frankrijk werd evenals de andere Europese koloniale mogendheden overschaduwd door de twee nieuwe supermachten, Amerika en de Sovjet-Unie. Zij waren de echte winnaars van de Tweede Wereldoorlog en verdeelden een groot deel van de wereld in twee invloedssferen waartussen de nog grotendeels gekoloniseerde derde wereld klem kwam te zitten. Dit maakte het verlies van het Franse koloniale rijk evenals het Britse en Nederlandse vrijwel onvermijdelijk. Niet alleen de Sovjet-Unie, maar ook Amerika was voor dekolonisatie, omdat dit land zich beschouwt als voortgekomen uit de allereerste dekolonisatie en bovendien om invloed in de derde wereld te winnen ten koste van de Sovjet-Unie.

1947 AD bleek Groot-Brittannië te uitgeput om het Britse Rijk langer te kunnen handhaven. Brits-Indië werd zelfstandig, bijna alle andere koloniën gingen gedurende de volgende twee decennia verloren. De afbrokkeling van het reusachtige imperium verliep ongekend snel.

1948 AD na de Tweede Wereldoorlog was de tijdsgeest zo gevorderd dat ook volledig vrouwenkiesrecht onvermijdelijk was geworden. De vrouwen verkregen ook stemplicht (door Algemeen enkelvoudige stemplicht voor alle Belgische burgers ) en mochten ze zich ook verkiesbaar stellen voor parlementsverkiezingen. Feitelijk bleven vrouwen in verhouding tot hun aandeel in de bevolking ondervertegenwoordigd in Kamer en Senaat. Om deze situatie om te buigen werd een systeem van positieve discriminatie door middel van quota ingevoerd die stelde dat elke kieslijst voor de helft uit vrouwen moet bestaan. Bij de eerste drie plaatsen op de lijst moet ook minstens één iemand van het andere geslacht staan.

1949 AD maakt de Sovjet-Unie zijn eerste atoombom.

Na de Tweede Wereldoorlog werd in China de Chinese Burgeroorlog tussen de Chinese Communistische Partij en de Kwomintang voortgezet. Deze burgeroorlog werd door de communisten gewonnen. De aanhangers van de Kwomintang vluchtten naar Taiwan, terwijl Mao Zedong een dictatoriaal bewind aan de macht brengt dat uiteindelijk een strikte controle zou uitoefenen over het dagelijks leven in China en het leven zou kosten aan miljoenen mensen. Voorafgaand aan het dieptepunt van Mao's regime, de Culturele Revolutie (1966 - 1970), heroverde China in 1959 het in 1912 onafhankelijk geworden Tibet.

Veel Chinezen waren van de KMT vervreemd tijdens de oorlog ten gevolge van de Witte Terreur, ook de KMT nam ten slotte zijn toevlucht hiertoe. Chiang Kai-shek kreeg bovendien de schuld van de welig tierende corruptie. Zijn offensief liep ten slotte vast terwijl zijn soldaten met duizenden deserteerden richting Mao Zedong. Hij begon op militaire successen te jagen, en bezette ten slotte Yan'an, dat als een overwinning werd bejubeld, maar de communisten onder leiding van Mao Zedong trokken zich simpelweg terug met medeneming van alles van waarde. De nationalisten verloren meer en meer terrein, eerst in het noorden, maar later ook in het zuiden. Alle grote steden vielen in handen van de communisten. Op 1 oktober 1949 riep Mao Zedong de Volksrepubliek China uit. Deze dag is nog altijd China's nationale feestdag. De nationalisten weken uit naar Taiwan en er bestaat nog steeds een beweging van autochtone Taiwanezen die zich compleet wil losmaken van China.

1950 AD werd het naoorlogse tijdperk in de Verenigde Staten bepaald door de steeds grimmigere Koude Oorlog, de wapenwedloop met de Sovjet-Unie en de door de Spoetnikcrisis versnelde Ruimtewedloop. De oorlog in Korea (1950 - 1953) was de eerste grote test van de Koude Oorlog.

Ondertussen rondde het Amerikaanse volk de migratie van de boerderijen naar de steden af, begon de economie zich om te vormen van een industriële basis naar een diensteneconomie en maakte de welvaart van een triomfantelijk Amerika een sterke groei door. Tegelijkertijd werden de zaadjes van het ongenoegen gezaaid die later zouden uitgroeien tot de sociale revolutie van het eind van de jaren zestig.

1951 AD leidden de omstreden houding en eventuele terugkeer van Leopold III als koning  tot de zogenaamde koningskwestie. Voeg daarbij de Vlaams-Waalse tegenstellingen en dit alles bracht België op de rand van een burgeroorlog. Deze kon alleen voorkomen worden door de troonsafstand van Leopold III ten voordele van zijn zoon Boudewijn. Boudewijn Albert Karel Leopold Axel Marie Gustaaf (1930 - 1993), Graaf van Henegouwen, Hertog van Brabant, Prins van België, regeerde in de periode 1950 - 1951 als koninklijk prins en werd daarna de vijfde koning der Belgen.

1952 AD zet Gamal Abdel Nasser (1918 - 1970) de Britten opzij en wordt alleenheerser in Egypte.

Elizabeth II (1926-2023) wordt koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Tevens is zij staatshoofd van twaalf Commonwealth realms die in de loop van haar koningschap onafhankelijk werden, namelijk; Jamaica, de Bahama's, Grenada, Papoea-Nieuw-Guinea, de Salomonseilanden, Tuvalu, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Antigua en Barbuda, Belize en Saint Kitts en Nevis. Ze is de vierde monarch van de Windsor-dynastie.

1955 AD terwijl de Koude Oorlog zich voortsleepte stapten de Verenigde Staten in de Vietnamoorlog (1955 - 1975). Tegelijk kwam een reeds lang sluimerende sociale onvrede in de samenleving naar boven waardoor vrouwen, minderheden en jongeren in opstand kwamen. Enkele politieke moorden op John F. Kennedy, Malcolm X, Robert Kennedy en Martin Luther King zorgden voor grote onrust en stortten het land in de grootste crisis sinds de Amerikaanse Burgeroorlog. De democratische President Lyndon B. Johnson (1908 - 1973) reageerde met het verbeteren van de gezondheidszorg en antidiscriminatiewetten.

1957 AD zorgde Economische schaalvergroting, met name door de inwerkingtreding van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), voor een periode van hoogconjunctuur.

1958 AD laait de schoolstrijd weer op toen de socialistisch-liberale regering Van Acker II de subsidiëring van vrije katholiek onderwijs terug schroefde. Het Schoolpact dat door de drie nationale partijen werd gesloten, bracht terug rust in onderwijsland.

Charles de Gaulle maakt een geweldige comeback in de politiek toen de Algerijnse Oorlog uitzichtloos was geworden. Hij kreeg toen de kans zijn politieke visie te verwezenlijken. De door hem ingevoerde staatkundige hervormingen, met een aanzienlijke versterking van de uitvoerende macht met een president aan het hoofd, hebben de Vijfde Republiek een behoorlijke politieke stabiliteit gegeven. Hijzelf werd de eerste president. Zijn vurige patriottisme en zijn autoritaire stijl waren wellicht als rechts te beschouwen, maar hij was niet afkerig van staatsbemoeienis met de economie en zijn antiamerikanisme in de buitenlandse politiek evenals zijn eigengereide streven naar 'detente' met de Sovjet-Unie vielen goed bij links en rechts.

De Grote Sprong Voorwaarts (1958 - 1961) was een campagne van de Communistische Partij van China (CPC). Mao Zedong wilde met de campagne zorgen voor een snelle transformatie van China van een agrarische economie naar een industriële maatschappij. De Grote Sprong Voorwaarts leidde tot een hongersnood met miljoenen dodelijke slachtoffers. Bij de Grote Sprong Voorwaarts stierven volgens verschillende schattingen 18 tot 45 miljoen mensen.

1960 AD dwongen onlusten in Leopoldstad de Belgische regering ertoe om het recht van Belgisch-Kongo op onafhankelijkheid te erkennen. Meteen braken daar onlusten uit die België noopten tot een militaire interventie.

De Fransen stelden zich soepeler op, de rest van Frans koloniaal Afrika kon zonder bloedvergieten onafhankelijk worden en bleef veelal in de Franse invloedssfeer, zowel cultureel als economisch. Frankrijk onderhoudt zelfs vrij goede contacten met post-koloniale regimes in een Franse invloedssfeer, waarbij herhaaldelijk het Vreemdelingenlegioen ingezet werd om bevriende regimes in het zadel te houden. Dit leverde Frankrijk nog al eens een beschuldiging van neokolonialisme op. Een onverwacht gevolg van de dekolonisatie was dat niet alleen de ca. 900.000 'pieds noirs', de Europese kolonisten uit Algerije een goed heenkomen zochten in het voormalige moederland, maar ook miljoenen inwoners uit de voormalige koloniën, en dat velen nog steeds proberen dit te doen. Tegenwoordig is bijna 10% van de bevolking een immigrant uit een voormalige kolonie of een nakomeling daarvan. Dit heeft politieke gevolgen gehad, zoals de opkomst sinds de jaren zeventig van het Front National, dat niet alleen extreemrechts en xenofoob genoemd wordt maar waarvan de eerste leider Jean-Marie Le Pen (1928-nu) zich bovendien vergoelijkend uitgelaten heeft over de bezetting door de nazi's van Frankrijk en de Holocaust een 'detail in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog' noemde.

1962 AD worden Rwanda en Burundi onafhankelijke staten.

Tijdens het presidentschap van John F. Kennedy (1917 - 1963) beleefde de Koude Oorlog zijn heetste momenten tijdens de Cubacrisis, waarin ternauwernood een atoomoorlog vermeden werd toen de Sovjet-Unie onder zware druk offensieve atoomraketten uit Cuba terugtrok.

1966 AD was de Grote Proletarische Culturele Revolutie (1966 - 1976), vaak afgekort tot Culturele Revolutie, een revolutionaire campagne die plaatsvond in de Volksrepubliek China. De revolutie werd in gang gezet door Mao Zedong, de toenmalige voorzitter van de Communistische Partij van China, om zijn tegenstanders hardhandig uit te schakelen. Hiermee verkreeg Mao Zedong zijn positie van absolute macht terug. Mao had deze positie verloren ten gevolge van de mislukking van de Grote Sprong Voorwaarts. Schattingen van het aantal doden ten gevolge van de gewelddadigheden tijdens de Culturele Revolutie variëren tussen de 2 en 8 miljoen mensen.

1969 AD bleek De Gaulles schepping zijn aftreden en zijn dood in 1970 met gemak te overleven, niet alleen onder rechtse presidenten, maar ook onder de linkse president François Mitterrand (1916 - 1996), die de uitroeping van de Vijfde Republiek ooit had bestempeld als een 'permanente staatsgreep', zelfs 'cohabitatie' tussen een president en een regering van een andere politieke richting blijkt mogelijk te zijn.

1970 AD wordt in Egypte Gamal Abdel Nasser opgevolgd door Mohammed Anwar al-Sadat (1918 - 1981).

1972 AD wordt België getroffen door de internationale economische crisis. Dit zorgde weer voor grote begrotingstekorten en een onophoudelijke toename van de staatsschuld.

1974 AD hadden de VS te maken met een periode van malaise veroorzaakt door stagflatie, de oliecrisis en de eerste verschijnselen van internationaal terrorisme. President Richard Nixon, Republikein, raakte verwikkeld in de affaire rond Watergate die uitmondde in een dreigende Impeachment, een afzettingsprocedure. Nixon trok zijn conclusies en trad af.

Sinds de jaren zeventig is het Verenigd Koninkrijk lid van wat destijds de Europese Economische Gemeenschap heette. Populair is deze organisatie in Engeland nog altijd niet.

1976 AD na de dood van Mao blijft China in naam communistisch, maar wordt geleidelijk aan vrijer op persoonlijk en economisch vlak terwijl het toch de elementen van totalitarisme ten opzichte van politiek, religie en etnische minderheden behoudt. Deng Xiaoping, na Mao de voorzitter van de Communistische partij, verklaart: "Het maakt niet uit of de kat wit of zwart is, als hij maar muizen vangt." Hiermee wilde hij zeggen dat het niet zo veel uitmaakt welke ideologie je aanhangt, als er maar goede resultaten worden behaald. Tot op de dag van vandaag blijft het eenpartijstelsel in China gehandhaafd, al is er door sommige ouderen binnen de partij voorzichtig gepleit voor meer democratie. De schending van de mensenrechten en de corruptie blijven echter een probleem, bijvoorbeeld ook ten opzichte van Falun Gong en Tibet.

 1979 AD neemt Saddam Hoesein (1937-2006) de macht over in Irak en Margaret Thatcher (1925-2013), bijgenaamd de IJzeren Dame, wordt eerste minister van het Verenigd Koninkrijk. Thatcher was de eerste vrouwelijke premier, de langst regerende en meest controversiële Britse regeringsleider van de twintigste eeuw. Zij gooide het roer radicaal om en voerde systematisch een neoliberaal, monetaristisch beleid, gericht op privatisering. Dit stuitte in grote delen van het land op felle weerstand. Door haar compromisloos optreden tijdens de Britse mijnwerkersstaking brak ze de linkse oppositie en uiteindelijk de macht van de vakbonden. Haar euroscepsis kon zowel bij links als bij rechts op veel sympathie rekenen.

1981 AD wordt in Egypte Anwar Sadat door Mohammed Hosni Said Moebarak (1928-2020) opgevolgd.

1985 AD President Reagan (1911-2004) was daadkrachtig en, volgens critici, roekeloos. Hij was een fervent anticommunist en hij schroomde er niet voor terug harde taal te gebruiken jegens de Sovjet-Unie. Ook voerde hij de wapenwedloop op om zo de Sovjet-Unie financieel op de knieën te krijgen. Samen met zijn geestverwant en goede vriendin Margaret Thatcher (1925-2013), de premier van Groot-Brittannië, zag hij in de aan het roer gekomen Sovjetleider Gorbatsjov (1931-2022) een gesprekspartner.

Toen de Sovjet-Unie uiteindelijk viel en het Oostblok liberaliseerde, groeide de welvaart van de Verenigde Staten tot ongekende hoogte, evenals de schuldenlast.

1990 AD wordt Tatcher opgevolgd door John Major (1943-nu), een partijgenoot. Zijn regeerperiode begon met de recessie en zijn conservatieve regering ging gebukt onder schandalen.

Reagans opvolger, George H. W. Bush zag zich geconfronteerd met de inval in Koeweit van Saddam Hoesseins Irak, het begin van de Golfoorlog (1990 - 1991). De door Amerika geleide Operatie Desert Storm vond plaats die Irak weer uit Koeweit verdreef.

1991 AD wordt het nieuwe Verdrag betreffende de Europese Unie, dat de afspraken over de invoering van de monetaire unie bevatte, goedgekeurd op de Europese Raad van Maastricht.

1993 AD overlijdt Koning Boudewijn en hij wordt opgevolgd door zijn broer koning Albert II. Albert Felix Humbert Theodoor Christiaan Eugène Marie (1934-nu), prins van Luik, prins van België, wordt de zesde koning der Belgen. Hij is de jongste zoon van koning Leopold III en koningin Astrid.

1995 AD hield Irak Clinton (1946-nu) vaak bezig en de conflicten in de Balkan en Somalië vereisten de inzet van Amerikaanse troepen. De inzet in de Balkan werd vooral buiten de Verenigde Naties om geregeld, met name door de NAVO. De Vredesakkoorden van Dayton maakten een einde aan het conflict in Bosnië en Herzegovina maar al gauw waren de VS en de NAVO verwikkeld in een conflict tegen Servië om Kosovo.

Onder het presidentschap van de gaullistische Jacques Chirac (1932-2019) waren de twee belangrijke doelstellingen het vergroten van de internationale concurrentiekracht en de multiculturele samenleving mogelijk maken.

1997 AD hoewel de economie in Engeland er verbluffend goed voor stond, won Labour de verkiezingen, en werd Tony Blair (1953-nu) de nieuwe premier, onder de regering Blair kregen Schotland en Wales allebei een eigen wetgevend lichaam, het Schots Parlement en de Welsh Assembly.

1999 AD wordt, na tien jaar van voorbereidingen, op 1 januari uiteindelijk de euro ingevoerd.

2000 AD wist George W. Bush (1946-nu) met een kleine meerderheid van de kiesmannen het presidentschap te winnen. In het begin van zijn eerste termijn werden de Verenigde Staten opgeschrikt door de eerste aanval op eigen grondgebied sinds de aanval van Japan op Pearl Harbor. De twee torens van het World Trade Center in New York werden verwoest met door met Al Qaida terroristen bestuurde lijnvliegtuigen, evenals een deel van het Pentagon nabij Washington. Een vierde lijnvliegtuig verongelukte in Pennsylvania nadat passagiers de kapers hadden weten te overmeesteren. Het gevolg van deze aanval was de door Bush als zodanig aangeduide "strijd tegen terrorisme". Eind 2001 wierp het Amerikaanse leger met brede internationale steun de Talibanregering in Afghanistan omver.

2003 AD viel de VS Irak tijdens de Irakoorlog binnen. Hierbij werd het land door meer dan 30 andere landen gesteund. Reden voor deze kleinere steun was mede het feit dat de Verenigde Naties het niet eens konden worden over de inval in Irak en veel landen het dan ook niet konden steunen. Na een snelle overwinning van de Amerikaanse troepen, werd Bagdad door de Amerikanen bezet. De Amerikaanse troepen wisten ook Saddam Hoessein op te pakken. Er brak in Irak vervolgens een groeiende tegenstand uit die vele levens kostte. Intussen was er internationaal kritiek op het Amerikaanse optreden ontstaan. Nadat in 2005 Irak formeel weer werd overgedragen aan de Irakezen leek de rust aanvankelijk weer enigszins terug te keren. Beloofd werd dat de Amerikaanse troepen zouden beginnen met een algehele terugtrekking. Dit werd later weer uitgesteld, met name met het oog op het blijvende sektarisch geweld in Irak. In 2007 gooide president Bush het roer in Irak radicaal om met de zogenaamde surge. Het aantal Amerikaanse troepen in Irak werd flink uitgebreid om zodoende het land meer stabiliteit te bezorgen hetgeen ook goeddeels lukte.

2008 AD wordt, tijdens deze economisch tumultueuze tijd, bij de presidentsverkiezingen voor het eerste maal een Afro-Amerikaan als president verkozen, senator Barack Obama (1961-nu). Aanvankelijk had Obama brede steun in zowel het binnen- als buitenland. Gaandeweg nam zijn populariteit echter radicaal af, mede na het aannemen van een wet in het Congres die het Amerikaanse zorgstelsel hervormde alsmede de steeds verder oplopende recorduitgaves en nationale schuldenlast. Deze tanende populariteit werd onderstreept door enkele verkiezingsnederlagen van de Democraten in districten waar zij normaliter een grote meerderheid behalen. Er ontstaat een conservatieve proteststroming die als de tea-party movement bekend werd. Ook onder onafhankelijke kiezers nam zijn populariteit af.

2010 AD tekende president Obama de Patient Protection and Affordable Care Act beter bekend als Obamacare voor de hervorming van de Amerikaanse gezondheidszorg en de verplichting op te leggen aan alle Amerikanen om een gezondheidsverzekering af te sluiten. Nadien is er hevig verzet hiertegen vanuit de Republikeinse partij en zijn meerdere pogingen geweest om de wet af te schaffen. Donald Trump (1946-nu), die van 2017 tot 2021 president was, heeft al diverse pogingen gedaan om de wet af te schaffen maar dat is ondanks de Republikeinse meerderheid in beide kamers nog niet gelukt. Wel zijn al belangrijke onderdelen van de wet geschrapt, zoals de verzekeringsverplichting.

2011 AD stond onder het presidentschap van Nicolas Sarkozy (1955-nu) het aanscherpen van de immigratiewetten als een belangrijk punt op de agenda. In het voorjaar was Frankrijk één van de westerse landen bij de interventie in Libië, om daar de opstandelingen te beschermen tegen uitroeiing door het regime van Moammar al-Qadhafi (1942-2011). Er werd een Libische no-flyzone ingesteld naar aanleiding van een resolutie van de Veiligheidsraad van de VN. Deze no-flyzone heeft zeker bijgedragen aan de val van het regime van Qadhafi, sindsdien verkeert Libië echter in staat van chaos.

2013 AD moeten onder het presidentschap van François Hollande (2012-2017) de economische problemen van Frankrijk worden aangepakt namelijk de pensioenen hervormen en de werkloosheid bestrijden. Frankrijk intervenieerde in de Malinese Burgeroorlog 2012-2013 min of meer op eigen initiatief, maar wel met politieke steun van de EU, om te voorkomen dat islamistische rebellen de overhand zouden krijgen. Deze operatie wordt beschouwd als een ‘Franse en Malinese overwinning’, in juni 2013 werden er presidentsverkiezingen gehouden in Mali. Op 7 januari 2015 werd de Franse hoofdstad, Parijs, getroffen door een terreuraanslag op de redactie van weekblad ‘Charlie Hebdo’, twaalf van de aanwezige twintig redactieleden werden door twee daders met kalasjnikovs neergemaaid. Op 13 november 2015 werd Parijs getroffen door een serie gecoördineerde terreuraanslagen met in totaal 130 dodelijke slachtoffers. De aanslag werd opgeëist door ISIS als vergelding voor de Franse aanvallen op ISIS in Irak en Syrië. Nog diezelfde dag kondigde president Hollande de noodtoestand af, die daarna meerdere malen werd verlengd, onder meer naar aanleiding van de nieuwe aanslag in Nice op 14 juli 2016, de Franse nationale feestdag, reed een Frans-Tunesische man met een grote vrachtwagen in op de menigte die had staan kijken naar het traditionele vuurwerk in de stad Nice, en joeg daarmee zeker 84 mensen de dood in.

2013 AD wordt Filip Leopold Lodewijk Maria (1960-nu) de zevende koning der Belgen. Hij is de oudste zoon van koning Albert II en koningin Paola.

2016 AD houdt David Cameron (1966-nu) een referendum in het Verenigd Koninkrijk over het lidmaatschap van de Europese Unie, waarbij hij zijn post in de weegschaal legde, hij verloor en trad af. Theresa May (1956-nu) volgde hem op, maar ook zij raakte verstrikt in het Brexit-kluwen en trad af, ze werd opgevolgd door Boris Johnson. Boris Johnson (1964-nu), een pro-Brexit vertegenwoordiger, is een promotor van de vele voordelen, die Groot-Brittannië te wachten staan bij de Brexit. De moeilijke onderhandelingen met de Europese Unie en de impact van de coronacrisis maken het hem niet makkelijk.

2017 AD begint het Presidentschap van Emmanuel Macron (1977-nu), die op 39-jarige leeftijd de jongste Franse leider sinds Napoleon Bonaparte is.

2020 AD op 31 januari is de Brexit een feit, het Verenigd Koninkrijk treedt uit de Europese Unie. Daarmee kwam na 47 jaar een einde aan het lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk. Het was de eerste keer in de geschiedenis van de Europese Unie dat een lidstaat terugtrad uit de Unie.

2021 AD op 6 januari beleefde de VS een politieke thriller. Het was de dag waarop het congres officieel de overwinning van Joe Biden (1942-nu) als president-elect moest bevestigen. Zittend president Donald Trump had eerder die dag een opruiende toespraak gegeven voor tienduizenden aanhangers in Washington D.C. waarin hij opriep om het verkiezingsresultaat niet te aanvaarden en naar het Capitool te trekken om zich er te laten horen. Dit namen enkele honderden aanhangers echter heel letterlijk toen ze overgingen tot het bestormen en binnendringen van het Capitool. Binnen was de zitting van het Congres aan de gang onder leiding van vicepresident Mike Pence. Alle politici werden in allerijl geëvacueerd. De gewelddadige betogers lieten een spoor van vernieling na. De National Guard kon rond middernacht de betogers uit het gebouw verdrijven, waarna de zitting werd hervat, en Biden uiteindelijk om half vijf 's nachts tot volgende president werd benoemd. Er vielen 5 doden en verschillende gewonden. 68 betogers werden gearresteerd. Vanuit de hele wereld kwamen misnoegde reacties op deze gebeurtenis. Het werd beschouwd als een aanval tegen de Amerikaanse democratie. Trump kwam in opspraak voor zijn rol hierin. Verschillende partijgenoten distantieerden zich dan ook van hem. Ook namen in het Witte huis tal van naaste medewerkers van de president ontslag.

Einde-End

  

**********